
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
17/31
IST12-2D652CT_rev.3 04-21
NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie en beide moeten vóor gebruik zorgvuldig worden gelezen.
Let op!
Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 567:2013 / 12278:2007.
Deze nota bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de)
volgende product(en): poelie/touwblokkering RollnLock.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
EN 567:2013 - Bergbeklimmingsapparatuur: touwblokkeringen. EN
12278:2007 - Bergbeklimmingsapparatuur. Dit product is een persoonlijk be-
schermingsmiddel (PBM) tegen vallen van een hoogte en voldoet aan verordening
(EU) 2016/425.
1.1 - Beoogd gebruik.
Deze apparatuur is ontworpen voor de volgende toepas-
singen: bescherming tegen het vallen van een hoogte (EN 12278); bescherming
tegen het vallen van een hoogte en bescherming tegen een lichte val van een
hoogte (EN 567).
Opgelet!
Als deze apparatuur wordt gebruikt om de lengte
van koorden aan te passen, dan zal hij niet beschermen tegen de bovenstaande
risico’s.
2) AANGEMELDE INSTANTIES.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M1; M6; N1.
3) BENAMING
(Afb. 2.1). A) Mobiele zijplaat. B) Vaste zijplaat. C) Bus. D)
Verbindingsgat. E) Vergrendelingsnok. F) Schijfpositiehendel. G) Poelie. H) Schijf-
positiepen.
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5).
4.1 - Algemee
n (Afb. 2.2-2.3). Indicaties: 11; 4; 6; 7; 8; 11; 12; 13; 30)
Pictogram dat de maximale belasting toont in kN, in poeliestand; 31) Correcte
wijze van openen; 32) Diameterbereik van bruikbare touwen; 33) Pictogram dat
de maximale belasting toont in kN, in touwblokkeringsstand; 34) Correcte wijze
van gebruik.
4.2 - Traceerbaarheid
(Afb. 2.2-2.3). Indicaties: T1; T3; T8.
5) CONTROLES.
Naast onderstaande controles, moet voldaan worden aan de beschrijving van de
algemene instructies (paragraaf 3).
Alvorens elk gebruik hiervan, verifieer het volgende: de nok draait vrij zonder
vast te lopen en de veer sluit goed in de blokkeringspositie; er ontbreken geen
tanden en er is geen slijtage; de gekozen connector voor het vastzetten van de
apparatuur werkt op symmetrische wijze (Fig. 10.3÷10.5); de borgring die in het
bevestigingsgat van het apparaat is geplaatst, draait vrij.
Tijdens elk gebruik: verifieer altijd dat het touw goed in het apparaat is geplaatst;
de poelie en het touw mogen niet tegen elkaar aan leunen of de snijranden en
schurende materialen raken (Fig. 10.7-10.8); zorg dat het touw altijd gespannen
is om mogelijke vrijval te voorkomen; vermijd slaphangend touw tussen de anker-
sluiting en de bevestiging van het harnas.
6) COMPATIBILITEIT.
Dit product kan alleen worden gebruikt met EG-gemarkeerde apparaten: werk- of
bergbeklimmersuitrusting zoals aansluitingen (EN 362/EN 12275), harnassen
(EN 12277/EN 358/EN 813), touwen (EN 1891/EN 892) enz.
6.1 - Touwen.
Moet worden gebruikt met touwen (kern + ommanteling) statisch of
semi-statisch (EN 1891) of dynamisch (EN 892) Ø 8÷13 mm.
Opgelet!
Niet ge-
bruiken op metalen kabels.
Opgelet!
In uitzonderlijke gevallen kunt u het apparaat
ook gebruiken met spanband 10÷16 mm (zie paragraaf 11).
6.2 - Connectoren.
Om het apparaat te verbinden met het ankerpunt, gebruikt u
alleen de connectoren die bij de vergrendelingsinrichting worden geleverd.
7) GEBRUIKSINSTRUCTIES
Het apparaat wordt ontworpen voor het gebruik in verschillende standen:
blok-
keerstand
- ideaal voor het omhoog halen van een touw (Fig. 3-4);
bergingsstand
- ideaal voor het bergen van ladingen of redden van personen (bijv. bergen van
materiaaltassen, of het redden van personen in gletscherspleten) (Fig. 5-6-9);
en-
kele poeliestand
- het touw draait vrij in beide richtingen (Fig. 7).
7.1 - Waarschuwingen.
Het apparaat is ontworpen voor het gebruik in weersom-
standigheden die gewoonlijk door de mens kunnen worden weerstaan (bedrijf-
stemperatuurbereik tussen -30°C en +40°C). Voor de veiligheid van de gebruiker
is het heel belangrijk dat het apparaat of het ankerpunt altijd in de goede positie
zijn geplaatst en dat het werk kan worden uitgevoerd op dusdanige wijze dat het
risico van vallen en de valhoogte geminimaliseerd zijn.
8) VERGRENDELINGSSTAND.
8.1 - Installatie.
Haal de mobiele zijplaat naar boven en draai hem 180° om
deze te openen (Fig. 3.1). Haal het touw door in de correcte richting (Fig. 3.2),
en draai de zijplaat vervolgens in de gesloten positie (Fig. 3.3).
Opgelet!
Contro-
leer dat de zijplaat perfect aansluit op de bus (Fig. 3.4). Plaats de connector in
het gat en verbindt deze met het harnas (Fig. 3.5). Controleer dat het apparaat
goed werkt en het touw in de correcte richting is geplaatst. (Fig. 3.6)
.
Opgelet!
Om het touw te verwijderen, moeten de handelingen van Fig. 3.1 tot Fig. 3.5 in
de tegenovergestelde volgorde worden uitgevoerd.
8.2 - Gebruik.
Het apparaat glijdt vrij opwaarts en vergrendelt in positie. Voor
het beklimmen aan een touw, trekt u parallel op het touw naar beneden (Fig.
4.2). Wees voorzichtig als u bij de anker-/of verdeelpunten komt. In geen geval
moet de touwblokkering worden gebruikt als de potentiële valfactor hoger is dan
1 (Fig. 10.2), d.w.z. de gebruiker moet te allen tijde onder het apparaat en/
of ankerpunt blijven (Fig.10.1).
Opgelet!
Bij een valfactor hoger dan 1 kan het
touw breken.
Opgelet!
Voor het beklimmen aan een verticaal touw, dient Rollnlock
te worden gebruikt in combinatie met een ander touwblokkeringsapparaat dat
met het harnas is verbonden.
Opgelet!
Dit apparaat is niet ontworpen voor het
gebruik tijdens afdalingen maar kan voor korte afstanden worden gebruikt zoals
volgt: bevrijd de belasting van het apparaat om de nok gedeeltelijk te openen
(1), verplaats de touwblokkering naar beneden (2) en breng de belasting weer
aan (Fig. 4.3).
9) POELIESTAND BIJ BERGING.
Volg de instructies onder punt 8.1, Installatie en verbind de connector met het
ankerpunt (zie tekeningen 5.1-5.6).
9.1 - Gebruik.
Als het apparaat met het ankerpunt is verbonden, kan het touw
in één richting lopen (Fig. 6.1-6.2), en vergrendelt het in de tegenovergestelde
richting (Fig. 6.3). Met Rollnlock kunt u een enkele reddingstakel of verschillende
reddingstakels creëren. De afbeeldingen tonen sommige gebruiksvoorbeelden:
zelfhijsend uit een gletscherspleet (Fig. 9.1-9.2); redding uit een gletscherspleet
als de alpinist mee kan werken (Fig. 9.3-9.4); redding uit een spleet van een
alpinist die niet mee kan werken, met behulp van één (Fig. 9.5-9.7) of twee
Rollnlock (Fig. 9.6).
10) ENKELE POELIESTAND.
Als u van de bergingspoeliestand naar de enkele poeliestand wilt wisselen, be-
weeg dan de positiehendel totdat de pen “H” sluit (Fig. 7.1-7.4).
Opgelet!
Als u
dit doet, houd dan het touw van het apparaat met één hand vast. Om van enkele
poelie naar bergingspoelie te wisselen, haalt u de hendel van de pen af “H”.
10.1 - Gebruik.
Als de nok in de open positie vergrendeld is, kan het touw vrij
door het apparaat lopen in beide richtingen (Fig. 7.5). Zorg dat het apparaat
goed werkt. (
Fig. 7.6):
Veilige werkbelasting. (
Fig. 7.7):
Breukbelasting.
11) INSTELSTAND STROP
De Rollnlock kan worden gebruikt voor de lengteafstelling van een touw (Fig. 8.1)
of een daisy chain (Fig. 8.2), dat aan het harnas wordt verbonden door middel
van een knoop.
Opgelet!
Uitzonderlijke toepassing en niet gedekt door de EN
567 norm: moet niet worden gebruikt voor bescherming tegen het vallen van
een hoogte.
Opgelet!
Als er een bandlus wordt gebruikt, kan de vrije rand met
een connector worden verbonden door middel van een knoop waardoor twee
delen van de lus niet kunnen glijden (bijv. een mastworp, enz).
Opgelet!
Alleen te
gebruiken met banden van een breedte tussen 10 en 16 mm.
Doodsgevaar!
Bij
het gebruik van een bandstrop, moet het apparaat nooit alleen aan één zijde van
de lus worden vastgemaakt (Fig. 8.4).
12) SYMBOLEN.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 15): F1;
F2; F3; F9.