Novy CORNUAL CANNULATION SET, Manual, Page: 45 / 68

45
6. Positioneer de introductiekatheter zodanig in het werkkanaal van de hysteroscoop dat hij niet voorbij
de telescooplens uitsteekt.
7. Breng de sheath van de hysteroscoop, terwijl de stompe obturator op zijn plaats zit, via de verwijde
cervix in het cavum uteri in.
8. Verwijder de obturator uit de sheath van de hysteroscoop.
9. Breng de hysteroscoop, terwijl de introductiekatheter op zijn plaats zit, in de sheath van de
hysteroscoop in.
10. Leid de hysteroscoop, terwijl deze direct in beeld is, naar het ostium van de tuba.
11. Nadat het ostium van de tuba in beeld is gebracht, richt u de introductiekatheter naar de opening van
de tuba en manoeuvreert u de tip van de katheter in het ostium van de tuba.
12. Verwijder de Luerlock-dop van de rechte arm van de zijarmadapter en breng een 3-ml spuit aan die
gevuld is met chromotubatieoplossing of verdund contrastmiddel (een oplossing van 25%).
13. Injecteer de chromotubatieoplossing of het contrastmiddel in het ostium van de tuba terwijl u
laparoscopisch let op wegvloeien van de vloeistof uit het fimbriale gedeelte van de tuba. Indien
dergelijk wegvloeien wordt geconstateerd, is de tubadoorgankelijkheid bevestigd en is de ingreep
voltooid.
NB: Indien het wegvloeien van de chromotubatieoplossing of het contrastmiddel uit het fimbriale
gedeelte van de tuba in de peritoneale holte niet te constateren is, is het nodig de binnenste
katheter in de proximale tuba uterina in te brengen om de blokkering van de tuba te bevestigen
of een valspositief resultaat als gevolg van een tijdelijk spasme van de tuba uit te sluiten. Ga
verder met stap 14.
14. Maak de 3-ml spuit los en sluit de rechte arm van de zijarmadapter af met de Luerlock-dop.
15. Draai de Tuohy-Borst adapter op de zijarmadapter los, houd de voerdraad op zijn plaats en voer de
binnenste katheter via de introductiekatheter op totdat de eerste proximale markering op de binnenste
katheter op gelijke hoogte is met de Tuohy-Borst adapter. De distale tip van de binnenste katheter moet
nu op dezelfde hoogte zijn als die van de introductiekatheter.
16. Terwijl u zorgt dat de binnenste katheter kan bewegen, draait u de Tuohy-Borst adapter op de
zijarmadapter vast zodat er een gasdichte verzegeling rondom de binnenste katheter ontstaat.
17. Er wordt begonnen met de canulatie van het intramurale gedeelte van de tuba uterina met de
voerdraad en de binnenste katheter door eerst de voerdraad op te voeren (afb. A). De flexibiliteit van de
tip van de voerdraad neemt toe naarmate de lengte die uit de kathetertip uitsteekt, toeneemt.
18. Voer de voerdraad voorbij de overgang van de uterus en de tuba op in de isthmus tubae totdat er
aanzienlijke weerstand wordt ondervonden (afb. B). Het opvoeren van de voerdraad door de overgang
van de uterus en de tuba is direct te zien onder laparoscopische begeleiding en een videobeeld van het
proximale oviduct of is te zien aan de karakteristieke kromming van de isthmus tubae. Het opvoeren
kan worden vergemakkelijkt door de tuba uterina onder laparoscopische begeleiding opzij te duwen of
recht te maken met een instrument.
NB: Indien er weerstand wordt ondervonden en het niet mogelijk is de voerdraad gemakkelijk op
te voeren in de isthmus tubae, moet de in de set meegeleverde voerdraad worden verwisseld met
een voerdraad van 0,015 inch (0,38 mm) (nabestellingsnr.: J-SMGC-150601 of J-SMGC-150901) en
moet opnieuw worden geprobeerd de voerdraad in de isthmus tubae op te voeren.
19. Voer de binnenste katheter coaxiaal een korte afstand, of totdat er weerstand te voelen is, op over de
gepositioneerde voerdraad (afb. C en D). De afstand waarover de katheter in de isthmus tubae wordt
ingebracht kan worden bepaald door op de afstandsmarkeringen op het proximale of distale gedeelte
van de katheter te letten.
WAARSCHUWING: Indien er aanzienlijke weerstand te voelen is, mag niet worden geprobeerd de
katheter op te voeren.
WAARSCHUWING: De katheter of de voerdraad mag niet voorbij de isthmus tubae worden
opgevoerd.