152
Tabel 6.4.1 Gebruikte implantaten
Item
Zenith standaardrisico
Zenith hoog risico
Zenith oefenpatiënten
Main body en poten
99,5%
(199/200)*
100%
(100/100)
1
100%
(52/52)
Verlengstuk main body
2
1,5%
(3/199)
1,0%
(1/100)
5,8%
(3/52)
Verlengstuk ipsilaterale iliacale poot
3,5
9,5%
(19/199)
11%
(11/100)
0,0%
(0/52)
Verlengstuk contralaterale iliacale poot
4,5
11%
(21/199)
11%
(11/100)
13,5%
(7/52)
Converteerder
0,5%
(1/199)**
0,0%
(0/100)
0,0%
(0/52)
Occluder
0,0%
(0/199)
0,0%
(0/100)
0,0%
(0/52)
*Eén patiënt met standaardrisico kreeg geen prothese vanwege kronkeligheid en verkalking van het toegangsvat.
**Converteerder werd gebruikt zonder occluder.
1
Eén prothese was op maat gemaakt.
2
Twee patiënten met standaardrisico en één patiënt met hoog risico kregen postprocedureel een verlengstuk voor de main body; één patiënt met standaardrisico kreeg twee
verlengstukken van de main body.
3
Twee patiënten met standaardrisico en één patiënt met hoog risico kregen postprocedureel een verlengstuk voor de ipsilaterale poot.
4
Vier patiënten met standaardrisico, twee met hoog risico en één oefenpatiënt kregen postprocedureel een verlengstuk van de contralaterale poot.
5
Drie patiënten met standaardrisico en drie met hoog risico kregen tijdens de ingreep zowel een verlengstuk van de ipsilaterale poot als een verlengstuk van de contralaterale poot; één
patiënt met standaardrisico kreeg postprocedureel zowel een verlengstuk van de ipsilaterale poot als een verlengstuk van de contralaterale poot.
Tabel 6.4.2 Primaire resultaten
Item
Zenith standaardrisico
1
Chirurgisch standaardrisico
P
-waarde
Zenith hoog risico
Zenith oefenpatiënten
Alle overlijdensgevallen
(0-30 dagen)
2
0,5%
(1/199)
2,5%
(2/80)
0,20
2,0%
(2/100)
1,9%
(1/52)
Alle overlijdensgevallen
(31-365 dagen)
2, 3
3,0%
(6/199)
1,3%
(1/80)
0,68
7,0%
(7/100)
9,6%
(5/52)
AAA-gerelateerd
0,0%
(0/199)
1,3%
(1/80)
0,29
3,0%
(3/100)
0,0%
(0/52)
Niet AAA-gerelateerd
3,0%
(6/199)
0,0%
(0/80)
0,19
4,0%
(4/100)
9,6%
(5/52)
Alle overlijdensgevallen
(0-365 dagen)
2,3,4
3,5%
(7/199)
3,8%
(3/80)
> 0,99
9,0%
(9/100)
11,5%
(6/52)
AAA-gerelateerd
0,5%
(1/199)
3,8%
(3/80)
0,07
5,0%
(5/100)
1,9%
(1/52)
Niet AAA-gerelateerd
3,0%
(6/199)
0,0%
(0/80)
0,19
4,0%
(4/100)
9,6%
(5/52)
Ruptuur
(0-30 dagen)
0,0%
(0/199)
nvt
nvt
0,0%
(0/100)
0,0%
(0/52)
(31-365 dagen)
0,0%
(0/199)
nvt
nvt
1,0%
(1/100)
0,0%
(0/52)
(0-365 dagen)
0,0%
(0/199)
nvt
nvt
1,0%
(1/100)
0,0%
(0/52)
Conversie
(0-30 dagen)
0,0%
(0/199)
nvt
nvt
0,0%
(0/100)
0,0%
(0/52)
(31-365 dagen)
5
1,0%
(2/199)
nvt
nvt
1,0%
(1/100)
0,0%
(0/52)
(0-365 dagen)
5
1,0%
(2/199)
nvt
nvt
1,0%
(1/100)
0,0%
(0/52)
Ongewenste voorvallen
(0-30 dagen)
6
20%
(40/200)
43%
(34/80)
< 0,001
32%
(32/100)
27%
(14/52)
(31-365 dagen)
6
8,6%
(17/199)
14%
(11/78)
0,25
21%
(21/98)
14%
(7/51)
(0-365 dagen)
6
25%
(49/200)
51%
(41/80)
< 0,001
45%
(45/100)
38%
(20/52)
1
De noemer is 199 omdat één patiënt met standaardrisico geen prothese kreeg.
2
Alle overlijdensgevallen (0-30 dagen) werden beschouwd als AAA- en proceduregerelateerd.
3
Van de overlijdensgevallen (31-365 dagen) werden er vier beschouwd als AAA-gerelateerd: 1 chirurgisch (septische shock door ischemische colitis) en 3 hoog risico (pancreatitis
met nierfalen en sepsis, hemorragie van aneurysma in de bovenbuik [niet behandeld AAA] en meervoudig systeemfalen).
4
Van de overlijdensgevallen (0-365 dagen) werden er tien beschouwd als AAA-gerelateerd: 1 standaardrisico (hartfalen), 3 chirurgisch (massieve hemorragie, mesenterische
ischemie en septische shock ten gevolge van ischemische colitis), 5 hoog risico (ademstilstand, hartfalen met longembolie, pancreatitis met nierfalen en sepsis, hemorragie van
aneurysma in de bovenbuik [niet behandeld AAA] en meervoudig systeemfalen) en 1 oefenpatiënt (vermoed hartfalen).
5
Patiënten met standaardrisico ondergingen conversies vanwege een persistente proximale type-I-endolekkage en een nieuw suprarenaal aorta-aneurysma. Drie chirurgiepatiënten
hadden een massieve hemorragie, waarbij 2 van deze patiënten opnieuw geopereerd moesten worden en 1 patiënt overleed.
6
Ongewenste voorvallen meegeteld in de morbiditeitsindex.
Patiënten met een Zenith AAA endovasculaire prothese vertoonden geen
significante verschillen tussen mannen en vrouwen met betrekking tot
overleving en afwezigheid van belangrijke ongewenste voorvallen.
(Foutbalken in afbeelding 6.4.1, 6.4.2 en 6.4.3 geven de
95%-betrouwbaarheidsgrenzen.) Afbeelding 6.4.1 geeft de overleving met
alle oorzaken tot 24 maanden. De bijbehorende tabel geeft de Kaplan-Meier-
analyse na 1, 6, 12 en 24 maanden.
Afbeelding 6.4.1 Overleving na 24 maanden
1 maand
6 maanden
12 maanden
24 maanden
n % overleving n % overleving n % overleving n % overleving
Standaard-
risico bij
Zenith
patiënten
198*
99,5
194
98,0
190
96,5
97
90,9
Standaard-
risico bij
chirurgie-
patiënten
78
97,5
73
96,2
67
96,2
nvt
nvt
n= Patiënten die aan het eind van het interval in leven zijn en beschikbaar voor controles
P
= 0,81
*Eén patiënt overleed in de eerste maand en één patiënt kreeg geen prothese.
Afbeelding 6.4.2 geeft de AAA-gerelateerde overleving (bepaald door
commissie voor klinische voorvallen) tot 24 maanden. De bijbehorende tabel
geeft de Kaplan-Meier-analyse na 1, 6, 12 en 24 maanden.
Afbeelding 6.4.2 AAA-gerelateerde overleving na 24 maanden
1 maand
6 maanden
12 maanden
24 maanden
n % overleving n % overleving n % overleving n % overleving
Standaard-
risico bij
Zenith
patiënten
198*
99,5
194
99,5
190
99,5
97
99,0
Standaard-
risico bij
chirurgie-
patiënten
78
97,5
73
96,2
67
96,2
nvt
nvt
n= Patiënten die aan het eind van het interval in leven zijn en beschikbaar voor controles
P
= 0,04
*Eén patiënt overleed in de eerste maand en één patiënt kreeg geen prothese.
Zenith standaardrisico
(N=200, 1 overlijdensgeval tot 30 dagen
4 overlijdensgevallen tot 6 maanden
7 overlijdensgevallen tot 12 maanden
17 overlijdensgevallen tot 24 maanden)
Chirurgisch standaardrisico
(N=80, 2 overlijdensgevallen tot 30 dagen
3 overlijdensgevallen tot 6 maanden
3 overlijdensgevallen tot 12 maanden)
Per
cen
tage o
verle
ving
Maanden na ingreep
Zenith standaardrisico
(N=200, 1 overlijdensgeval tot 30 dagen
1 overlijdensgeval tot 6 maanden
1 overlijdensgeval tot 12 maanden
2 overlijdensgevallen tot 24 maanden)
Chirurgisch standaardrisico
(N=80, 2 overlijdensgevallen tot 30 dagen
3 overlijdensgevallen tot 6 maanden
3 overlijdensgevallen tot 12 maanden)
Per
cen
tage afw
ezigheid v
an aneu
-
ry
smager
ela
teer
d o
verlijden
Maanden na ingreep
Voorval: Aneurysmagerelateerd overlijden