128
f) Zender en ontvangtoestel in gebruik nemen
Open het batterijvak op de zender en plaats ofwel batterijen ofwel volledig opgeladen accu's in het batterijvak. Let
hierbij op de juiste polariteit (plus/+ en min/-), zie aanduiding in het batterijvak. Sluit het batterijvak weer.
Schakel de zender in. Controleer de werking van de zender.
Neem de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
Schakel de het ontvangsttoestel van het voertuig in (zie afbeelding 1, positie "A", schakelaar in de positie "ON"
brengen).
g) Reikwijdte van de zender controleren
Opdat u niet de controle over uw modelvoertuig verliest, moet u vóór elke start of na een ongeval de functie en de
reikwijdte van de afstandsbediening controleren. Voor de controle van de reikwijdte is het voldoende om de functie
van de stuurservo te testen.
Omwille van het goede contact van de banden en het gewicht van het voertuig zouden de wielen hun stuuruitslag niet
spontaan en direct volgen als het voertuig op de grond staat. Daarom houdt u het modelvoertuig zo aan de vooras
dat de wielen vrij in de lucht hangen.
Voer de test van de reikwijdte alleen dan uit, als de motor niet loopt!
Ga als volgt te werk:
• Schakel (indien nog niet is gebeurd) eerst de zender in en daarna de stroomtoevoer van de ontvanger in.
• Verwijder u zowat 50 m van het model.
• Beweegt u het stuurwiel voor de stuurfunctie aan de zender naar rechts; moeten de wielen naar rechts uitslaan.
• Beweegt u het stuurwiel naar links, moeten de wielen naar links uitslaan.
• Laat de afstandsbedieningshendel los. De wielen moeten naar de middelste stand terugdraaien.
U mag het modelvoertuig niet laten rijden als de afstandsbediening fout werkt!
Zoek voor elke rit eerst de fout als de reacties van de afstandsbediening bij de reikwijdtetest niet uitvallen
zoals beschreven. In hoofdstuk 15 vindt u meer informatie met betrekking tot het verhelpen van storingen.
Summary of Contents for 1456608
Page 154: ...154 ...
Page 155: ...155 ...