NL
25
better together
Handleiding voor gebruik en onderhoud – Vertaling van de originele instructies
een speciaal verbindingsstuk de elektropomp op polyethyleen leidingen
aan te sluiten.
Het is aan te bevelen om een afsluitklep en een balkeerklep met vrije
doorgang te installeren met behulp van een verbindingsleiding met een
lengte van L > 5 Di (Di= binnendiameter van de aansluitslang)
(afb. 3
pagina 126).
4. Installatie met koppelingsapparaat
Met dit type installatie kan de elektropomp uit het bassin worden geha
-
ald en zonder extra handelingen snel weer worden teruggeplaatst.
3.2.1 Installatie met extern koppelingsapparaat (afb. 4 pagina 126)
De modellen met verticale persmond kunnen worden geïnstalleerd met
een extern koppelingsapparaat met een vast en een beweegbaar ge
-
deelte.
Het vaste gedeelte wordt met de leiding verbonden door middel van de
genormaliseerde flens DN50 of de schroefdraad 2” GAS.
Het beweegbare gedeelte wordt aan de zuigmond gekoppeld door mid
-
del van een stuk slang met de geschikte lengte.
Met dit apparaat kan de elektropomp makkelijk van de installatie wor
-
den gescheiden en, aangezien er geen handeling op de bodem van het
bassin nodig is, kan ze worden gemonteerd ook zonder dat deze wordt
geleegd.
4.2.2 Installatie met koppelingsapparaat vanaf de bodem
(afb. 5A-5B pagina 126)
Met dit type installatie, voor elektropompen met horizontale persmond,
kan de elektropomp uit het bassin worden gehaald en zonder extra han
-
delingen snel weer worden teruggeplaatst .
Voor de modellen met verticale persmond met schroefdraad GAS 1½”-
2” moet er een bijbehorende adapterkit worden gebruikt.
Ga als volgt verder:
•
De schuifflens vastzetten aan de persmond van de elektropomp met
de schroeven die bij het koppelingsapparaat zijn geleverd;
•
De persleiding van de installatie op het koppelingsapparaat aanslui
-
ten. Het is raadzaam om een afsluitklep en een balkeerklep met vrije
doorgang te installeren, met behulp van een verbindingsleiding met
een lengte van L > 5 Di (Di= binnendiameter van de aansluitslang)
(afb. 6 pagina 127).
•
Het koppelingsapparaat stevig op de bodem van het bassin vastzet-
ten;
•
De geleidebuizen aan het koppelingsapparaat vastzetten en het bo
-
venste uiteinde ervan aan de wand van het bassin vastzetten door
middel van de bijgeleverde afstandsbeugel; dit om de evenwijdigheid
en de benodigde stevigheid van het systeem te waarborgen.
•
De pomp wordt neergelaten door middel van een kabel of ketting,
vastgehaakt aan het handvat op het bovenste deel van de motorklep,
terwijl de flens, die aan de zuigmond van de elektropomp is gekop
-
peld, langs de buisgeleiders glijdt totdat deze bij het koppelingsappa
-
raat komt.
4.3 Installatie in droge opstelling of half onder water
(afb. 7 pagina 127)
Elektropompen zonder koelmantel kunnen alleen op in droge opstelling
of half onder water worden geïnstalleerd met intermitterende periodieke
werking (modus S3), volgens het percentage dat op het typeplaatje staat
aangegeven.
Voor het installeren in droge opstelling wordt de elektropomp voorzien
van een zuigflens, voor het vastzetten aan een gebogen onderplaat.
4.3.1. Installatie in droge opstelling of half onder water met koel-
mantel (afb. 8 pagina 127)
(uitsluitend modellen DGN-DRN-MAN-GRN-APN)
De koelmantel garandeert een continue werking van de elektrische
dompelpomp (S1), ook wanneer deze gedeeltelijk is ondergedompeld of
in droge opstelling is geïnstalleerd.
Met deze toepassing kan de vloeistof in het bassin als koelvloeistof wor
-
den gebruikt, als het schoon genoeg is of zonder vaste deeltjes, of water
uit een extern circuit.
Voor het installeren in droge opstelling wordt de elektropomp voorzien
van een zuigflens, voor het vastzetten aan een gebogen onderplaat..
4.3.1.1 Koelsysteem met gesloten mantel (afb. 8A pagina 127)
De vloeistof waarin de elektropomp is ondergedompeld wordt, dankzij
de speciale vorm van het achtergedeelte van de waaier, door de uitspa
-
ring tussen kast en mantel geleid, zodat de motor goed wordt afgekoeld.
Wanneer de uitsparing gevuld is wordt de vloeistof via een canule opge
-
zogen in het pomphuis en uiteindelijk verwijderd.
LET OP: Dit systeem kan alleen met schone vloeistof worden ge-
bruikt, zonder vaste of vezelige deeltjes .
4.3.1.2 Koelsysteem met open mantel (afb. 8B pagina 127)
De koelvloeistof die in de uitsparing tussen kast en mantel wordt geleid
komt uit een externe drukbron.
De elektropomp heeft twee aansluitingen voor een Rilsan-slang. De
aansluiting waarop het etiket “ENTRATA - IN”
(afb. 9 pagina 127)
met
de waterinlaatleiding verbinden. Degenen waar “USCITA - OUT”
(afb. 9
pagina 127)
op staat met de circuitafvoer verbinden.
De temperatuur van de koelvloeistof bij de inlaat van de mantel mag niet
boven de 40°C komen.
Het debiet van de installatie mag 2-3 l/min en de maximale druk niet
hoger dan 0.2 bar.
Het koelcircuit moet minstens 10 seconden voor de ontsteking van de
elektropomp worden geactiveerd en mag niet eerder worden gedeacti
-
veerd dan wanneer de pomp volledig stilstaat.
5. ZUIGMOND
De zuigmond van de elektropomp heeft een rooster die het binnen
-
dringen van vreemde voorwerpen, groter dan de vrije doorgang van de
elektropomp, tegengaat.
Het is aan te raden het aanzuigrooster niet te verwijderen, behalve wan
-
neer dit uitdrukkelijk wordt toegestaan.
Regelmatig controleren of de zuigmond en het eventuele rooster vrij
blijven, om verstopping of blokkering van de waaier te voorkomen.
De GR modellen hebben een draaiend mes met drie bladen, dat de va
-
ste en vezelige deeltjes fijn snijdt en blokkeren van de waaier voorkomt.
Regelmatig controleren of het mes en de plaat van het snijsysteem vrij
van afvalresten zijn.
Tijdens de schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden altijd de
elektropomp van de stroom loskoppelen, werken met de aanbevolen
persoonlijke beschermingsmiddelen en de grootste zorg betrachten.
6. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN (afb. 14 - 15 pagina 129-130)
De aansluitingen op het elektriciteitsnet dienen in overeenstemming
met de van kracht zijnde normen gedaan te worden, door personeel
dat gekwalificeerd is om te werken in ruimtes met potentieel explosieve
atmosfeer.
LET OP: de voedingskabel moet worden beschermd, om
te voorkomen dat deze kan verdraaien, scheuren of kan
worden samengedrukt.
De vrije uiteinden van de kabel aansluiten op een schakelbord dat voor
een potentieel explosieve atmosfeer is gecertificeerd, bij installatie in
risicogebied, of op een normaal schakelbord, dat geschikt is voor de
installatieomgeving als de aansluiting zich in veilig gebied bevindt, in
ieder geval altijd met inachtneming van de geldende installatienormen.
Bij de eenfasige explosieveilige elektropompen met externe conti-
nucondensator en eventuele condensator met uitschakelaar, wor-
den de condensators meegeleverd, maar nog niet aangesloten op
de kabel van de elektropomp; daarom moeten ze worden aangeslo-
ten binnenin het schakelbord, dat bij installatie in een risicogebied
gecertificeerd moet zijn voor een potentieel explosieve omgeving.
Vóór het bedraden controleren of:
•
de nominale spanning en frequentie van de voedingslijn overeen
-
stemmen met de spanning die is aangegeven op het typeplaatje van
de elektropomp;
•
de aansluitwaarde op het plaatje kleiner is dan de maximale toegela
-
ten aansluitwaarde;
•
de voedingsleiding geaard is met een magnetothermische differentie-
elschakelaar volgens de wettelijke voorschriften
•
de kabels niet beschadigd zijn.
De elektropomp altijd op het equipotentiale aardnet aansluiten met ge
-
bruik van de schroef op de motorkast.
De elektrische aansluiting van modellen zonder stekker vereist dat eerst
de groengele aarddraad en vervolgens pas de andere draden aange-
sloten worden.
De motor beveiligen met een automatische schakelaar die geschikt is
voor de elektrische eigenschappen op het typeplaatje.
Met een ampèremeter controleren of de stroomopname van de pomp
binnen de grenzen op het plaatje ligt.
De functionaliteit en elektrische veiligheid van de ZENIT elektropompen
worden gegarandeerd voor de configuratie die door de fabrikant is ge
-
leverd.
LET OP:
Elke aanpassing (bv, toevoegen van een stuk kabel aan de
originele) kan de eigenschappen van de elektropomp aantasten en kan
explosies veroorzaken.
Summary of Contents for DGN 150/6/65-80-100
Page 43: ...EL 43 better together 10 O ring OFF O R O R...
Page 64: ...BG 64 better together 10 OFF 9 4 20000 7000 9 5 20000 7000 9 6 O R O R...
Page 121: ...RU 121 better together 9 4 20000 7000 9 5 20000 7000 9 6 10 OFF...
Page 128: ...128 better together 13 DGF DRF MAF SMF GRF APF 13 DGN DRN MAN GRN APN A B C D E F A B C D E F...
Page 142: ...142 better together...
Page 143: ......
Page 144: ...zenit com better together Cod 27270101613200000 Rev 8 01 11 19...