1 689 989 000
2013-05-02
|
Robert Bosch GmbH
152 | EPS 200 | Bediening
nl
Werkprocedure:
1.
CRI/CRIN reinigen (zie Hfdst. 5.3).
i
Injectiekamer (Fig. 21, Pos. 4) pas na de "Leak test"
op de component monteren.
2.
CRI/CRIN met de klemhouder (Fig. 2, Pos. 7) van de
EPS 200 bevestigen.
!
Hogedrukslang nooit direct op de component aan-
sluiten!
3.
Hogedrukslang met aansluitadapter (Fig. 21, Pos. 5
en 6) aan CRI/CRIN aansluiten.
i
De aansluitadapter moet met een aanhaalmoment
van 25 Nm tot 30 Nm worden aangehaald. Wanneer
de verbinding tussen aansluitadapter en DHK/UI
ondicht is, mag de schroefverbinding
niet
steviger
worden aangehaald. Bij ondichtheid de verbinding
weer openen, het afdichtvlak reinigen en de aan-
sluitadapter opnieuw met het juiste aanhaalmoment
aansluiten.
4.
Adapterleiding aan CRI/CRIN en aan de elektrische
aansluitbus van de EPS 200 (Fig. 21, Pos. 2)
aansluiten.
5.
Slangleiding 1 680 712 287 aan de retourloop van
CRI/CRIN en aan de testaansluiting voor CRI/CRIN
(Fig. 21, Pos. 1; retourloop) van de EPS 200 aan-
sluiten.
i
Bij CRIN en externe injectoren de toebehorenset
1 687 001 872 (speciale toebehoren) gebruiken.
6.
Sluit de beschermkap.
7.
Test uitvoeren.
i
Na de "Leak test" wordt de injectiekamer op de
component gemonteerd en de slangleiding
1 680 712 308 aan de testaansluiting voor CRI/
CRIN (injectie) (Fig. 21, Pos. 3) en de injectiekamer
aangesloten.
i
De test van de CRI/CRIN is in de online-help
beschreven.
5.5
Testolie bijvullen
Wanneer de testolie de onderste markering van de
oliepeilweergave (Fig. 1, Pos. 9) onderschrijdt, moet er
testolie worden bijgevuld.
!
Bij te snel vullen van de testolie, kan het gebeuren dat
de testolie bij de omhoog gezette spoelafvoer of bij de
aansluiting voor de externe afzuiging naar buiten komt.
1.
Spoelafvoer (Fig. 3, Pos. 5) omhoog zetten.
2.
Testolie (ISO 4113) heel langzaam en voorzichtig in
de straalkamer vullen (Fig. 3, Pos. 2).
3.
Testolie tot de bovenste markering van de oliepeil-
weergave vullen.
De EPS 200 is weer bedrijfsklaar.
5.6
Programmabeschrijving
i
De systeemsoftware is in de online-help beschreven.
Met <
F1
> kan de online-help in ieder dialoogvenster
worden opgeroepen.
5.7
Updaten van de software
!
Bij de installatie van een nieuwe EPS 200 systeemsoft-
ware/firmware wordt de actuele databank overschre-
ven! Er wordt daarom aanbevolen de databank voor
een installatie te beveiligen (zie online-help).
!
Bij de installatie van de Product Recovery CD gaan de
waarden voor de Common-Rail-drukkalibratie verloren.
Neem in dit geval contact op met de klantenservice.
De bediening van de software is in de online-help
beschreven onder "
Systeem >> Software
" .
5.8
Aanwijzingen bij storingen
i
Volg de beeldscherminstructies op bij aanwijzingen
over storingen in de EPS 200 systeemsoftware. Wan-
neer de storing niet kan worden verholpen, moet de
klantenservice hiervan op de hoogte worden gebracht.
Storing
Hulpmaatregelen
LCD-display blijft donker na het
inschakelen.
Elektrische aansluiting contro-
leren (bij correcte elektrische
spanningsvoorziening moet de
ventilator aan de achterkant
van de EPS 200 lopen en de
ringverlichting in de injectie-
kamer moet branden).
Testolienevel wordt tijdens de
straalbeeldtest niet goed afge-
zogen.
1. Persluchtaansluiting contro-
leren (0,5 MPa − 0,8 MPa).
2. Afzuigregelaars voor interne
afzuiging juist instellen.
De muispijl wordt na het aan-
tippen met de taststift op het
touchscreen niet op dezelfde
plaats weergegeven.
Touchscreen-afstelling uitvoeren
(zie online-help).