150
15. Verhelpen van storingen
Het modelvoertuig werd volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen
of storingen optreden. Omwille van deze reden willen wij u graag wijzen op enkele manieren om eventuele storingen
op te lossen.
u
Het model reageert niet (of niet correct)
• Bij 2,4 GHz-afstandsbedieningen moet de ontvanger aan de zender worden aangeleerd. Deze procedure wordt vb.
met de Engelse termen "Binding" of "Pairing" beschreven. Het aanleren werd normaal gezien al door de fabrikant
uitgevoerd, maar kan uiteraard ook door u worden uitgevoerd. Neem daarom de afzonderlijk meegeleverde ge-
bruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
• Is de ontvangeraccu of zijn de batterijen/accu's in de zender leeg?
• Is de ontvangeraccu correct met de overeenkomstige aansluitstekker verbonden?
• Hebt u de zender en aansluitend de ontvangervoedingsspanning ingeschakeld? Behoud altijd deze volgorde!
• Gebruik voor de stroomvoorziening van de ontvangstinstallatie een accupack met hoog vermogen. Batterijen kun
-
nen de benodigde hoge stroom voor de servo's niet leveren, wat tot problemen leidt, in het bijzonder bij het gelijktij-
dig bewegen van beide servo's.
• Is het voertuig te ver weg? Bij een volle ontvangeraccu en volle batterijen/accu's in de zender moet een reikwijdte
van minstens 50 m en meer mogelijk zijn. Dit kan echter verminderd worden door omgevingsinvloeden, vb. zender
op dezelfde of nabije frequentie, metalen onderdelen, bomen in de buurt, etc.
Ook de positie van de zender- en ontvangerantenne t.o.v. elkaar heeft een sterke invloed op het bereik. Optimaal
is om zowel zender- als ontvangerantenne verticaal op te stellen. Wanneer u daarentegen de zenderantenne naar
het voertuig richt, ontstaat er slechts een zeer kort bereik!
• Controleer de juiste positie van de stekker van de servo's in de ontvanger. Als de stekkers 180° omgekeerd zijn
ingestoken, werken de servo's niet.
• Zijn de stekker van servo en rijregelaar op de ontvanger in de juiste oriëntering aangesloten? Wanneer daarentegen
de stekker van de gas-/remservo en stuurservo met elkaar werden gewisseld, dan stuurt de gas-/remhendel de
stuurservo en het draaiwiel de gas-/remservo.
u
De motor start niet
• De carburatorinstelling is verkeerd. Let op dat de carburator in de leveringstoestand reeds correct is vooringesteld,
het is daarom niet nodig om voor de eerste ingebruikname aan de instelschroeven te draaien. Pas tijdens, resp. na
het inloopproces kunnen voorzichtige wijzigingen worden uitgevoerd. Zelfs als u de instelschroeven maar een klein
beetje verdraait, heeft dit een grote invloed!
Verplaats de schroeven op de carburator uitsluitend in heel kleine stappen (max. 1/16 omwenteling) en noteer de
veranderingen, resp. de draairichting.
• Controleer de gloeikaarsen op hun werking. Als de gloeikaars door een nieuwe werd vervangen, controleert u het
type gloeikaars. Er mag slechts een gloeikaars voor RC-modelauto's worden gebruikt, zie hoofdstuk 8. d). Contro-
leer bovendien de laadtoestand van uw gloeikaarsaccu.
• Zijn alle brandstofleidingen in orde? Een kleine knik kan tot al tot functieproblemen leiden.
Summary of Contents for 1456608
Page 154: ...154 ...
Page 155: ...155 ...