- 42 -
lassen.
De regeling met het systeem ”inverter” aan de ingang van de voedingslijn (primaire)
bepaalt bovendien een drastische reductie van volume zowel van de transformator als
van de reactantie van nivellering waarbij de bouw van een lasmachine wordt mogelijk
gemaakt met een uitzonderlijk beperkt volume en gewicht en met een benadrukking
van de eigenschappen van gemakkelijke manipulatie en comfortabel vervoer.
2.2 ACCESSOIRES GELEVERD OP AANVRAAG
- Kit MMA-lassen.
- Adaptor gasfles Argon.
- Kabel retour lasstroom volledig met massaklem.
- Manuele afstandbediening 1 potentiometer.
- Manuele afstandbediening 2 potentiometers.
- Afstandbediening met pedaal.
- Laskit MMA.
- Laskit TIG.
- Zelfverdonkerend masker met vaste of regelbare filter.
- Gasaansluiting en gasbuis voor aansluiting op de gasfles Argon.
- Drukreductor met manometer.
- Toorts voor TIG lassen.
3. TECHNISCHE GEGEVENS
3.1 KENTEKENPLAAT (FIG. A)
De belangrijkste gegevens m.b.t. het gebruik en de prestaties van de lasmachine zijn
samengevat op de kentekenplaat met de volgende betekenis:
1-
Beschermingsgraad van het omhulsel.
2-
Symbool van de voedingslijn:
1~: eenfase wisselspanning;
3~: driefasen wisselspanning.
3-
Symbool
S
: wijst erop dat er lasoperaties mogen uitgevoerd worden in een ruimte
met een verhoogd risico van elektroshock (vb. in de onmiddellijke nabijheid van
grote metalen massa’s).
4-
Symbool van de voorziene lasprocedure.
5-
Symbool van de binnenstructuur van de lasmachine.
6-
EUROPESE referentienorm voor de veiligheid en de bouw van de machines voor
booglassen.
7-
Inschrijvingsnummer voor de identificatie van de lasmachine (noodzakelijk voor
de technische service, de aanvraag van reserve onderdelen en het opzoeken van
de oorsprong van het product).
8-
Prestaties van het lascircuit:
- U
0
:
maximum spanning piek leeg .
- I
2
/U
2
:
Genormaliseerde overeenstemmende stroom en spanning die door de
lasmachine tijdens het lassen kunnen verdeeld worden.
- X :
Verhouding intermittentie: duidt de tijd aan dat de machine de
overeenstemmende stroom kan verdelen (zelfde kolom). Wordt uitgedrukt in
%, op basis van een cyclus van 10min (vb. 60% = 6 minuten werk, 4 minuten
pauze; en zo verder).
Ingeval de gebruiksfactoren (van de kentekenplaat, die verwijzen naar 40°C
ruimte) overschreden worden, wordt de ingreep van de thermische beveiliging
bepaald ( de lasmachine blijft in stand-by tot haar temperatuur terug binnen de
toegestane limieten ligt).
- A/V-A/V :
Duidt de gamma aan van de regeling van de lasstroom (minimum -
maximum) aan de overeenstemmende boogspanning.
9-
Kentekens van de voedingslijn:
- U
1
:
Wisselspanning en voedingsfrequentie van de lasmachine (toegelaten
limieten ±10%):
- I
1 max
:
Maximum stroom verbruikt door de lijn.
- I
1ef f
:
Effectieve voedingsstroom.
10-
:
De waarde van de zekeringen met vertraagde werking moet voorzien
worden voor de bescherming van de lij.
11-
Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen waarvan de betekenis aangeduid is in
hoofdstuk 1 “Algemene veiligheid voor het booglassen ”.
Opmerking: Het aangegeven voorbeeld van de kentekenplaat geeft een indicatieve
aanwijzing van de betekenis van de symbolen en van de cijfers; de exacte waarden
van de technische gegevens van de lasmachine in uw bezit moeten rechtstreeks
genomen worden van de kentekenplaat van de lasmachine zelf.
3.2 ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS
- LASMACHINE:
zie tabel 1 (TAB.1).
- TOORTS:
zie tabel 2 (TAB.2).
Het gewicht van de lasmachine staat aangeduid in tabel 1 (TAB. 1).
4. BESCHRIJVING VAN DE LASMACHINE
4.1 BLOKJESSCHEMA
De lasmachine bestaat hoofdzakelijk uit modules van vermogen en controle
gerealiseerd op gedrukte en geoptimaliseerde circuits voor het bekomen van een
maximum bedrijfszekerheid en een beperkt onderhoud.
Deze lasmachine wordt gecontroleerd door een microprocessor die toestaat een groot
aantal parameters in te stellen teneinde een optimaal lassen in alle omstandigheden
en op alle materiaal toe te staan. Om de kenmerken ten volle te kunnen gebruiken, is
het echter noodzakelijk de operatieve mogelijkheden ervan te kennen.
Beschrijving (FIG. B)
1- Ingang eenfase voedingslijn, groep gelijkrichter en condensators van
nivellering.
2- Switching brug met transistors (IGBT)
en drivers;
verwisselt de gelijkgerichte
lijnspanning in wisselspanning met hoge frequentie en voert de regeling van het
vermogen uit in functie van de gevraagde stroom/spanning van het lassen.
3- Transformateur van hoge frequentie;
de primaire winding wordt gevoed met
de spanning geconverteerd door het blok 2; deze heeft de functie de spanning
en de stroom aan te passen aan de waarden noodzakelijk voor de procedure
van het booglassen en tegelijkertijd het lascircuit galvanisch te isoleren van de
voedingslijn.
4- Brug secundaire gelijkrichter met inductie van nivellering;
verandert de
wisselspanning/-stroom geleverd door de secundaire winding in continue stroom/
spanning met heel lage golven.
5- Switching brug met transistors en drivers;
transformeert de uitgangsstroom
naar de secundaire van DC naar AC voor het TIG AC lassen.
6- Elektronica van controle en afstelling;
controleert onmiddellijk de waarde
van de lasstroom en vergelijkt deze met de waarde ingesteld door de operator;
moduleert de impulsen van bediening van de drivers van de IGBT die de regeling
uitvoeren.
7- Logica van controle van de werking van de lasmachine:
stelt de lascyclussen
in, bedient de aandrijvers, controleert de veiligheidssystemen .
8- Paneel van instelling en visualisering van de parameters en van de
werkwijzen
.
9-
Generator ontstekingsmechanisme HF.
10- Elektroklep gas bescherming EV.
11- Ventilator voor koeling van de lasmachine.
12- Regeling op afstand.
4.2 INRICHTINGEN VAN CONTROLE, REGELING EN VERBINDING
4.2.1 ACHTERSTE PANEEL (FIG. C)
1-
Voedingskabel 2P + (P.E.).
2-
Hoofdschakelaar O/OFF - I/ON.
3-
Aansluiting voor verbinding gasbuis (drukreductor gasfles - lasmachine).
4-
Connector voor afstandbedieningen:
Het is mogelijk, middels een speciaal daartoe bestemde connector met 14
polen aanwezig op de achterkant, op de lasmachine verschillende types van
afstandbedieningen aan te brengen. Iedere inrichting wordt automatisch herkend
en staat toe de volgende parameters te regelen:
- Afstandbediening met een potentiometer:
wanneer men aan de knop van de potentiometer draait, verandert men
de hoofdstroom van het minimum naar het maximum. De regeling van de
hoofdstroom wordt uitsluitend door de afstandbediening uitgevoerd.
- Afstandbediening met pedaal:
de waarde van de stroom wordt bepaald door de stand van de pedaal. In de
modaliteit TIG 2 TIJDEN, werkt de pedaal bovendien als startbediening voor de
machine in plaats van de drukknop toorts.
- Afstandsbediening met twee potentiometers:
De eerste potentiometer regelt de hoofdstroom. De tweede potentiometer regelt
een andere parameter die afhangt van de actieve manier van lassen. Wanneer
men aan deze potentiometer draait, wordt de parameter gevisualiseerd die
men aan het veranderen is (die niet meer gecontroleerd kan worden met
de knop van het paneel). De betekenis van de twee potentiometers is: ARC
FORCE indien in de modaliteit MMA en EINDHELLING indien in de modaliteit
TIG.
4.2.2 Voorste paneel (FIG. D)
1- Selectietoetsen werkwijze:
Selectietoets modaliteit TIG/MMA:
Werkwijze: TIG 2 TIJDEN, TIG 4 TIJDEN en modaliteit MMA.
Selectietoets modaliteit TIG:
Werkwijze: TIG DC met ontsteking HF, TIG DC met ontsteking LIFT,
TIG AC.
2- Leds instelling van de parameters van het lassen.
Permanente led: eerste functie (zwart veld);
Knipperende led: tweede functie (geel veld).
3- Alfanumeriek display.
4- Groene led van aanwezigheid spanning in uitgang.
5- Gele led:
normaal uit, indien deze brandt wijst hij op de blokkering van de
lasmachine wegens de ingreep van een van de volgende beschermingen:
- Thermische bescherming: aan de binnenkant van de lasmachine werd een
overdreven temperatuur bereikt. De lasmachine blijft aan zonder stroom
te verdelen tot er een normale temperatuur werd bereikt. Het herstel is
automatisch.
- Bescherming tegen te hoge of te lage lijnspanning: blokkeert de lasmachine
indien de lijnspanning te hoog (groter dan 264V ac) of te laag (kleiner dan 190V
ac) is.
- Bescherming tegen kortsluiting: er heeft zich een kortsluiting voorgedaan
met een tijdsduur van meer dan 1,5 sec (vastkleven van de elektrode) en de
lasmachine wordt geblokkeerd.
Het herstel is automatisch.
De codering op de display is de volgende:
”AL. 1”:
afwijking in de primaire voeding: de voedingsspanning ligt buiten de rang
+/- 15% in vergelijking met de waarde van de plaat.
OPGELET: Het overschrijden van de voornoemde bovenste limiet van
spanning zal de inrichting ernstig beschadigen.
”AL. 2”
ingreep van een van de veiligheidsthermostaten omwille van de verhitting
van de lasmachine.
6- Drukknop en Encoder van selectie en instelling van de lasparameters.
Staat toe een van de beschikbare parameters te kiezen die gekoppeld zijn aan de
modaliteit van lassen/stroom aangeduid door het aangaan van een van de Leds (2).
Led 1
Eerste functie:
Arc Force
Staat in de modaliteit MMA de regeling toe van de dynamische overstroom
”Arc Force” (regeling 0-100%) met aanduiding op de display van toename in
percentage in vergelijking met de waarde van de voorgeselecteerde lasstroom.
Deze regeling verbetert de fluïditeit van het lassen en voorkomt het vastkleven
van de elektrode aan het stuk.
Pregas
Staat in de modaliteit TIG de regeling toe van de tijd van het pregas in seconden.
Tweede functie:
VOORVERWARMING ELEKTRODE
In de werkwijze TIG AC, geeft de waarde van het product stroom * tijd van
voorverwarming van de elektrode van Tungsteen bij het ontsteken van de boog.
Led 2
Eerste functie:
BEGINSTROOM
Staat in de modaliteit TIG 4 tijden de regeling toe van de beginstroom die
behouden wordt voor de hele tijd dat de drukknop toorts ingedrukt blijft.
Tweede functie:
BI-LEVEL
Activeert in de modaliteit TIG 4 tijden de werking BI-LEVEL en staat de regeling
toe van de stroom van tweede niveau waarbij de manuele selectie (met de
drukknop toorts tijdens het lassen) tussen de twee verschillende niveaus van
stroom mogelijk is: I
2
en I
1
. Het niveau van de hoofdstroom I
2
is bepaald door
de ingestelde lasstroom, terwijl het niveau I
1
veranderd kan worden middels
de Encoder tussen de minimum waarde van de stroom en de waarde van de
hoofdstroom van het lassen.
Om de werking in BI-LEVEL te desactiveren, de Encoder draaien tegen de wijzers
Summary of Contents for TIG AC/DC HF/LIFT MMA
Page 31: ...31 8 99 5...
Page 40: ...40 8 LED Argon 99 5...
Page 103: ...103 7 2 IEC EN 60974 4 8 ON 99 5...
Page 114: ...114 FIG D FIG E FIG F...