
94
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Starten van het apparaat
Plaats het apparaat op de grond. Zorg ervoor dat de boor niet in contact komt met de grond of een voorwerp. Het is verboden om
het apparaat te starten dat rust op de boor.
Druk een paar keer op de brandstofpomp om de brandstof naar de carburateur (IV) te brengen.
De schakelaar in de aan-stand zetten - I (IV).
Houd de gashendelvergrendeling en de gashendel op de handgreep ingedrukt en vergrendel ze in deze stand door op de ga-
shendelvergrendelknop (VI) te drukken.
Sluit de gasklep (VII). Bij het starten van een warme motor, bijvoorbeeld na een korte onderbreking, kan de gasklep in de open
stand (VIII) blijven staan.
Pak met de ene hand de handgreep en met de andere de handgreep van het startkoord vast en trek krachtig aan de handgreep
van het touw zodat deze ongeveer 50 cm (IX) uitsteekt. Vermijd herhaaldelijk en snel aan het koord te trekken. Na het starten
van de motor houdt u de handgreep vast om te voorkomen dat de intrekbare kabel een ruk krijgt, en laat u hem langzaam in de
behuizing intrekken.
Na het starten van de motor, de gashendel volledig openen.
En druk dan de gashendel lichtjes op de handgreep zodat de vergrendeling wordt opgeheven. Laat vervolgens de druk op alle
hefbomen los, de motor zal stationair gaan draaien, waardoor de boor niet zou moeten gaan draaien.
Als de boor stationair draait, stel dan de carburateur bij. De afstelling van de carburateur kan door een erkende werkplaats worden
uitgevoerd. Laat de motor 2-3 minuten draaien, zodat het apparaat kan opwarmen.
Stoppen van de machine
Laat de druk op alle hendels op het handvat los zodat de motor stationair begint te draaien en laat de machine gedurende 2-3
minuten in deze toestand. Zet dan de schakelaar in de uit-stand - O. De motor stopt.
Let op! Als het apparaat moet worden uitgeschakeld, zet u de schakelaar in de uit-stand – O. Stop het apparaat echter niet in de
normale modus, omdat dit de levensduur van het apparaat zal verkorten.
Na het stoppen van het apparaat, laat het afkoelen, verwijder de boor, het verlengstuk indien gebruikt, en ga verder met het
onderhoud.
Werken met de motor-grondboor
Pak de motor-grondboor aan beide handvatten vast, leun ze tegen de grond en begin te boren, de boor is uitgerust met een bit
die eruitziet als een gewone boor, maar waarmee u het midden van het gat nauwkeurig kunt kiezen. Laat de boorpunt in de grond
zakken en haal de boorbladen vervolgens geleidelijk naar beneden. Wanneer de boorbladen de grond binnendringen, is het be-
langrijk er rekening mee te houden dat er een verhoogde kracht zal zijn die de boor in de tegenovergestelde richting van de rotatie
van de boor zal willen doen draaien. Neem een houding aan en zorg voor een greep die controleverlies voorkomt.
De boor is zo gevormd dat het uitgegraven materiaal naar het bodemoppervlak wordt getransporteerd, maar de hele boor moet af
en toe uit de grond worden getrokken om het uitgegraven materiaal te verwijderen. Let op! Bij gebruik van een verlengstuk wordt
het uitgegraven materiaal slechts tot de bovenkant van de boor getransporteerd. Het verlengstuk is niet uitgerust met een boor
om het uitgegraven materiaal naar de oppervlakte te transporteren. Bij het boren met een verlengstuk moet de boor veel vaker uit
het gat worden gehaald om het boorgruis op te ruimen.
Indien de boor tijdens het gebruik stopt, dient u de machine onmiddellijk uit te schakelen en na te gaan wat de oorzaak is van het
stoppen van het draaien van de boor, bijvoorbeeld een obstructie in de grond. Het is verboden het werk te hervatten zonder de
oorzaak van de boorstilstand weg te nemen.
Bij het boren van een gat moet de boor recht geleid worden en niet gekanteld, omdat hij anders tot stilstand kan komen of zelfs
beschadigd kan worden.
Gebruik regelmatig pauzes tijdens het gebruik.
Het is mogelijk dat u niet in elke positie van motor-grondboor kunt werken, vanwege de brandstoftoevoer.
ONDERHOUD EN ONDERHOUDSBEURTEN
Zet het apparaat uit voordat u met een van de hieronder beschreven activiteiten begint. Zorg ervoor dat de motor is afgekoeld.
Koppel het bougiesnoer los om onbedoeld opstarten te voorkomen.
Vervanging en onderhoud bougie (X).
Verwijder de rubberen afdekking van de bougie, koppel de kabel los en verwijder de bougie met een bougiesleutel.
Controleer de toestand van de bougie-elektroden. De afstand tussen de elektroden moet tussen 0,6 en 0,7 mm zijn. Als er vuil
wordt waargenomen, probeer dan de bougie-elektroden te reinigen met een messingborstel. Als de reiniging niet het verwachte
resultaat oplevert, vervangt u de kaars door een nieuwe.
Controleer de staat van de kaars ten minste één keer per maand.
Onderhoud van het lucht
fi
lter (XI)
Onderhoud van het lucht
fi
lter moet worden uitgevoerd na elk gebruik van het apparaat.
Содержание YT-84660
Страница 27: ...27 RU...
Страница 28: ...28 RU 15...
Страница 29: ...29 RU II II III...
Страница 30: ...30 RU 40 1 3 30 IV I V VI VII VIII 50 IX 2 3 2 3 O O...
Страница 31: ...31 RU X 0 6 0 7 XI 0 3...
Страница 33: ...33 UA...
Страница 34: ...34 UA 15...
Страница 35: ...35 UA II II III 40 1 3 30 IV...
Страница 36: ...36 UA I V VI VII VIII 50 IX 2 3 2 3 O O X 0 6 0 7 XI...
Страница 37: ...37 UA 0 3...
Страница 97: ...97 GR...
Страница 98: ...98 GR 15...
Страница 99: ...99 GR II II III 40 1...
Страница 100: ...100 GR 3 30 V I V VI VII VIII 50 cm IX 2 3 2 3 O O...
Страница 101: ...101 GR 0 6 0 7 mm XI 0 3 MPa...
Страница 103: ...103 BG...
Страница 104: ...104 BG 15...
Страница 105: ...105 BG II II III 40 1 3 30...
Страница 106: ...106 BG IV I V VI VII VIII 50 cm IX 2 3 2 3 O O X 0 6 0 7 mm...
Страница 107: ...107 BG XI 0 3 MPa...
Страница 114: ...I N S T R U K C J A O R Y G I N A L N A 114...
Страница 115: ...I N S T R U K C J A O R Y G I N A L N A 115...
Страница 116: ...I N S T R U K C J A O R Y G I N A L N A 116...