129
h) Inloopvoorschriften voor de motor
Als u het nieuwe voertuig in gebruik neemt, moet de verbrandingsmotor eerst aan een inloopfase worden onderwor-
pen voor u naar het normaal bedrijf kunt overgaan.
Deze procedure heeft een beslissende invloed op de latere vermogen van de verbrandingsmotor en de le-
vensduur. Volg daarom onze informatie met betrekking tot de inloopvoorschriften. Bij ondeskundige omgang
met de verbrandingsmotor kan het tot motorschade leiden. Verlies van aansprakelijkheid/garantie!
Voor de inloopfase geldt principieel het volgende:
• Rijd bij voorkeur met een laag toerental (geen volgas).
• Gebruik de motor met een rijk brandstof-luchtmengsel. Dit is te herkennen aan de vele witte rook die uit de carbu
-
rator komt.
• Gebruik het voertuig met korte looptijden met daartussen liggende afkoelfasen (telkens ca. 3 minuten).
• De totale inlooptijd (zuivere looptijd van de motor) in totaal ca. 45 minuten. Pas daarna mag u de motor met een
volledig vermogen laten draaien.
De toevoeging van nitromethaan aan de modelbrandstof verhoogt de ontbrandbaarheid van de brandstof en daarmee
de prestaties van de motor. Gebruik in de inloopfase een modelbrandstof met minder toevoeging van nitromethaan
om oververhitting van de motor te voorkomen. Verder moet de brandstof een hoger olieaandeel hebben omdat zo de
smering van de motor verbeterd wordt totdat de zuiger en de cilindervoering ingelopen zijn.
Om later alle mogelijkheden te kunnen benutten, is het beter dat de motor eerst 2 - 4 tankvullingen met een "rijke"
carburateurafstelling en verschillende toerentallen draait.
De carburator is af fabriek optimaal ingesteld voor de eerste ritten. Hierbij wordt een rijke carburateurinstel-
ling gebruikt om de motor in de inloopfase voldoende van olie te voorzien. Dit is te herkennen aan de vele
witte rook die uit de uitlaat komt (verbrande olie).
Voor de eerste 2 - 4 volle tanks moet de rijke carburateurinstelling worden behouden. Bovendien moet u te
lange volgasfasen voorkomen en de motor voorzichtig op verschillende toerentallen inrijden.
Eerste inloopfase
• Laat de gloeikaarsstarter erop en laat de motor gedurende ca. een minuut warmlopen zonder gas te geven. Hiertoe
eventueel de hoofdsproeier een beetje uitdraaien (de doorstroming wordt groter).
• Verwijder de gloeikaarsstarter na afloop van de warmlooptijd van een minuut.
• Rijd nu ca. 2 - 3 minuten met tussengeschakelde afkoelfasen van ongeveer 10 minuten. Verhoog hierbij het toeren
-
tal enkel licht met korte gasstoten (geen volgas!).
De motor loopt daarbij zeer ruw en het model beweegt maar moeilijk (laat de motor niet stationair lopen, maar rijd
met het voertuig aangezien de koeling anders ontbreekt).
• Na elk draaien van de motor moet hij voldoende lang afkoelen (10 minuten). Daarna kan het mengsel door voorzich
-
tig indraaien van de hoofdsproeinaald stapsgewijs worden verarmd (maximaal telkens 1/16 omdraaiing).
Summary of Contents for 1456608
Page 154: ...154 ...
Page 155: ...155 ...