78
2. Draai de RSQ™-vergrendelingsknop totdat de pijl op de voorkant van de knop naar de afdalingsstand (A) of de
valstopstand (B) wijst en de RSQ™-vergrendelingsknop op zijn plaats klikt met de inkeping voor de selectie (zoals
weergegeven in afbeelding 11).
RSQ-afdalingsstand:
In afdalingsstand daalt de gebruiker automatisch af naar een lager niveau in het geval van een val.
RSQ-valstopstand:
In valstopstand stopt de SRD de val en blijft de gebruiker op dezelfde plek. De afdaling wordt
geactiveerd en geregeld met de RSQ™-vergrendelingsknop of een optionele verlengstokontgrendeling (zie afbeelding 12):
• Trekring van de vergrendelingsknop:
Afbeelding 12 illustreert de werking van de trekring van de
vergrendelingsknop. Om de valstopstand uit te schakelen en de afdaling te beginnen, pakt u de trekring vast en trekt
u de vergrendelingsknop naar buiten (A). Om de afdaling te stoppen, laat u de trekring los waardoor de valstopstand
(B) weer geactiveerd wordt. Om de afdalingsstand volledig in te schakelen zodat de afdaling doorgaat zonder aan de
trekring te trekken, draait u de vergrendelingsknop linksom (C) totdat de pijl op het oppervlak van de knop naar de
inkeping voor de afdalingsselectie wijst (zie afbeelding 11).
;
0,36 kN - 0,45 kN (80 lbs - 100 lbs) trekkracht is vereist om de RSQ™-vergrendelingsknop uit de valstopstand
te halen.
• Verlengstokontgrendeling:
Steek de verlengstokontgrendeling er vanuit een willekeurige richting in, zodat de
uiteinden van de ontgrendelingsvorken de basis van de RSQ™-vergrendelingsknop onder de gekartelde nok en
trekring omringen (zie afbeelding 12D). Om de valstopstand te deactiveren en de afdaling te beginnen, drukt
u de verlengstok naar voren totdat de RSQ™-vergrendelingsknop volledig vastzit in de vork. Zolang de RSQ™-
vergrendelingsknop volledig vastzit in de vork, blijft de afdaling doorgaan. Verwijderen van de vork kan tot gevolg
hebben dat het apparaat weer in de valstopstand komt.
;
De ontgrendelingsvork van de verlengstokontgrendeling is zodanig gevormd dat de RSQ™ vergrendelingsknop
recht naar buiten wordt getrokken als u de vork naar voren duwt. U hoeft dus niet te proberen met behulp van de
verlengstok de vergrendelingsknop naar buiten te wrikken. Door te wrikken kunt u de knop afbreken.
;
RSQ SRD’s zijn alleen bedoeld voor gebruik in noodgevallen en mogen alleen gebruikt worden voor een enkele, verticale
afdaling. Wanneer de SRD is gebruikt om af te dalen, stel deze dan onmiddellijk buiten werking en stuur hem naar een
geautoriseerd servicecentrum voor reparatie.
5.0 Inspectie
5.1 INSPECTIE-FREQUENTIE:
Het zelfintrekkingsapparaat moet worden geïnspecteerd op de intervallen die zijn
gedefinieerd in Paragraaf 2.2 - 'Inspectiefrequentie'. De inspectieprocedures zijn beschreven in het 'Logboek voor
inspectie en onderhoud' (tabel 3).
;
Extreme werkomstandigheden (ruige omgeving, langdurig gebruik, enz.) kunnen een verhoogde inspectiefrequentie
vereisen.
5.2
ONVEILIGE OF GEBREKKIGE OMSTANDIGHEDEN:
Als bij inspectie een defect of onveilige werking aan het licht komt,
stelt u het valstopapparaat onmiddellijk buiten gebruik. Vervolgens markeert u het als 'ONBRUIKBAAR' en zendt u het
naar een erkend servicecentrum voor reparatie.
;
Trek onmiddellijk veiligheidsuitrusting in als er twijfel bestaat over de toestand ervan voor veilig gebruik, of als het
is gebruikt om een val te stoppen. Gebruik het apparaat niet opnieuw totdat door een bevoegde persoon schriftelijk is
bevestigd dat dit acceptabel is.
;
Alleen 3M of partners die hiervoor schriftelijk zijn geautoriseerd, mogen deze apparatuur repareren.
5.3
GEBRUIKSDUUR VAN HET PRODUCT:
De levensduur van de 3M valstopapparaten wordt bepaald door de
gebruiksomstandigheden en het onderhoud. Zolang het product bij inspectie aan de criteria voldoet, kan het in gebruik
blijven.
6.0 ONDERHOUD, SERVICE en OPSLAG
6.1 REINIGEN:
De reinigingsprocedures voor het valstopapparaat zijn als volgt:
•
Maak de buitenkant van de SRD regelmatig schoon met water en een milde zeepoplossing. Plaats de SRD zodanig dat
overtollig water eruit kan weglopen. Zorg ervoor dat labels schoon zijn.
•
Reinig de reddingslijn met water en een zachte zeepoplossing. Spoel af en droog grondig aan de lucht. Droog niet
geforceerd met warmte. Overmatige hoeveelheden vuil, verf enzovoort kunnen ertoe leiden dat de lijn niet meer
volledig in de behuizing wordt teruggetrokken, wat mogelijk kan leiden tot een vrije val. Vervang de reddingslijn
indien er sporen zijn van overmatige opeenhoping.
6.2 ONDERHOUD:
Aanvullende onderhouds- en serviceprocedures moeten worden uitgevoerd door een geautoriseerd
servicecentrum. Probeer de SRD niet uit elkaar te halen of onderdelen zelf te smeren.
6.3
OPSLAG EN TRANSPORT:
Bewaar en vervoer het valstopapparaat in een koele, droge, schone omgeving, buiten het
bereik van direct zonlicht. Vermijd plekken waar chemische dampen kunnen voorkomen. Inspecteer de SRD grondig na
een langere periode van opslag.
Summary of Contents for ULTRA-LOK Series
Page 2: ...2 2 A C B A E D B F C H 3 A B FC FF DD SF FC FF DD SF C FC 4C...
Page 5: ...5 9 10 B A A C B A D B A B 11 A B...
Page 6: ...6 12 A B C D 13 14 15 16 B A C A D C B A...
Page 146: ......
Page 147: ......