18
5
De dakschoorsteen
monteren
Figuur F:
monteer de dak-
schoorsteen tegen een zo
loodrecht mogelijke wand,
die aan alle zijden door de
wind kan worden bereikt.
Boor een opening Ø 83 mm
op een afstand van minstens
65 mm van een eventuele zij-
wand (eventuele holle ruim-
ten rond de schoorsteenope-
ning met hout opvullen). Af-
dichten met behulp van de
meegeleverde rubberen pak-
king (20), zonder gebruik van
andere dichtingsmiddelen!
Schuif de rubberen pakking
(20) over het schoorsteen-ge-
deelte (21). Steek de schoor-
steen via de bovenkant door
het dak en bevestig de
schoorsteen aan de binnen-
kant met behulp van een
schroefring (22).
Monteer de schoorsteen-af-
dekkap (23) en bevestig deze
met 2 schroeven (24).
Let op: de rookgasuitlaat-
openingen (25) moeten
dwars op de rijrichting
worden gemonteerd, de
opdruk „FRONT“ (26)
moet in de rijrichting wij-
zen.
Schuif de buisklem (7) over
de gecombineerde aan-/af-
voerbuis.
Druk de afvoerbuis (1) aan
het uiteinde dicht, zodat de
windingen tegen elkaar lig-
gen, en schuif de O-ring (27)
op het aansluitstuk (28).
Plaats de buisklem (4) en
schroef deze vast. Schuif de
verbrandingsluchttoevoerbuis
(5) over het aansluitstuk (29)
en zet deze vast met de buis-
klem (7).
Bevestig de gecombineerde
aan-/afvoerbuis met minstens
3 ZRS-buisklemmen (17) te-
gen de wand.
Let op:
na elke demontage
moet een nieuwe O-ring wor-
den geplaatst!
6
Het apparaat
bevestigen
Plaats het apparaat in de in-
bouwpositie en zet het met
de 3 meegeleverde bevesti-
gingsschroeven B 5,5 x 25
goed op een geschikte onder-
grond (multiplex, gelamineer-
de houten lijst of metalen on-
dergrond) vast.
7
Warmelucht-verde-
ling en recirculatie
Warmeluchtverdeling
Het warme-luchtsysteem is
voor elk voertuigtype afzon-
derlijk volgens een modulair
principe ontworpen. Er zijn
dan ook heel wat accessoires
beschikbaar (zie catalogus).
Schema’s met de optimale in-
bouwsituaties voor warme-
luchtinstallaties in alle gang-
bare soorten caravans en
campers kunnen gratis wor-
den aangevraagd bij de Tru-
ma Servicecentrale.
Bij de Trumatic C 6002
moet op de vier warme-
luchtuitlaten een UR-buis
Ø 65 mm (art.nr. 40230-00)
worden aangesloten.
Bij de Trumatic C 3402 kun-
nen alle vier of enkel drie war-
melucht-uittredingen worden
bezet. De niet bezette uittre-
ding voor warmelucht wordt
met behulp van een sluitings-
deksel VD (art.nr. 40352-00)
afgesloten.
Opmerking:
bij gebruik van
de buis VR Ø 72 mm tot aan
de eerste luchtuitlaat blijft het
luchtgeraas tot een minimum
beperkt. Als u een dergelijke
buis wilt aansluiten, moet de
verloophuls uit het luchtuit-
laataansluitstuk worden ver-
wijderd.
Recirculatie
De circulatielucht wordt van
het toestel weer aangezogen,
of direkt via een ca. 150 cm
2
grote opening vanuit de
woonruimte naar de inbouw-
ruimte of via meerdere kleine
openingen met dezelfde
totale oppervlakte.
8
Gasaansluiting
De gastoevoerleiding Ø 8 mm
wordt met een knelkoppeling
op het aansluitstuk aangeslo-
ten. Houd deze bij het aan-
draaien stevig vast met een
tweede sleutel!
Let op:
het gasaansluitstuk
op het toestel mag niet wor-
den ingekort of verbogen.
Zorg ervoor dat bij het aan-
sluiten op de boiler de gaslei-
dingen vrij zijn van vuil, splin-
ters en dergelijke!
De buizen moeten zodanig
worden geplaatst dat het toe-
stel makkelijk kan worden uit-
gebouwd voor onderhouds-
werkzaamheden.
luik) aangebracht waarschu-
wingsbord te waarschuwen
dat het venster resp. luik tij-
dens het bedrijf gesloten
moet blijven. Ventilaties voor
koelkasten dienen dan geslo-
ten naar het interieur te wor-
den uitgevoerd.
2
Afvoer van rookgas
Voor de Trumatic C mag al-
leen Truma-rookgas-afvoer-
buis AA-3 (art.nr. 39320-00)
of bij inbouw in boten de
roestvrijstalen Truma-rook-
gasafvoerbuis AEM 3 (art.nr.
39360-00) en de verbran-
dings-luchttoevoerbuis ZR
(art.nr. 39580-00) worden ge-
bruikt, aangezien het toestel
alleen in combinatie met deze
buizen is gekeurd en toegela-
ten.
Let op:
de opgegeven leng-
tematen hebben betrekking
op de verbrandingslucht-toe-
voerbuis (pos. 5).
Maak de buizen op maat zo-
dat ze tijdens het monteren
door de opening voor de
schoorsteen naar buiten ste-
ken. De rookgasafvoerbuis (1)
moet 10 cm langer zijn (bij
korte rookgasafvoerbuizen tot
70 cm moet dit verschil
slechts 5 cm zijn). Zo vermijdt
u uitzet- en trekbelasting van
de rookgasafvoerbuis.
Toegelaten lengte van
buizen
Figuur A:
voor wand-
schoorstenen mogen buizen
met een minimale lengte van
50 cm en een maximale leng-
te van 100 cm, naar wens stij-
gend of met een verval van
max. 5 cm worden aange-
bracht.
Bij een buislengte van mini-
maal 100 cm tot maximaal
150 cm, moet de schoorsteen
met een stijgingshoek van
minimaal 45° worden aange-
bracht.
Figuur B:
voor een dak-
schoorsteen moeten buizen
tot max. 230 cm met een stij-
gingshoek van minimaal 45°
worden aangebracht.
3
De gecombineerde
aan-/afvoerbuis
op het toestel
aansluiten
Figuur D:
druk de afvoerbuis
(1) aan het begin samen, zo-
dat de windingen tegen el-
kaar liggen. Schuif een buis-
klem (4) over de rookgasaf-
voerbuis (1) en schuif een
buisklem (7) over de verbran-
dingslucht-toevoerbuis (5).
Schuif de rookgasafvoerbuis
over de O-ring (2) op het aan-
sluitstuk (3). Breng de buis-
klem (4) op de juiste plaats en
schroef deze vast. Schuif de
verbrandingslucht-toevoer-
buis (5) op het aansluitstuk (6)
en zet deze met de buisklem
(7) vast.
Let op:
na elke demontage
moet een nieuwe O-ring wor-
den geplaatst!
4
De wandschoor-
steen monteren
Figuur E:
monteer de wand-
schoorsteen tegen een zo
loodrecht mogelijke wand,
die aan alle zijden door de
wind kan worden bereikt.
Boor een opening Ø 83 mm
(eventuele holle ruimten rond
de schoorsteen met hout op-
vullen). Dicht af met behulp
van de meegeleverde rubbe-
ren pakking (8). Gestructu-
reerde oppervlakken moeten
met een plastisch carrosserie-
dichtmiddel - geen siliconen-
kit! - worden ingesmeerd.
Voordat u de gecombineerde
aan-/afvoerbuis door de ope-
ning heen steekt, moet u de
buisklem (7) over de buis
heen schuiven.
Schuif de rubberen dichting
(8) en de buisklem (4) op het
binnendeel van de schoor-
steen (9). Druk de afvoerbuis
(1) aan het uiteinde plat zodat
de windingen tegen elkaar
worden gedrukt, en schuif ze
over de O-ring (10) op het
aansluitstuk (11) (de hoek
wijst naar boven).
Plaats de buisklem (4) met
het boorgat op de bovenste
stift (met de schroef aan de
onderzijde) en schroef de
klem vast. Schuif de verbran-
dingslucht-toevoerbuis (5)
over het gekartelde aansluit-
stuk (12).
Zet het binnengedeelte van
de schoorsteen (9) met
6 plaatschroeven (14) vast,
plaats het buitengedeelte van
de schoorsteen (15) en zet het
met 2 schroeven (16) vast.
Zet de verbrandings-luchttoe-
voerbuis met de buisklem (7)
van binnenuit op het aansluit-
stuk (12) vast.
Bevestig de gecombineerde
aan-/afvoerbuis met minstens
een ZRS-buisklem (17) tegen
de wand.
Let op:
na elke demontage
moet een nieuwe O-ring wor-
den geplaatst!