282
NEDERLANDS
1, 2
2
1
2
3
‘‘
0
’’
‘‘RDS’’
‘‘
1
’’
Dit is het scherm tijdens de bediening.
RT (Radiotekst)
“RT” verschijnt op de display wanneer
radiotekstgegevens worden ontvangen.
Wanneer de RDS-toets wordt ingedrukt tot “RT”
verschijnt tijdens de ontvangst van een RDS-zender,
verschijnen de tekstgegevens die de zender uitzendt.
U kunt het display uitschakelen met de cursortoetsen
0
en
1
op de afstandsbediening. Als geen
tekstgegevens worden uitgezonden, verschijnt geen
tekstgegevens “NO TEXT DATA” op het display.
OPMERKINGEN:
• Als stap 3 niet werkt, herbegin dan vanaf stap 1.
• Als de microprocessor is teruggesteld, worden de waarden van alle toetsen teruggesteld op de
standaardwaarden (de waarden ingesteld bij verzending uit de fabriek).
13
LAATSTE-FUNCTIEGEHEUGEN
• Dit toestel is uitgerust met een laatste-functiegeheugen dat de ingangs- en uitgangsinstellingen opslaat zoals
ze waren net vóór de spanning werd uitgeschakeld.
Deze functie voorkomt dat u bij het inschakelen van de spanning ingewikkelde instellingen opnieuw moet
uitvoeren.
• Dit toestel is ook uitgerust met een reservegeheugen. Deze functie bewaart de geheugeninhoud ongeveer
één week wanneer de spanningsschakelaar van het hoofdtoestel is uitgeschakeld en het netsnoer is
uitgetrokken.
14
INITIALISATIE VAN DE MICROPROCESSOR
Wanneer de aanduiding op het display niet normaal is of wanneer de bediening van het toestel niet het verwachte
resultaat oplevert, moet de microprocessor als volgt worden geïnitialiseerd.
Schakel het toestel uit met behulp van de
netschakelaar op het hoofdtoestel.
Houd de volgende PURE DIRECT-toets en de
ZONE 2-toets ingedrukt en zet de
netschakelaar van het toestel aan.
Kijk of het volledige display knippert met een
tussentijd van ongeveer 1 seconde en laat de 2
toetsen los. De microprocessor wordt
geïnitialiseerd.
15
OPLOSSING VAN PROBLEMEN
Als een probleem optreedt, moet u eerst het volgende controleren:
1. Zijn de aansluitingen juist?
2. Hebt u de ontvanger bediend volgens de bedieningsinstructies?
3. Werken de luidsprekers, platenspeler en andere componenten zoals het hoort?
Als dit toestel niet naar behoren werkt, controleer dan de in onderstaande tabel vermelde punten. Als het
probleem blijft bestaan, is er mogelijk een defect.
Schakel onmiddellijk de spanning uit en neem contact op met uw verkooppunt.
Symptoom
Oorzaak
Maatregelen
Blz.
DISPLAY licht niet op en er is geen
klank wanneer de spanning wordt
ingeschakeld.
• Netsnoer steekt niet goed in.
• Controleer of de stekker goed in het
stopcontact steekt.
• Schakel de spanning in met de
afstandsbediening na het aanzetten
van de POWER-schakelaar.
244
266
DISPLAY licht op, maar er is
geen klank.
• Luidsprekersnoeren niet stevig aangesloten.
• Onjuiste stand van de audiofunctietoets.
• Volume staat op minimum.
• MUTING (demping) staat aan.
• Er worden geen digitale signalen
ingevoerd, terwijl de digitale ingang
is ingesteld.
• Steek stevig in.
• Stel in op de juiste stand.
• Draai het volume omhoog tot een
geschikt niveau.
• Schakel MUTING (demping) uit.
• Voer digitale signalen in of selecteer
ingangsaansluitingen waarin digitale
signalen worden ingevoerd.
248
266
267
268
266
DISPLAY verschijnt niet en
spanningsindicator knippert
snel.
• Luidsprekerklemmen zijn kortgesloten.
• De ventilatie-openingen van het
toestel zijn afgedekt.
• Het toestel werkt met een continu
hoge spanning en/of wordt
onvoldoende geventileerd.
• Schakel de spanning uit, sluit de
luidsprekers juist aan en schakel
vervolgens de spanning opnieuw in.
• Schakel de spanning van het toestel uit en
ventileer het goed zodat het kan afkoelen.
Schakel de spanning opnieuw in
zodra het toestel is afgekoeld.
• Schakel de spanning van het toestel uit en
ventileer het goed zodat het kan afkoelen.
Schakel de spanning opnieuw in
zodra het toestel is afgekoeld.
248
243,
247
243,
247
Klank komt slechts uit één
kanaal.
• Onvolledige aansluiting van de
luidsprekersnoeren.
• Onvolledige aansluiting van de
ingangs-/uitgangssnoeren.
• Sluit goed aan.
• Sluit goed aan.
248
244 ~
248
Posities van instrumenten
omgekeerd tijdens
stereoweergave.
• Omgekeerde aansluiting van linkse
en rechtse luidsprekers of linkse en
rechtse ingangs-/uitgangssnoeren.
• Controleer de linkse en rechtse
aansluitingen.
248
Het opscherm-display wordt
niet getoond.
• “On screen display” staat uit op het
menuscherm van de systeeminstelling.
• Schakel “on screen display” in het
systeeminstelmenu in.
257
Zoemend geluid is hoorbaar
tijdens de weergave van een
grammofoonplaat.
• Aardingsdraad van de platenspeler
is niet goed aangesloten.
• PHONO-aansluiting is onvolledig.
• Zendantenne van TV of radio in de
buurt.
• Sluit goed aan.
• Sluit goed aan.
• Neem contact op met uw
verkooppunt.
244
244
—
Huilgeluid is hoorbaar wanneer
het volume luid staat.
• De platenspeler en de luidsprekersystemen
staan te dicht bij elkaar.
• Vloer is onstabiel en onderhevig aan
trillingen.
• Zet ze zover mogelijk uit elkaar.
• Gebruik kussens om de trillingen van de
luidsprekers overgedragen door de vloer op
te vangen. Als de platenspeler niet is
uitgerust met isolatoren, gebruik dan audio-
isolatoren (in de handel verkrijgbaar).
—
—
Klank is vervormd.
• Naalddruk te zwak.
• Vuil of stof op de naald.
• Defect platenspelerelement.
• Stel de naalddruk goed af.
• Controleer de naald.
• Vervang het element.
—
—
—
V
eel voorkomende problemen tijdens het beluisteren van CD
’s, platen, cassettes en FM-uitzendingen, enz.
Volume is zwak.
• Er wordt een MC-element gebruikt.
• Vervang door een MM-element of
gebruik een hoofdversterker of
optransformator.
244
T
ijdens de weergave van grammofoonplaten
Het hoofdtoestel vanuit de standby-modus inschakelen zonder afstandsbediening
• Druk op de spanningsschakelaar op het hoofdtoestel terwijl u de SOURCE-toets op het paneel van het
hoofdtoestel ingedrukt houdt om het toestel in te schakelen.