![Atos Medical Provox Vega XtraSeal Clinician Manual Download Page 25](http://html.mh-extra.com/html/atos-medical/provox-vega-xtraseal/provox-vega-xtraseal_clinician-manual_3004912025.webp)
25
4. Bijwerkingen/Informatie voor het
oplossen van problemen
Onderstaande risico’s kunnen optreden bij spraakrevalidatie met
een prothese:
Gerelateerd aan de prothese
Kleplekkage
– Lekkage door de prothese kan plaatsvinden door
overwoekering van de klep door candida of het losraken van de
radiopake ring (klepzitting). Kan tevens voorkomen indien de
oesofagale flens van de prothese niet volledig is ontvouwen in het
lumen van de oesofagus of indien de prothese te kort is. Door middel
van endoscopisch onderzoek moet worden vastgesteld of zich een van
deze verschijnselen heeft voorgedaan. De prothese dient te worden
vervangen indien de prothese in de juiste positie staat en van de juiste
lengte is en indien de lekkage door de prothese niet door reiniging
ervan kan worden verholpen.
Overwoekering door candida
– Overwoekering van de prothese
door candida komt bij vrijwel alle patiënten voor. Radiotherapie, de
samenstelling van het speeksel en eetgewoonten kunnen van invloed
zijn op de snelheid waarmee candida het silicone materiaal aantast.
Behandeling met schimmelwerende middelen kan als preventieve
maatregel worden overwogen als overwoekering door candida
lekkage door de prothese of andere storingen van de klep veroorzaakt.
Compatibiliteit met antimycotica
– Een onbekende verscheidenheid
aan chemische stoffen kan de materiaaleigenschappen van het
hulpmiddel onmiddellijk beïnvloeden of kan door het materiaal
worden geabsorbeerd en op een later tijdstip vrijkomen. Het gebruik
van antimycotica of geneesmiddelen rechtstreeks in of in de buurt
van de stemprothese dient daarom zorgvuldig te worden beoordeeld.
Bij het gebruik van de volgende antimycotica tonen laboratoriumtests
slechts een zeer kleine negatieve invloed aan op het functioneren van
de Provox Vega-stemprothese en onderdelen ervan:
• Nystatin
• Fluconazole
• Mikonazol
Gerelateerd aan de punctie
Inademing van de prothese –
Het per ongeluk inademen van de
stemprothese of andere onderdelen van het spraakrevalidatiesysteem
kan voorkomen. Symptomen die direct kunnen optreden, zijn
kokhalzen, hoesten, stikken of een fluitende ademhaling. Net als
met andere vreemde voorwerpen kunnen complicaties als gevolg van
inademing van een onderdeel obstructie of infecties veroorzaken.
Tot de complicaties kunnen longontsteking, atelectase, bronchitis,
longabces, bronchopulmonair fistel en astma behoren. Indien de
patiënt kan ademen, kan het vreemde voorwerp mogelijk worden
verwijderd door te hoesten. Bij gedeeltelijke of volledige obstructie
van de luchtweg is onmiddellijk ingrijpen vereist om het object te
verwijderen.
Inslikken van de prothese
– Het per ongeluk inslikken van de
stemprothese of andere onderdelen van het spraakrevalidatiesysteem
kan voorkomen. Net als met andere vreemde voorwerpen zijn de
symptomen die door het inslikken van de stemprothese of andere
onderdelen van het spraakrevalidatiesysteem worden veroorzaakt
grotendeels af hankelijk van de grootte, locatie, mate van obstructie
(indien van toepassing) en de tijdsduur ervan. Ingeslikte onderdelen
die onder in de oesofagus zijn achtergebleven, kunnen worden
verwijderd door middel van oesofagusscopie of kunnen korte tijd
worden geobserveerd. Het voorwerp kan spontaan in de maag
terecht komen; vreemde voorwerpen die in de maag terecht komen,
passeren gewoonlijk het darmkanaal. Het operatief verwijderen van
vreemde voorwerpen dient te worden overwogen wanneer er een
darmobstructie optreedt, bloedingen voorkomen, perforatie optreedt
of als het voorwerp niet door het darmkanaal kan worden gepasseerd.
Hemorragie/bloeding van de punctie
– Tijdens vervanging van de
prothese kunnen de randen van de TE-punctie licht gaan bloeden.
Dit gaat gewoonlijk spontaan over. Patiënten die worden behandeld
met antistollingsmiddelen dienen vóór plaatsing of vervanging van
de prothese echter zorgvuldig te worden beoordeeld in verband met
de kans op bloedingen.
Infectie en/of oedeem van de TE-punctie
– Infectie, vorming
van granulatieweefsel en/of oedeem van de punctie (bijv. tijdens
radiotherapie) kunnen de lengte van het punctiekanaal vergroten.
Hierdoor kan de prothese naar binnen en onder het tracheale
of oesofagale slijmvlies worden getrokken. Anderzijds kunnen
ontsteking of overwoekering van het oesofagale slijmvlies ervoor
zorgen dat de prothese uit de punctie gaat steken. In dit geval wordt
tijdelijke vervanging van de prothese door een prothese met een
langere schacht aanbevolen. Voor behandeling van de infectie kan een
kuur met breedspectrumantibiotica met of zonder corticosteroïden
worden overwogen. Indien de infectie niet met een behandeling met
antibiotica en/of corticosteroïden kan worden verholpen terwijl de
prothese op zijn plaats zit, moet de prothese worden verwijderd. In
sommige gevallen kan plaatsing van een stent in de punctie met een
katheter worden overwogen. Indien de punctie zich na verwijdering
van de prothese spontaan sluit, moet een nieuwe punctie worden
uitgevoerd voor de plaatsing van een nieuwe prothese.