nl
60
695264_a
ADVICE
Wanneer de meegeleverde schroeven niet lang genoeg zijn of voor de gewenste bevestiging
niet geschikt zijn, moet u deze dienovereenkomstig vervangen!
3. Boor een gat van 25 mm in de bodem van de woonwagen, ongeveer 150 mm centraal voor de bestu-
ringseenheid (9).
VOORZICHTIG!
Voorkom contact met het chassis, gasleidingen en elektrische kabels!
4. Geleid en verbind de motorkabels volgens het kabelschema (afb. 10) (rood = plus, zwart = minus).
5. Het elektrische kabelschema (afb. 10 + tabel A (zie onder)) beschrijft de elektrische kabelgeleiding bij
de installatie van de motoreenheden voor de wielen/as in de richting van het ‘A’-frame. Zie tabel B (zie
onder) voor de inbouw van de motoreenheden aan de achterkant van de as.
Tabel A
Tabel B
Motorinstallatie aan de voorkant van de as
Motorinstallatie aan de achterkant van de as
Motor A (rood)
(+)
Kabel voor aansluiting 4
Motor A (rood)
(+)
Kabel voor aansluiting 1
Motor A (zwart) (-)
Kabel voor aansluiting 3
Motor A (zwart) (-)
Kabel voor aansluiting 2
Motor B (rood/
groen)
(+)
Kabel voor aansluiting 2
Motor B (rood/
groen)
(+)
Kabel voor aansluiting 3
Motor B (zwart/
groen)
(-)
Kabel voor aansluiting 1
Motor (zwart/
groen)
(-)
Kabel voor aansluiting 4
1. Markeer met behulp van de kabelmarkeringen (25) de motorkabels voor beide motoreenheden. De
kabels voor de linker en rechter motor moeten even lang zijn. Voorkom lussen.
2. Zorg dat in de buurt van de motor wat extra kabel beschikbaar is, zodat deze bij bewegingen als de
rollen op de banden liggen voldoende speling heeft.
3. Geleid de motorkabels in de bijgeleverde flexibele kabelbeschermer (13) (die beschermt elektrische
kabels tegen scherpe randen en vuil) langs de onderkant van de bodem van de caravan en dan door
het geboorde gat.
4. Bevestig de kabelbeschermer (13) met de kabelklemmen (23) en de metalen schroeven (31) aan het
chassis en aan de ondervloer van de caravan.
5. Als u de motorkabels door het geboorde gat naast het besturingsapparaat (9) hebt geleid, kort u de
kabel in op een uniforme lengte. Verwijder ongeveer 5 mm van de isolatie aan de kabeluiteinden.
Bevestig de kabelsteekschoenen (22) op de motorkabels. Gebruik hiervoor altijd een krimptang. Een
veilige en stevige verbinding van elke kabel is van groot belang.
6. Schroef de kabelschoenen op de dienovereenkomstige klemmen van de besturingseenheid vast (zie
kabelschema afb. 10). Een veilige en stevige verbinding van elke afzonderlijke kabel is onontbeerlijk.
7. De meegeleverde batterijschakelaar wordt in de rode batterijpluskabel (+) gemonteerd. Zoek een
geschikte plek voor de batterijschakelaar en zijn behuizing (28) (behuizing is alleen buiten vereist),
zodat de schakelaar van buiten goed toegankelijk is. Wij raden de montage bij de ingangsdeur of een
opbergklep aan.
8. Gebruik bij de buitenmontage de kartonnen sjabloon voor de juiste positionering van de boorgaten.
Voor de montage binnen gebruikt u de boormarkeringen in de verlaging van de behuizing (3 gaten)
voor de markering van de boorgaten. Monteer de schakelaar (buiten met behuizing) met de meege-
leverde schroeven, onderlegschijven en moeren. Monteer vervolgens de complete eenheid met de
roestvrijstalen schroeven (31) op de caravan.
9. Geleid de rode batterijpluskabel (+) met de geïntegreerde zekering van de batterij naar de batterij-
schakelaar (28) en vanaf hier naar de besturingseenheid (9).
Summary of Contents for Ranger MS 1
Page 1: ...695264_a 06 2016 BETRIEBSANLEITUNG CARAVAN RANGIERHILFE MS1 RANGER D EN NL FR ES IT DA SV FI...
Page 3: ...D 695264_a 3...
Page 4: ...D 4 695264_a A 4 1 10 A C C A 2 3 2 B B...
Page 5: ...D 695264_a 5...
Page 6: ...D 6 695264_a...
Page 209: ......
Page 210: ......
Page 211: ......