1 689 989 000
2013-05-02
|
Robert Bosch GmbH
Bediening | EPS 200 | 149
nl
5. Bediening
5.1
In-/uitschakelen
¶
Met de centrale hoofdschakelaar op de voorzijde van
het apparaat (zie Fig. 1; Pos. 7) EPS 200 inschakelen.
Na het inschakelen start eerst het Windows-
besturingssysteem en vervolgens de EPS 200
systeemsoftware.
¶
Voor het uitschakelen
met de centrale hoofdschake-
laar eerst de EPS 200 systeemsoftware beëindigen en
vervolgens het Windows-besturingssysteem uitscha-
kelen.
i
Voordat u opnieuw inschakelt, moet de pc ten
minste 60 seconden uitgeschakeld zijn geweest.
i
EPS 200
niet
bij lopende componententest uitscha-
kelen (alleen bij een noodstop). EPS 200 via de
centrale hoofdschakelaar aan de voorkant van het
apparaat altijd uitschakelen voordat de draaistroom-
stekker uit het draaistroomnet wordt getrokken.
i
Bij de werking van de EPS 200 kunnen er storin-
gen ontstaan wanneer aanvullende apparaten (bijv.
printer, DVD-loopwerk, verbindingsleidingen) worden
gebruikt die
niet
door Bosch werden geleverd.
5.1.1
Touchscreen met taststift
De touchscreen van de EPS 200 wordt m.b.v. een tast-
stift bediend. De taststift heeft min of meer dezelfde
functie als een muis (zie online-help).
5.1.2
Beeldschermtoetsenbord
De EPS 200 systeemsoftware stelt een beeldscherm-
toetsenbord beschikbaar die met de taststift wordt
bediend (zie online-help). Met <
F2
> wordt het beeld-
schermtoetsenbord in het dialoogvenster weergegeven.
5.2
Voorbereidende maatregelen voor de
test
R
Controleer voor iedere CRI/CRIN en DHK/UI-testproce-
dure aan hand van de oliepeilweergave (Fig. 1, Pos. 9),
of er voldoende testolie in de tank aanwezig is.
!
Het testoliepeil moet zich altijd bij of kort onder de
bovenste markering van het kijkglas bevinden.
R
Wij adviseren dat er dagelijks een dichtheidstest
wordt uitgevoerd (afsluitstop op aansluitadapter,
zie Hfdst. 3.5.13). De dichtheidstest wordt onder
"
Service >> Apparaatdiagnose
" opgeroepen.
R
Om een verontreiniging van de testolie te voorkomen
moet iedere CRI/CRIN- en DHK/UI-component voor
de test worden gereinigd. Beschadigde, verontrei-
nigde en/of sterk gecorrodeerde CRI/CRIN en DHK/
UI voor de test niet opspannen.
5.3
Reinigingsinstructies voor CRI/CRIN
en DHK/UI
!
Verstuiverkap
niet
met een messingborstel, staalbor-
stel of dergelijke reinigen, aangezien dit de spuit-
gaten beschadigt. Spuitgaten
niet
met het reini-
gingsgereedschap voor de verstuiver 0 986 611 140
reinigen. Elektrische aansluiting van de injector
niet
met koude reiniger reinigen!
1.
Toevoeraansluiting, terugloopaansluiting en verstui-
verkap van de injector/verstuiverhouder met be-
schermkappen sluiten resp. afdekken.
2.
Verwijder grove vervuilingen op de injector/verstui-
verhouder met een kunststof borstel.
3.
Injector/verstuiverhouder met koude reiniger voor-
reinigen.
!
Gebruik voor de ultrasone reiniging het reinigings-
middel Tickopur TR 13 of een vergelijkbaar corrosie-
en carbonisatieoplossend reinigingsmiddel!
4.
Verwijder de beschermkap van de verstuiverkap.
5.
Injector/verstuiverhouder met een geschikte steun-
inrichting zover in het ultrasone bad dopen tot de
verstuiverspanmoer compleet met reinigingsmiddel
is bedekt.
6.
Stel de reinigingstemperatuur in op 60 °C tot 70 °C.
7.
Haal na ca. 15 minuten de injector/verstuiverhouder
uit het ultrasone bad en blaas deze met perslucht
droog.
i
Bewaar de injectoren/verstuiverhouders na reini-
ging altijd in een schone, gesloten houder. Daarmee
wordt voorkomen, dat vuildeeltjes (bijv. pluisjes,
spaanders) bij de injectoren/verstuiverhouders kun-
nen komen.
i
Neem a.u.b. ook de aanvullende reinigingsaanwij-
zingen in de ESI[tronic]-reparatiehandleiding voor
componenten in acht.