17
Inbouw en reparatie van
de kachel mogen alleen
door een vakbekwaam
monteur worden uitge-
voerd.
Voor begin van de
werkzaamheden moet eerst
deze inbouwhandleiding
zorgvuldig worden doorgeno-
men!
Gebruiksdoel
Dit apparaat is ontworpen
voor gebruik in campers, ca-
ravans en boten. Andere toe-
passingen zijn mogelijk na
overleg met Truma.
Toelating
Conformiteitsverklaring:
De Trumatic C is door de
DVGW gekeurd en is con-
form de EG-richtlijn voor
gastoestellen (90/396/EWG)
evenals de andere geldende
EG-richtlijnen. Voor EU-lan-
den is het CE-product-identifi-
catienummer beschikbaar:
C 3402: CE-0085AS0121
C 6002: CE-0085AS0122
De kachel mag worden ge-
bruikt in door personen ge-
bruikte ruimtes (van motor-
voertuigen) en ook tijdens het
rijden.
Inbouw in de binnenruimte
van autobussen en in voer-
tuigen voor transport van ge-
vaarlijke stoffen is niet toege-
staan. Bij inbouw in speciale
voertuigen moeten de daar-
voor geldende voorschriften
worden nageleefd.
Bij een keuring of service-
beurt van het voertuig con-
form §§ 19, 20 en 21 StVZO
moet ook de inbouw worden
gekeurd. Bij inbouw achteraf
moet § 19 StVZO in acht wor-
den genomen.
Algemene typegoedkeu-
ring van de constructie
door de Duitse automo-
bielinspectie
C 3402:
S 300
C 6002:
S 301
Voorschriften
Elke verandering aan het toe-
stel (incl. de rookgasaf-voer-
buis en de schoorsteen) of het
gebruik van niet-originele
Truma-reserveonderdelen of
accessoires die belangrijk zijn
voor het functioneren van het
toestel evenals het niet in acht
nemen van de instructies in de
Inbouwhandleiding en de
Gebruiksaanwijzing maken de
garantie ongeldig en hebben
tot gevolg dat aansprakelijk-
heidseisen komen te vervallen.
Bovendien vervalt hierdoor de
gebruikstoelating voor het ap-
paraat en in sommige landen
ook voor het voertuig.
De bedrijfsdruk voor de
gastoevoer, 30 mbar (resp.
28 mbar butaan/37 mbar
propaan) of 50 mbar, moet
gelijk zijn aan de bedrijfs-
druk van het apparaat (zie
fabrieksplaatje).
Het jaartal van de eerste
ingebruikname moet op
het fabrieksplaatje ver-
meld zijn.
Bij inbouw van het appa-
raat dienen de technische
en administratieve voor-
schriften van het land
waarin het voertuig voor
het eerst wordt toegelaten
te worden nageleefd.
In Duitsland bijvoorbeeld,
moeten de gasapparaten, de
opstelling van de flessen, de
leidingen evenals de afname
en gasdichtheidscontrole vol-
doen aan de bepalingen in
G 607 voor vloeibaar-gasin-
stallaties in voertuigen,
Bij industrieel genutte voertui-
gen dient er rekening te wor-
den gehouden met de over-
eenkomstige ongevallenpre-
ventievoorschriften van de
ongevallenverzekeringen
(BGV D 34).
Meer informatie over de voor-
schriften in de verschillende
landen kunt u aanvragen bij
onze dealers in het buitenland
(zie de Gebruiksaanwijzing).
Rookgasafvoerleidingen en
schoorstenen moeten zoda-
nig worden geplaatst dat
wordt vermeden dat rookgas-
sen in de binnenruimte van
het voertuig terecht kunnen
komen. De werking van es-
sentiële onderdelen van het
voertuig mag niet worden ge-
hinderd. De opening van de
rookgas-afvoerbuis moet op-
zij of naar boven zijn gericht.
Verdeling van warme lucht:
De aanzuigopeningen voor
warme lucht moeten zodanig
zijn geplaatst dat wordt ver-
meden dat onder normale
Trumatic
C 3402, C 6002
Verwarming op
vloeibaar gas met
ingebouwde boiler
(Speciale versie met
extra elektroverwar-
ming 230 V, 450 W
voor warmwater)
Inbouwhandleiding
werkingsomstandigheden uit-
laatgassen van de voertuig-
motor of de kachel worden
aangezogen. Bij de inbouw
moeten maatregelen worden
genomen om te voorkomen
dat de in het interieur van het
voertuig gebrachte verwar-
mingslucht kan worden ver-
ontreinigd (bijv. door oliedam-
pen). Aan deze voorwaarde
wordt bijvoorbeeld voldaan
bij luchtkachels in recircula-
tiestand (zowel bij inbouw
binnen als bij inbouw buiten).
(Bij frisse-luchtgebruik mag
de frisse lucht niet uit de mo-
torruimte of uit de buurt van
de uitlaat of de rookgasaf-
voerschoorsteen van de ka-
chel worden aangezogen.)
Aanwijzingen voor de
inbouw in boten
De inbouw in booten moet
geschieden volgens EN
ISO 10239 („Installaties met
vloeibaar gas; kleine water-
voertuigen“) of volgens de
technische en administratieve
voorschriften van het land,
waarin de boot voor het eerst
werd geregistreerd.
In Duitsland dienen voor
sportboten de „technische
regels“ van het DVGW-werk-
blad G 608 en voor de be-
roeps-binnenscheepvaart de
„Richtlijnen voor bouw, uit-
rusting, keuring en werking
van vloeibare gasinstallaties
voor huishoudelijke doelein-
den op vaartuigen in de bin-
nenscheepvaart“ (BGR 146)
in acht te worden genomen.
Vervolgens mag de vloeibare
gasinstallatie alleen door de
ongevallenverzekering in de
binnenscheepvaart erkende
installateurs worden inge-
bouwd en door deskenigen
van deze ongevallenverzeke-
ring worden gekeurd. In an-
dere landen dienen de aldaar
geldende voorschriften te
worden opgevolgd.
Meer informatie over de voor-
schriften in de verschillende
landen kunt u aanvragen bij
onze dealers in het buitenland
(zie de Gebruiksaanwijzing).
Verdere inbouwinstructies
kunnen aan de Truma-in-
bouwaanwijzing voor boots-
verwarmingen worden ont-
leend.
1
Plaatskeuze
Het apparaat en de rookgas-
afvoer moeten zo worden ge-
plaatst dat deze altijd goed
toegankelijk zijn voor onder-
houdswerk-zaamheden en
makkelijk in- en uitgebouwd
kunnen worden.
Om te zorgen voor een gelijk-
matige verwarming van het
voertuig moet de kachel zo
centraal
mogelijk in het voer-
tuig worden opgesteld, bij-
voorbeeld in een kleerkast, in
stouwruimten en dergelijke.
De montage moet voldoende
hoog plaatsvinden, zodat de
luchtverdelingsbuizen met
ongeveer gelijke lengte kun-
nen worden gelegd.
Maak hiervoor een opening
van minstens 480 x 480 mm
of verwijder camouflagepane-
len.
Let op:
om mensen minder
gevaar te laten lopen door
losraken van de kachel bij een
ongeval, kan de bovenste af-
dekplaat van de inbouwkast
(figuur C: 30) gelijkliggend
met de kachel aan de overige
meubelgedeelten worden
vastgeschroefd. Anders moet
haaks op de rijrichting (vooral
bij inbouw aan de achterkant
van het voertuig) een stabiele
meubelconsole vóór (naast)
de kachel worden aange-
bracht (figuur C: 31). Hiertoe
kan een vaste lijst (min. 30 x
50 mm) of een inschuifplaat
op een hoogte van ong.
200 mm boven de voertuig-
vloer op een stabiele meubel-
console worden aangebracht.
Let op:
onder het apparaat
mag zich geen warmtegevoe-
lig materiaal bevinden (ka-
bels, tapijt, enz.), aangezien
aan de onderkant van het ap-
paraat hoge omgevings-
temperaturen mogelijk zijn!
U mag een elektrische of wa-
terleidningen op de isolatie
van het apparaat bevestigen,
anders kunnen elektrische
onderdelen binnen in het ap-
paraat beschadigt raken.
Bij montage aan de kant van
de eventuele voortent, vooral
bij caravans, wordt het ge-
bruik van een wand-schoor-
steen afgeraden en een dak-
schoorsteen aangeraden.
Voor woonwagens met een
isolatiedak zijn een speciaal
schoorsteenverlengstuk en
een isolatiedakdoorvoering
verkrijgbaar (zie de Gebruiks-
aanwijzing).
Schoorstenen dienen zodanig
te zijn opgesteld dat binnen-
dringen van rookgassen in
het interieur niet te verwach-
ten is. Houd er daarom bij
keuze van een plaats rekening
mee dat direct erboven en
30 cm opzij geen te openen
vensters, luiken of ventilatieo-
peningen mogen zijn. Wan-
neer dit niet mogelijk is, dient
een aan de binnenzijde van
het venster (resp. van het