UM_NX-W_00_05_19_ML
NL
MITSUBISHI ELECTRIC HYDRONICS & IT COOLING SYSTEM S.p.A.
234
Vertaling van de oorspronkelijke handleiding
impedantie van 120 ohm gebruikt worden. De maximum afstand van de kabel waarmee de controlesystemen met de verste unit verbonden zijn mag niet meer bedragen dan
1000 meter.
Vanaf deze systemen moet er één seri
ë
le kabel lopen waarmee de systemen met de eerste unit verbonden zijn, waarna hij door moet lopen om de verbinding met de volgende
units tot stand te brengen. De afschermingen van de afzonderlijke trajecten moeten met elkaar verbonden zijn maar mogen niet op de klemmenblokken van de units aangesloten
worden. Één van de uiteinden van de afschermingen moet geaard worden.
Als het ON/OFF afstandsbedieningselement toegepast wordt moeten voor de aanleg van de kabels dezelfde aanwijzingen als voor de kabels van de stromingswachter in acht
genomen worden.
Bovendien moeten voor het ON/OFF afstandsbedieningselement van een extern contact of van een bedieningselement van het seri
ë
le protocol de volgende minimum
tijdschakelingen aangehouden worden:
•
Vertragingen tussen 2 volgende starts: 15 minuten
•
Vertraging tussen uitschakelen en inschakelen: 3 minuten
Bovendien moet de pomp minimaal 1 minuut eerder ingeschakeld worden voordat de unit gestart wordt en 1 minuut na het stoppen van de unit uitgeschakeld worden,
op straffe van verval van de garantie.
7.4
Onbalans tussen de fases van de voedingsspanning
De elektromotoren mogen niet in werking gesteld worden wanneer de voltageonbalans tussen de fasen meer bedraagt dan 2%. Voor de controle dient de volgende formule
toegepast te worden:
Max. voltageafwijking van het gemiddelde
% onbalans = -------------------------------------------- x 100
gemiddelde van het voltage
Bijvoorbeeld: nominaal voltage van het net 400 - 3 - 50
AB = 409 V; BC = 398 V; AC 396 V
gemiddeld V = (409 + 398 + 396) / 3 = 401 V
(409 - 401)
onbalans % = ------------------- X 100 = 1,99
401
BELANGRIJK:
Indien het netvoltage een onbalans boven de 2% heeft, dan moet u contact opnemen met het elektriciteitsbedrijf. Indien de unit met een voltageonbalans tussen de
fasen van meer dan 2% in werking wordt gesteld VERVALT DE GARANTIE.
Het verdient aanbeveling om alvorens het apparaat in werking te stellen te controleren of de elektrische installaties zodanig tot stand gebracht zijn dat de overeenstemming met
de Richtlijn 2004/108/EG (Elektromagnetische Compatibiliteit) gewaarborgd is.
7.5
Controle van de fasevolgorde bij units met Scroll compressoren
Na het starten moet gecontroleerd worden of het geluidsniveau van de compressor niet abnormaal is en of de aanzuigtemperatuur lager is dan de afvoertemperatuur. Als dit niet
het geval is moet er een fase verwisseld worden.
OPMERKING: sommige compressoren zijn uitgerust met een controlesysteem van de fasevolgorde dat wanneer de fases verwisseld zijn een “oververhittingsalarm”
weergeeft.
8
VERPLICHTE CONTROLES VOOR DE EERSTE INBEDRIJFSTELLING
Het koelcircuit is getest door MEHITS om eventuele koelmiddellekken vast te stellen. De test wordt gedaan na de eindmontage van de unit op de productielocatie. Voor de
inbedrijfstelling moet een extra controle uitgevoerd worden om eventuele lekken vast te stellen veroorzaakt door defecten die door het vervoer of de installatie zijn ontstaan.
Er moet gecontroleerd worden of het product en de installatie aan de plaatselijke normen voldoen. Er moet met name vastgesteld worden of de nodige installatie- en
inbedrijfsstellingsverklaringen opgesteld en afgegeven zijn.
Het opstarten van de unit moet uitgevoerd worden door gespecialiseerd personeel dat daarmee belast is door de fabrikant of diens gemachtigde (voor de contactgegevens zie
de gegevens op de laatste bladzijde).
Het bevoegde technische servicecenter zal vragen om het formulier voor het aanvragen van de eerste inbedrijfstelling in te vullen. Dit formulier moet opnieuw aan het technische
servicecenter toegestuurd worden om de inbedrijfstelling van de unit te plannen.
De eerste inbedrijfstelling moet uitgevoerd worden door een technicus en hierbij moeten de installateur en de bediener aanwezig zijn.
A
B
C