8A-1-78 GEBRUIK VAN DEZE HANDLEDING
HOE EEN SYSTEEMSCHAKELINGSDIAGRAM GELEZEN MOETEN WORDEN
Het schakelingsdiagram van elk systeem laat de elektrische schakeling zien vanaf de hoofdzekering, de zek-
eringenkast of de contactschakelaar (bovenaan het diagram) naar de aarding (onderaan), zodat de schakeling
gemakkelijk gevolgd kan worden wanneer u inspectie en onderhoudswerkzaamheden uit gaat voeren.
Verdere informatie over stekkers, aardingspunten en zekeringen kunt u krijgen door het "SYSTEEMCIRCUIT-
DIAGRAM" te vergelijken met de andere secties zoals beschreven in de voorgaande onderdelen van deze
sectie. De stekkercode, nummer van het aardingspunt en zekeringsnummer zijn de referentiecodes voor de
vergelijking.
BLU
BLU
GRN/RED
YEL
GRN/BLK
ORN
WHT
BLK
BLK
2
5
6
4
E33
1
E34
7
5
SENSOR
COMBINATIEMETER
(REED)
ZEKERING
5
6
1
2
8
1
A
B
A
15A
3
Zekeringnimmer
Dit nummer geeft de referen-
tiecode aan voor het "SPAN-
NINGSTOEVOER-DIAGRAM"
(Raadpleeg het "SPAN-
NINGSTOEVOER-DIAGRAM"
voor de continuãteit van de
bovenste helft van de schakel-
ing.)
Stekkerteken
Dit geeft aan dat de stekker
identiek is.
Draadkleur
Dit geeft de draadkleur aan.
(Raadpleeg de paragraaf
"SYMBOLEN VOOR DRAAD-
KLEUREN" in "GEBRUIK VAN
DEZE HANDLEDING".)
AARDEPUNT
Dit geeft het aardingsnummer
aan. (Raadpleeg de sectie
"AARDEPUNT" voor de
locatie.)
Variaties in specificaties
worden geãdentificeerd
door codes. Raadpleeg de
linker onderhelft van deze
bladzijde voor details.
Dit geeft aan dat er con-
tinuãteit bestaat tussen
bladzijden, i.c. doorlopend
bij hetzelfde symbool op
een andere bladzijde.
Dit geeft de afschermings-
draad aan.
Dit geeft de variaties in speci-
ficaties aan.
Dit geeft aan dat de schakel-
ing doorloopt bij hetzelfde
symbool op de andere bladzi-
jde.
4-DOOR
1
2-DOOR
2
BEDIENINGSEENHEID