
19
•
Controleer bij problemen met het aanleggen van de handgreep of het juiste model palradhandgreep wordt
gebruikt. Als dat het geval is, kan het zijn dat het uiteinde van het cilinderuitsteeksel niet goed uitgelijnd is met
het overeenkomstig gevormde uiteinde van de palradhandgreep. U kunt de uitlijning van deze twee vlakken
vergemakkelijken door de gekartelde cilinder vast te pakken en stationair te houden, dan de palradhandgreep
te draaien totdat de beide vormen op elkaar passen en vervolgens het palradmechanisme volledig op het
uitsteeksel te duwen.
•
Om te voorkomen dat de palradhandgreep tijdens het gebruik van het
Meshgraft
II weefselexpansiesysteem
losraakt, moet de stelschroef met de (bij de palradhandgreep geleverde) stelschroefsleutel worden ingedraaid
totdat de schroef strak tegen het cilinderuitsteeksel zit (zie afb 10).
•
Na bevestiging van de palradhandgreep is het
Meshgraft
II weefselexpansiesysteem gebruiksklaar.
•
Inspecteer het systeem tijdens de opstelprocedure visueel op beschadigingen en/of slijtage. Gebruik het systeem
niet als er schade of slijtage waarneembaar is die de functionaliteit van het instrument nadelig kan beïnvloeden.
BEDIENINGSAANWIJZINGEN
Het
Meshgraft
II weefselexpansiesysteem is vooraf afgesteld voor het meshen van huidtransplantaten met een dikte tussen
0,2 en 0,4 mm. De beste resultaten worden echter verkregen met transplantaten met een dikte tussen 0,3 en 0,38 mm.
•
Kies een
Dermacarrier
II huidtransplantaatcarrier met de geschikte expansieverhouding.
•
Neem de
Dermacarrier
II huidtransplantaatcarrier aseptisch uit de steriele verpakking en leg de carrier in het
steriele veld.
•
Leg de carrier op de operatietafel met de gegroefde zijde naar boven gericht.
•
Plaats het huidtransplantaat op de gegroefde zijde van de carrier. Om een goede meshkwaliteit te waarborgen
moet de gegroefde zijde van de carrier naar boven zijn gericht en de gladde zijde naar beneden (zie afb 4).
•
Plaats het huidtransplantaat op de carrier met de epidermale zijde naar boven. Het transplantaat kan desgewenst
echter ook met de dermale zijde naar boven worden geplaatst om directe overbrenging vanaf de carrier naar de
transplantatieregio te vergemakkelijken.
•
Trek het transplantaat op de carrier glad. Om het gladtrekken op de carrier te vergemakkelijken kan steriel water
over het transplantaat worden gegoten.
•
Plaats de carrier op het geleideplateau met de met huid bedekte zijde naar boven en duw tegen het verhoogde
gedeelte van het geleideplateau. Het geleideplateau heeft als doel, veilig te stellen dat het transplantaat recht in
de opening tussen de snijder en de gekartelde cilinder wordt gevoerd.
•
Steek het invoeruiteinde van de
Dermacarrier
II huidtransplantaatcarrier stabiel in het
Meshgraft
II
weefselexpansiesysteem. Let op dat de carrier geheel recht wordt ingevoerd. Oefen stevige druk uit op
het tegenoverliggende deel van de
Dermacarrier
II huidtransplantaatcarrier, ter ondersteuning van de
eerste aanraking van de snijder die wordt ingezet wanneer de palradhandgreep langzaam naar rechts
wordt gedraaid (zie afb 5).
•
Nadat de
Dermacarrier
II huidtransplantaatcarrier ongeveer 1,25 cm is gedraaid, moet de draaibeweging worden
gestopt, zodat u het ingesneden gedeelte van het huidtransplantaat kunt controleren. Als het transplantaat zich
niet van de snijder heeft losgemaakt, moet u het invoeruiteinde van het transplantaat met een pincet vastpakken
en het gehele gemeshte gedeelte van de huidlap van de snijder losmaken. Let op dat de snijbladen van de
snijder tijdens deze handeling niet worden beschadigd.
•
Controleer het nog niet ingesneden gedeelte van het huidtransplantaat. Het ongesneden gedeelte moet altijd
strak gespannen blijven terwijl de
Dermacarrier
II huidtransplantaatcarrier door het instrument wordt gedraaid.
•
Blijf aanhoudend neerwaartse druk op het invoeruiteinde van de
Dermacarrier
II huidtransplantaatcarrier
uitoefenen en draai de carrier tegelijkertijd door het
Meshgraft
II weefselexpansiesysteem (zie afb 2). Dit heeft als
doel te voorkomen dat het huidtransplantaat in de snijder blijft vastzitten. Draai de palradhandgreep heen en
weer tussen de 10-uurs- en 2-uurspositie tot de carrier uit de achterkant van de mesher komt. Opmerking: het
palradmechanisme werkt alleen wanneer er een carrier in de mesher zit.
•
Nadat de met huidtransplantaat bedekte carrier naar het operatiegebied is overgebracht, wordt de gemeshte
huidlap van de carrier afgenomen en naar wens opgerekt. Breng de opgerekte huid op de geprepareerde
transplantatieregio aan.
•
Indien de carrier na inbrenging weer uit het systeem moet worden verwijderd, moet de palradhandgreep worden
losgemaakt en moet de achterkant van de handgreep op het uitsteeksel van de gekartelde cilinder worden
bevestigd. De carrier wordt in tegenovergestelde richting verplaatst door het heen en weer draaien van de
palradhandgreep tussen de 10-uurs- en 2-uurspositie, tot de carrier uit de voorkant van de mesher komt.
Summary of Contents for Meshgraft II
Page 95: ...95 1 ...
Page 97: ...97 3 ...
Page 101: ...101 7 ...
Page 102: ...102 8 ...
Page 103: ...103 9 ...
Page 104: ...104 10 ...
Page 105: ...105 11 ...
Page 106: ...106 12 ...
Page 107: ...107 13 ...
Page 108: ...108 14 ...
Page 109: ...109 15 ...
Page 111: ...111 ...