Ottobock | 61
3R106, 3R106=KD, 3R106=ST, 3R106=HD
4.3.2.2 Zwaaifase instellen
Dankzij de pneumatische zwaaifasesturing verloopt het gangbeeld harmonischer. Hierbij vermijden
de bewegingsweerstanden een te ver doorzwaaien van het prothese-onderbeen bij de buiging en
garanderen deze een gedempte strekking. Het gewicht van de voet en de onderbeenlengte hebben
als pendelmassa evenveel invloed op het gangbeeld als de loopgewoonten van de prothesedrager.
Voor de wijziging van de fabrieksinstelling dient men rekening te houden met onderstaande
aanwijzingen:
Bij aflevering is de ventielschroef (afb. 4 pos. E) voor de demping in de extensierichting zo ver
mogelijk losgedraaid (ingesteld op een zo gering mogelijke weerstand) en de ventielschroef
(afb. 4, pos. F) voor de demping in de flexierichting twee slagen aangedraaid.
Instellen van de flexie (F) met de linker stelschroef (achteraanzicht)(afb. 4)
Ventielschroef van pneumatische cilinder
naar rechts (+)
= weerstand groter=zwaardere flexie
Ventielschroef van de pneumatische cilinder
naar links (-)
= weerstand kleiner=lichtere flexie
Instellen van de extensie (E) met de rechter stelschroef (achteraanzicht)
Ventielschroef van de pneumatische cilinder
naar rechts (+)
= weerstand groter=zwaardere ex-
tensie
Ventielschroef van de pneumatische cilinder
naar links (-)
= weerstand kleiner = lichtere extensie
Let op!
De extensie slechts zover dempen dat men steeds een volledige strekking kan
bereiken.
De geïntegreerde voorbrengerveer heeft geen blokkerende werking. Bij het bepalen
van de zwaaifase en het gangbeeld moet men zorgen dat de extensie-aanslag steeds
volledig kan worden bereikt!
Let op - gelieve uw cliënt te informeren!
Afhankellijk van de omgevings- en inzetvoorwaarden, kan de functie van het knieschar-
nier worden beperkt. Om gevaar voor de prothesedrager te vermijden, mag het knie-
scharnier bij merkbare functieveranderingen niet meer worden gebruikt. Deze merk-
bare functieveranderingen kunnen zich voordoen als b.v. moeilijk aansturen, onvolledige
strekking, afnemende zwaaifasesturing, respectievelijk standfasezekerheid, het verto-
nen van geluiden enz.
Maatregelen:
Een orthopedische werkplaats opzoeken en de prothese laten controleren.
Bij gebruik van het kniescharnier deze niet in het scharniermechanisme vasthouden
vanwege klemgevaar.
4.4 Voorbrengerveer vervangen
Het kniescharnier is uitgerust met een voorbrengerveer, die tijdens de zwaaifase de extensie van
het kniescharnier ondersteunt.
Door vervanging van de voorbrengerveer kan de voorbrengerwerking zo nodig aanzienlijk
worden verminderd.
Draai hiervoor het afsluitkapje aan het onderste uiteinde van het scharnier eruit (afb. 5) en neem
de sterke drukveer eruit (afb. 1, (7)). Vervang deze door de zwakke voorbrengerveer die even-
eens in het leveringspakket zit (afb. 1, (7a). Aansluitend het afsluitkapje weer tot aan de aanslag
erin draaien.
Zie afbeelding 6 voor de montagevolgorde en de configuratie van de onderdelen.
Summary of Contents for 3R106
Page 3: ...Ottobock 3 3R106 3R106 KD 3R106 ST 3R106 HD 3 4 2 1 3 4 2 5 7 7a 6...
Page 133: ...Ottobock 133 3R106 3R106 KD 3R106 ST 3R106 HD 4 3 2 1 3R106 KD 3R106 ST 4 3 2 2 4 E 4 F F 4...
Page 152: ...152 Ottobock 3R106 3R106 KD 3R106 ST 3R106 HD 4 6 300 3 5 5 6 6 1 6 2 EU 2017 745 CE...
Page 159: ...Ottobock 159 3R106 3R106 KD 3R106 ST 3R106 HD 519L5 4 6 300 5 6 6 1 6 2 CE 2017 745 CE...
Page 160: ...160 Ottobock 3R106 3R106 KD 3R106 ST 3R106 HD...
Page 161: ...Ottobock 161 3R106 3R106 KD 3R106 ST 3R106 HD...