264
NEDERLANDS
1
2
(2) Geprogrammeerde toetsen terugstellen
DVD
2, 3, 4
1
1
2, 3, 4
3
4
Gebruik de
•
en
ª
cursortoetsen om de modus
te selecteren voor de toets die u wilt
terugstellen, en druk dan op de ENTER-toets.
• Tijdens het terugstellen knippert de
achtergrondverlichting van de LCD en
wanneer de bewerking is voltooid, verschijnt
“OK” en wordt opnieuw de normale
bedieningsstand ingesteld.
1
2
Druk op de
•
en
ª
cursortoetsen zodat “RST” op
de display van de afstandsbediening verschijnt
en druk vervolgens op de ENTER-toets.
• “PRE” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
(3) Herstellen van de systeemoproeptoetsen
DVD
2, 3, 4
1
1
2, 3, 5
3
4
Druk op de
•
en
ª
cursortoetsen om de
systeemoproepinstelling te selecteren die u wilt
terugstellen.
CALL 1
CALL 2
5
Om CALL 1 of CALL 2 terug te stellen,
selecteer “SYS CALL 1” of “SYS CALL 2”, en
druk dan op de ENTER-toets.
• Tijdens het terugstellen knippert de
achtergrondverlichting van de LCD en
wanneer de bewerking is voltooid, verschijnt
“OK” en wordt opnieuw de normale
bedieningsstand ingesteld.
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets.
• “PRE” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
Gebruik de
•
en
ª
cursortoetsen zodat “RST”
op het display van de afstandsbediening
verschijnt, en druk dan op de ENTER-toets.
• “PRE” verschijnt op het display.
Gebruik de
•
en
ª
cursortoetsen zodat “LRN”
op het display van de afstandsbediening
verschijnt, en druk dan op de ENTER-toets.
• “SEL” verschijnt op het display.
Druk tegelijkertijd op de ON/SOURCE-toets en
de OFF-toets.
• “PRE” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
Druk op de
•
en
ª
cursortoetsen zodat “CALL”
op de display van de afstandsbediening verschijnt
en druk vervolgens op de ENTER-toets.
• “SEL” verschijnt op het display van de
afstandsbediening.
Het display van de afstandsbediening
verandert als volgt bij iedere druk op de
•
en
ª
cursortoetsen.