nl
57
10. Lokaliseren van storingen
Informatie voor de gebruiker en de onderhoudsmonteur
STORING
MOGELIJKE OORZAAK
MOGELIJKE OPLOSSINGEN
De elektropomp start niet.
De
hoofdschakelaar
is
ingeschakeld.
Geen spanning voorhanden.
De voeding weer inschakelen.
In de pomp ingebouwde thermische beveiliging
(indien aanwezig) ingeschakeld.
Wachten totdat de motor van de pomp afgekoeld is.
Thermisch relais of motorbeveiliging in de
schakelkast ingeschakeld.
De thermische beveiliging resetten.
Smeltveiligheden van de pomp of de hulpcircuits
doorgebrand.
De smeltveiligheden vervangen.
Beveiliging tegen drooglopen ingeschakeld.
Het waterpeil in de tank of de druk in het waterleidingnet
controleren. Als alles in orde is de beveiliging en de
betreffende aansluitkabels controleren.
De elektropomp start maar
de thermische beveiliging
schakelt meteen in of de
smeltveiligheden branden
door.
Voedingskabel beschadigd.
Controleren en de onderdelen eventueel vervangen.
Elektromotor in kortsluiting.
Thermische beveiliging of smeltveiligheden niet
geschikt voor stroom van de motor.
Overbelasting van de motor.
De
werkomstandigheden
van
de
elektropomp
controleren en de beveiliging resetten.
De elektropomp start maar
na korte tijd schakelt de
thermische beveiliging in of
branden
de
smeltveiligheden door.
Fase van de netstroom uitgevallen.
De voeding controleren.
Voedingsspanning niet binnen de grenzen van de
motor.
De
werkomstandigheden
van
de
elektropomp
controleren.
Schakelkast
op
een
te
warme
plaats
geïnstalleerd of blootgesteld aan rechtstreeks
zonlicht..
De schakelkast tegen warmtebronnen en de zon
beschermen.
De elektropomp start maar
na een min of meer lange
tijd schakelt de thermische
beveiliging in.
Vreemde voorwerpen in de pomp waardoor de
waaiers geblokkeerd worden.
De pomp demonteren en schoonmaken.
Pomp levert een grotere opbrengst dan de op het
typeplaatje aangegeven grens.
De afsluitklep na de pomp gedeeltelijk dichtdraaien
totdat de geleverde opbrengst binnen de vastgestelde
grenzen blijft.
Pomp overbelast omdat de pomp een dikke en
viskeuze vloeistof aanzuigt.
Het daadwerkelijk benodigde vermogen op basis van de
kenmerken van de verpompte vloeistof controleren en
de motor vervangen.
Lagers van de motor versleten.
De lagers of de motor vervangen.
De elektropomp schakelt in
maar de prestaties zijn niet
voldoende.
Draairichting onjuist (driefase model).
De draairichting controleren en indien nodig twee fase in
de motor of in de schakelkast verwisselen.
Pomp zuigt niet aan omdat pomp niet volloopt.
De aanzuigprocedure herhalen en controleren of er geen
lekken uit de mechanische asafdichting zijn.
Pomp zuigt niet aan vanwege gebrekkige
dichtheid van de aanzuigleiding of de bodemklep.
De perfecte dichtheid van de aanzuigleiding en de
bodemklep controleren en controleren of er geen lekken
uit de mechanische asafdichting zijn.
Lucht in de leidingen of pomp.
De lucht laten ontsnappen.
Hoogteverschil tussen pomp en water of
drukverliezen op aanzuiging te hoog.
De werkomstandigheden van de pomp controleren.
Indien nodig het hoogteverschil verkleinen en/of de
diameter van de aanzuigleiding vergroten.
Leidingen of pomp verstopt.
Demonteren en schoonmaken.
Kleppen in gesloten of gedeeltelijk gesloten stand
geblokkeerd.
Demonteren en schoonmaken en de klep indien nodig
vervangen.
De hoofdbeveiliging van de
installatie schakelt in.
Kortsluiting.
De elektrische installatie controleren.
De aardlekbeveiliging van
de installatie schakelt in.
Aardlekken.
De isolatie van de onderdelen van de elektrische
installatie controleren.
Als de pomp uitgeschakeld
wordt draait de pomp in de
tegenovergestelde richting.
Lekken uit de aanzuigleiding.
Eventuele lekken vaststellen.
De onderdelen repareren of vervangen.
Lekken uit de bodem- of balkeerklep.
Lucht in de aanzuigleiding.
De lucht laten ontsnappen.
De pomp start te vaak.
Lekken uit de bodem-/balkeerklep of in de
installatie.
Controleren om de lekken vast te stellen.
De onderdelen repareren of vervangen.
Membraan van eventuele autoclaaf defect of niet
voorgevuld met lucht.
De speciale aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van
de autoclaaf lezen.
De pomp trilt en heeft een
lawaaierige werking.
Pomp werkt in cavitatie.
De gewenste opbrengst verminderen door de afsluitklep
na de pomp gedeeltelijk dicht te draaien. Als het
probleem voortduurt de werkomstandigheden van de
pomp controleren (hoogteverschillen, drukverliezen,
temperatuur van de vloeistof enz.).
Lagers van de motor versleten.
De lagers of de motor vervangen.
Vreemde voorwerpen in de pomp tussen de
waaiers en de diffusoren.
De pomp demonteren en schoonmaken.
Содержание Lowara e-SV Series
Страница 221: ...it en fr de es pt nl da no sv fi is et lv lt pl cs sk hu ro bg sl hr sr el tr ru uk ar 221 Figure V ...
Страница 223: ...it en fr de es pt nl da no sv fi is et lv lt pl cs sk hu ro bg sl hr sr el tr ru uk ar 223 Figure Y 1 3 5 10 15 22 SV ...
Страница 224: ...it en fr de es pt nl da no sv fi is et lv lt pl cs sk hu ro bg sl hr sr el tr ru uk ar 224 Figure W 33 46 66 92SV ...
Страница 225: ...it en fr de es pt nl da no sv fi is et lv lt pl cs sk hu ro bg sl hr sr el tr ru uk ar 225 Figure Z 125SV ...