87
N.B.:
❑
Gebraad in een open schotel op het rooster.
❑
Inschuifhoogte 1
Dikke, compacte stukken vlees = langere braadtijd, lagere temperatuur.
Dunne stukken vlees
= kortere braadtijd, hogere temperatuur.
❑
De braadtijd verandert nauwelijks wanneer u tegelijkertijd
twee gelijksoortige stukken
vlees die ongeveer even groot zijn
braadt.
❑
Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Braadtabel
Boven- en onderwarmte
t
Soort vlees
Braadtijd
Inschuif-
Temperatuur
in min.
hoogte
in ° C
Varkensvlees
varkensvlees met zwoerd 2 kg
(bijv. schouder of schenkel)
140 – 160
1
180 – 200
braadstuk/rollade
90 – 120
1
180 – 200
casselerrib
70 – 80
1
180 – 200
varkensfilet
40 – 50
1
200 – 220
gehakt 750 gram
60 – 70
1
180 – 200
Rundvlees
runderfilet
45 – 65
1
190 – 210
rosbief (roze)
35 – 45
1
190 – 210
Kalfsvlees
braadstuk/kalfsborst
90 – 120
1
180 – 200
schenkel
100 – 130
1
190 – 210
Lamsvlees
lamsbout
70 – 110
1
190 – 210
lamsrug
90 – 120
1
190 – 210
Gevogelte
kip 1 kg
60 – 70
1
190 – 210
eend 2 – 2,5 kg
90 – 120
1
180 – 190
gans 3 kg
130 – 170
1
160 – 180
Wild
reerug
80 – 100
1
190 – 210
braadstuk
90 – 120
1
180 – 200
wild zwijn/hert
100 – 120
1
180 – 200
Hele vis
1 kg
40 – 50
1
180 – 200
Braadtabel
t
Summary of Contents for HB 25 K Series
Page 147: ......