A
B
C
D
E
F
G
H
I
L
M
N
O
P
47
R
ÄDERTEILE
W
IELINSTALLATIES
9
LENKUNGSSTOSSDÄMPFER
Der Lenkungsstoßdämpfer macht die Lenkung präziser
und stabiler und verbessert die Lenkbarkeit des Motorrads
bei jeder Bedingung; er ist im vorderen Teil des Motorrads
zwischen der Lenkungsgrundplatte und dem Rahmen
befestigt.
Ausbau:
•
Die Befestigungsschraube “A” am Rahmen
abschrauben.
•
Die Befestigungsschraube “B” an der
Lenkungsgrundplatte abschrauben.
•
Den Lenkungsstoßdämpfer abnehmen.
Einstellung:
Siehe Kap. 7 Abschnitt C.
Wiedereinbau:
Den Ausbau in umgekehrter Reihenfolge ausführen.
10 REIFEN
Die Reifen gehören mit zu den wichtigsten zu
kontrollierenden Elementen.
Von ihnen hängen:
die Stabilität, der Fahrkomfort des Fahrzeugs und in einigen
Fällen auch die Unversehrtheit des Fahrers ab.
Aus diesem Grund sollten Reifen mit einer Lauffläche unter
2 mm nicht verwendet werden.
Auch ein falscher Reifendruck kann Stabilitätsmängel und
übermäßigen Verschleiß der Reifen verursachen.
Der vorgeschriebene Reifendruck beträgt:
•
Vorderrad: mit einer Person 2,3 BAR, mit zwei Personen
2,4 BAR;
•
Hinterrad: mit einer Person 2,5 BAR, mit zwei Personen
2,6 BAR.
HINWEIS
Die o.g. Werte sind für den normalen Gebrauch
vorgesehen. Bei kontinuierlicher Nutzung der
Höchstgeschwindigkeit und für den Gebrauch auf
der Autobahn wird empfohlen, die o.g. Werte um
0,1 BAR zu erhöhen. (nur Vorderrad).
9
SCHOKBREKER VAN STURING
Zijn actie draagt ertoe bij de sturing nauwkeuriger en
stabieler te maken, waarbij de bestuurbaarheid van de
motorfiets in alle omstandigheden verbeterd wordt; is
vastgehecht in het voorste gedeelte van de moto tussen
de stuurbasis en het chassis
Demontage:
•
De schroef “A” van vasthechting aan het chassis
losdraaien;
•
De schroef “B” van vasthechting aan de stuurbasis
losdraaien;
•
De schokbreker van sturing wegnemen.
Registratie
Hoofdstuk 7 sectie raadplegen
Remontage:
De operaties van demontage in omgekeerde volgorde
uitvoeren.
10 BANDEN
De banden zijn één van de belangrijkste te controleren
organen.
Hiervan zijn afhankelijk:
de stabiliteit, het rijcomfort van het voertuig en in sommige
gevallen ook de ongedeerdheid van de piloot.
Het is dan ook af te raden banden te gebruken die een
buitenband van minder dan 2 mm hebben.
Ook een abnormale druk van opblazen kan
stabiliteitsdefecten en een excessieve slijtage van de band
veroorzaken.
De voorgeschreven drukken zijn:
•
voorwiel: met een persoon 2,3 BAR, met twee personen
2,4 BAR;
•
achterwiel: met een persoon 2,5 BAR, met twee
personen 2,6 BAR.
OPMERKING
De voornoemde waarden zijn bedoeld voor een
normaal (toeristisch) gebruik. Voor een gebruik
tegen een continue maximum snelheid op
autosnelwegen, raadt men een drukverhoging van
0,1 BAR bij de voornoemde waarden aan. (alleen
voorwiel).
Summary of Contents for V 11 SPORT
Page 1: ...WORKSHOP MANUAL WERKSTATTHANDBUCH ONDERHOUDS EN REPARATIEHANDBOEK...
Page 3: ......
Page 4: ......
Page 5: ...I INDEX FOR THE SECTIONS ABSCHNITTSINDEX INHOUD VAN DE SECTIES...
Page 12: ...VIII...
Page 20: ...A B C D E F G H I L M N O P 8...
Page 21: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 MODEL FEATURES MODELLEIGENSCHAFTEN KARAKTERISTIEKEN MODEL...
Page 38: ...A B C D E F G H I L M N O P 18 MODEL FEATURES 3 1 2 4 5 6 MOTO GUZZI...
Page 40: ...A B C D E F G H I L M N O P 20...
Page 60: ...A B C D E F G H I L M N O P 20...
Page 61: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 SCHEDULED MAINTENANCE REGELM IGE WARTUNG PERIODIEK ONDERHOUD...
Page 108: ...A B C D E F G H I L M N O P 48...
Page 109: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 TRIMMINGS VERKLEIDUNG KLEDING...
Page 120: ...A B C D E F G H I L M N O P 12...
Page 121: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 WHEEL PARTS R DERTEILE WIELINSTALLATIES...
Page 170: ...A B C D E F G H I L M N O P 50...
Page 171: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 CONTROLS SCHALTUNGEN BEDIENINGEN...
Page 180: ...A B C D E F G H I L M N O P 10...
Page 181: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 CHASSIS RAHMEN CHASSIS...
Page 190: ...A B C D E F G H I L M N O P 10 CHASSIS...
Page 192: ...A B C D E F G H I L M N O P 12...
Page 193: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 FUEL SYSTEM KRAFTSTOFFZUFUHRANLAGE VOEDINGSINSTALLATIES...
Page 250: ...A B C D E F G H I L M N O P 58...
Page 251: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 EXHAUST SYSTEM AUSPUFFANLAGE AFVOERINSTALLATIE...
Page 258: ...A B C D E F G H I L M N O P 8...
Page 259: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 ENGINE MOTOR MOTOR...
Page 334: ...A B C D E F G H I L M N O P 76...
Page 335: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 GEARBOX GETRIEB VERSNELLING...
Page 364: ...A B C D E F G H I L M N O P 30...
Page 374: ...A B C D E F G H I L M N O P 10...
Page 375: ...A B C D E F G H I L M N O P 1 ELECTRICAL SYSTEM ELEKTROANLAGE ELEKTRISCHE INSTALLATIE...
Page 378: ...4 ELECTRICAL SYSTEM...
Page 412: ...A B C D E F G H I L M N O P 38...