NL
24
better together
Handleiding voor gebruik en onderhoud – Vertaling van de originele instructies
De instructies in deze handleiding zijn alleen van toepassing op
elektrische dompelpompen die in een omgeving met potentieel ex-
plosieve atmosfeer worden gebruikt.
LET OP: Het niet in acht nemen van de veiligheidsinstruc-
ties kan explosies veroorzaken!
De elektropompen ATEX, geïdentificeerd met het opschrift -EX, worden
gecertificeerd volgens de explosieveilige beschermingsmethode op het
plaatje voor gebruik in putten, bassins en, in de versie met koelmantel,
in droge opstelling met aanwezigheid van GAS EN EXPLOSIEF STOF
of in ieder geval een omgeving die is geclassificeerd als zone 1 of 21;
de
gebruiker dient te controleren dat de stofdikte op de elektropomp
niet meer dan 50 mm is
LET OP: om de Atex conformiteit van de verklaarde waarden te
waarborgen mag het vloeistofpeil tijdens normaal gebruik nooit tot
onder het pomphuis dalen. Daarom dient het peil te worden gecon-
troleerd door middel van vlotters, peilsondes of afwisselend met
bemand gebruik (menselijke aanwezigheid).
LET OP:
iedere handeling waarbij onderdelen van de elektro
-
pomp gewijzigd worden, kan GEVAAR VOOR EXPLOSIE
opleveren.
De elektropompen MOGEN UITSLUITEND worden gebruikt in een
omgeving die compatibel is met de eigenschappen op het plaatje.
LET OP:
tijdens het verplaatsen, installeren of deïnstalle
-
ren dient de elektropomp van het stroompaneel te worden
losgekoppeld.
1. GEBRUIKSEIGENSCHAPPEN
•
Voedingsspanning: EENFASIGE of DRIEFASIGE wisselstroom, vol
-
gens de aanduiding op het plaatje;
Max. toegestane variatie van de nominale spanning op het plaatje:
•
±
10% voor elektropompen met een stroomkabel tot 30mtr.;
•
±
5% voor elektropompen met een stroomkabel boven de 30mtr.,
maar niet meer dan 200mtr.
LET OP: De EX elektropomp is niet bestemd voor gebruik met
een frequentieomzetter.
•
Dompeldiepte: Max. 30 meter;
•
Omgevingstemperatuur: 0°C ≤ Ta ≤ +40°C
•
Aantal toegestane startoperaties per uur: zie het specifieke techni-
sche schema op de website www. zenit.com onder “Producten”
•
Beschermingsklasse: IP 68;
•
Bedieningsfactor:
- Voor elektropompen zonder koelmantel
: S1 bij complete onderdom
-
peling, S3 met een percentage zoals aangegeven op het metalen
typeplaatje en het zelfklevende etiket, bij een gedeeltelijk onderge
-
dompelde pomp;
- Voor elektropompen met koelmantel: S1 in droge opstelling of met
gedeeltelijk ondergedompelde pomp.
•
pH-waarde: 6 ÷ 14
•
Gebruik: drainage, wegpompen of oppompen van rioolwaterleidingen
en septic tanks in een omgeving met AANWEZIG GAS EN EXPLO
-
SIEF STOF (-EX); oppompen van vloeistoffen met vaste en vezelige
deeltjes; drainage, zuivering en reiniging van civiele en industriële
processen in atmosferen met gas van groep II A of II B (typisch ko
-
olwaterstofgas) of atmosferen met mengsels van brandbaar stof.
2. VERPLAATSING EN TRANSPORT
De voedingskabel of de vlotterkabel NOOIT gebruiken om
de elektropomp op te tillen of te verplaatsen. Het speciale
handvat of oog daarvoor gebruiken.
Modellen die 25 kg of minder wegen kunnen met de hand worden opge
-
tild en verplaatst met het speciale handvat aan de bovenkant van de
pomp.
Modellen boven de 25 kg en in alle gevallen waarin een rechte en na
-
tuurlijke houding niet mogelijk is dienen te worden opgetild en verplaatst
door middel van een ketting die aan het speciale oog aan de bovenkant
word bevestigd en met gebruik van een geschikt hijstoestel.
Controleren of de verpakking en de inhoud geen transportschade opge-
lopen hebben. Mocht er noemenswaardige schade worden vastgesteld,
onmiddellijk Zenit hierover inlichten.
Controleren of de eigenschappen van het typeplaatje overeenstemmen
met de eigenschappen van het gekochte product.
Binnen het risicogebied dient het verplaatsen met zorg te worden
gedaan, om te voorkomen dat de elektropomp met andere metalen
delen in aanraking komt of er tegen aan stoot; er kunnen vonken
ontstaan en daarmee gevaar voor explosie.
3. OPSLAG
Tijdens de opslagperiode moet de elektrische pomp op een geschikte
plaats worden opgeborgen, buiten bereik van kinderen of onbevoegden,
voldoende behoed voor onbedoeld vallen en beschermd tegen vocht,
stof, trillingen en externe temperaturen (minder dan -5°C en meer dan
+40°C).
OPGEPAST:
Laat de rotor af en toe eens draaien (minstens een keer
per maand) om te vermijden dat de mechanische dichtingen aan elkaar
hechten.
Na de opslag moet men de elektrische pomp inspecteren om te contro-
leren of er geen schade is, controleer het oliepeil in de kamer van de
mechanische dichtingen en controleer of de rotor vrij draait.
Wanneer de pomp langer dan 6 maanden wordt opgeslagen, moet men
eerste de olie in de kamer van de mechanische dichtingen verversen
vooraleer de elektrische pomp in dienst te stellen. Breng de afgewerkte
olie naar een erkend centrum voor verwerking. De olie niet in het milieu
verspreiden.
4. INSTALLATIE
Vóór het installeren aandachtig de volgende voorschriften doorlezen:
•
Tijdens het installeren en deïnstalleren dient de elektropomp te wor
-
den verplaatst met een kabel of een ketting die aan het handvat is
verankerd.
•
Binnen het risicogebied de installatie zodanig uitvoeren dat de
elektropomp niet met andere metalen delen in aanraking komt of er
tegen aan stoot; er kunnen vonken ontstaan en daarmee gevaar voor
explosie.
•
De put waar de elektropomp eventueel in geïnstalleerd wordt dient
een dusdanige afmeting hebben dat de eventuele vlotter vrijuit kan
bewegen.
•
Bij controleapparatuur van het peil van het behandelde water contro
-
leren of het maximale aantal toegestane startoperaties per uur in acht
wordt genomen.
•
LET OP:
het ontladen van opgehoopte elektrostatische lading op
geïsoleerde componenten kan explosie veroorzaken. De elektropom
-
pen -EX hebben geen elektrostatisch oplaadbare geïsoleerde compo
-
nenten en zijn allemaal voorzien van een schroef voor aansluiting op
het equipotentiale aardnet. Eventuele extra componenten die in het
risicogebied worden geïnstalleerd moeten worden aangesloten op het
aardnet volgens norm EN 1127-1 par. 6.4.7
•
LET OP: voor ieder extra component dat in het risicogebied geïnstal
-
leerd wordt controleren of het geschikt is voor gebruik in een potentie
-
el explosieve atmosfeer.
•
Bij installatie met koppelingsapparatuur zeer goed opletten tijdens het
opheffen of neerlaten van de elektropomp in de put, aangezien het
tegen elkaar schuiven van metalen delen vonken kan veroorzaken.
•
Controleren of de vloeistoffen in het bassin niet vlakbij de elektropomp
binnenkomen of er naar toe geleid worden, en of het verschil tussen
het vloeistofpeil van de inlaat en dat wat minimaal toegestaan is in het
bassin niet al te groot is, om cavitatieproblemen vanwege luchtaan
-
zuiging te voorkomen.
•
Om de motor goed te laten afkoelen mag het minimale vloeistofpeil in
het bassin nooit onder de bovenklep van de elektropomp uitkomen.
•
Bij installatie van modellen met koelmantel of modellen die op het dro
-
ge kunnen functioneren, kan het minimale vloeistofpeil dalen tot onder
de bovenklep op de elektropomp, maar dient het altijd boven het pom
-
phuis te blijven, om draaikolken en daardoor luchtinlaat te voorkomen.
•
Controleren of het minimale vloeistofpeil correct is, ook in verhouding
tot het werkingspunt, zodat de elektropomp regelmatig kan functio
-
neren.
•
Controleren of de elektropomp niet buiten haar karakteristieke krom-
me werkt.
4.1 Vrije (afb. 1 pagina 126) en vaste (afb. 2 pagina 126) installatie
De elektropomp op de bodem van het bassin laten steunen.
Als het model geen geïntegreerde steunvoeten heeft, dient men voor
een perfecte stabiliteit van de elektropomp en de juiste hoogte van de
zuigmond de speciale onderplaat te gebruiken.
4.1.1 Vrije installatie (afb. 1 pagina 126):
De persmond van de elektro
-
pomp met behulp van een slangaansluiting aansluiten op een flexibele
leiding. De interne doorsnede hiervan moet minimaal gelijk zijn aan die
van de persmond. Bij voorkeur een leiding met spiraalversterking of een
vormvaste soort gebruiken, zodat de vrije doorgang altijd constant blijft,
ook bij bochten of als de richting wijzigt.
4.1.2 Vaste installatie (afb. 2 pagina 126):
De elektropomp op een me
-
talen of stijve leiding aansluiten. Ook is het mogelijk om met behulp van
Summary of Contents for DGN 250-300/2/G65V-65-80
Page 43: ...EL 43 better together 10 O ring OFF O R O R...
Page 64: ...BG 64 better together 10 OFF 9 4 20000 7000 9 5 20000 7000 9 6 O R O R...
Page 121: ...RU 121 better together 9 4 20000 7000 9 5 20000 7000 9 6 10 OFF...
Page 128: ...128 better together 13 DGF DRF MAF SMF GRF APF 13 DGN DRN MAN GRN APN A B C D E F A B C D E F...
Page 142: ...142 better together...
Page 143: ......
Page 144: ...zenit com better together Cod 27270101613200000 Rev 8 01 11 19...