Otto Bock 3R106, Instructions For Use Manual

Page: 59 / 162

Ottobock | 59 3R106, 3R106=KD, 3R106=ST, 3R106=HD
4.1.2 Statische opbouwoptimalisatie met de L.A.S.A.R. Posture 743L100
(de onderstaande stappen hebben betrekking op afb. 8)
Met behulp van de L.A.S.A.R. Posture kan de statische opbouw worden geoptimaliseerd. Om
voldoende stabiliteit te verkrijgen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de zwaaifase gemakkelijk
wordt ingeleid, gaat u bij de opbouw als volgt te werk:
Om de belastingslijn te kunnen meten, vraagt u de bovenbeengeamputeerde met de pro-
thesezijde op de krachtmeetplaat van de L.A.S.A.R. Posture en met het andere been op de
hoogtecompensatieplaat te gaan staan. Daarbij moet de prothesezijde voldoende worden
belast (> 35% van het lichaamsgewicht).
Pas nu de opbouw aan door uitsluitend
de plantaire flexie te wijzigen,
zodat de
belastingslijn
(laserlijn) ca.
35 mm vóór de voorste bovenste knieas komt te lopen
(zie afb. 8).
Optimaliseer daarna tijdens het proeflopen de dynamische opbouw.
4.2 Combinatiemogelijkheden
INFORMATIE
In een prothese moeten alle componenten voldoen aan de eisen van de patiënt ten aanzien van
amputatiehoogte, lichaamsgewicht, mate van activiteit, omgevingscondities en toepassingsgebied.
4.3 Instelling en eindmontage
4.3.1 Vervaardiging van de koker voor de 3R106=KD
4.3.1.1 Lamineren voor het passen
Perlon-tricotkous 623T3 in dubbele lengte van het gipsmodel tot over de helft van het geïsoleerde
gipsmodel trekken. De resterende helft van de tricotkous aan het distale uiteinde roteren (drillen)
en er weer over trekken.
Om grote krachten ter hoogte van het modulaire kniescharnier op te vangen, wordt er trapsge-
wijze versterkt met glas gevlochten Perlon 616G13. De eerste laag wordt er tot op
2
/
3
van de
lengte van de koker overgetrokken, vervolgens afgebonden en er tot de helft van de koker weer
over getrokken.
In het distale bereik versterkt men met 2 lagen koolstofweefselmat 616G12 op een dusdanige ma-
nier, dat later bij het aanbrengen van de adapter 4G70 het koolstofweefsel rondom 3 cm uitsteekt.
Overtrekken met twee lagen Perlon-Tricotkous 623T3.
Het lamineren gebeurt met een dubbele gieting, dat wil zeggen dat de eerste gieting tot op
2
/
3
-hoogte
met Orthocryl-Laminierhars 617H19 wordt gegoten. Het proximale kokergedeelte wordt in een
tweede gieting gelamineerd met Orthocryl zacht 617H17.
Na het uitharden van de eerste gieting worden vóór het lamineren van het proximale kokergedeelte
met Orthocryl zacht 617H17, opnieuw 2 lagen Perlon-Trikotkous 623T3 aangebracht.
4.3.1.2 Ingietanker aanbrengen
Voordat het correct aangepaste ingietanker wordt vastgelijmd aan de koker, moet dit worden
geprepareerd. Vul hiervoor de koppelingsopening met plastaband 636K8 (afb. 3). Span de koker
en het scharnier op in het opbouwapparaat.
Let op!
Verwijder zachte, flexibele of poreuze materialen onder het steunvlak van het ingietan -
ker.
Maak een spachtelmassa door vermenging van Orthocryl-zegelhars 617H21 en
talkpoeder 639A1 en lijm het ingietanker vast.