272
NEDERLANDS
1
2
2
1
FL
C
FR
SR
SBR
SBL
SL
SW
FADER
(Afstandsbediening)
2
(Afstandsbediening)
1
Licht
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
2
1
3, 5 1, 4, 6
SELECT
1
3
4, 5, 6
Display
U kunt de Dolby Surround
Pro Logic
II
Cinema- of de
M u s i c m o d u s
rechtstreeks kiezen door
tijdens de weergave in de
Dolby Surround Pro Logic
II
-modus op de CINEMA-
of MUSIC-toets op de
afstandsbediening te
drukken.
3
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
MODE cinema
Display
4
SELECT
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
Display
MODE cinema
MODE music
MODE emulation
5
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
MODE EMULATION
CINEMA EQ
MODE CINEMA
CINEMA EQ
MODE MUSIC
PANORAMA
DIMENSION
CENTER WIDTH
6
SELECT
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
7
Dit is het scherm bij bediening met de
afstandsbediening.
Dit is het scherm bij bediening met de
afstandsbediening.
Het kanaal met de laagste niveau-instelling kan
worden verzwakt tot –12 dB met behulp van de
faderfunctie.
Als de kanaalniveaus afzonderlijk worden ingesteld
na het regelen van de fader, worden de
instelwaarden van de fader gewist en dient u de
fader opnieuw in te stellen.
Faderfunctie
• Deze functie stelt u in staat om het volume van de voorste kanalen (FL, C en FR) of de achterste kanalen (SL,
SR, SBL en SBR) samen te verlagen. Op die manier kan u bijvoorbeeld de geluidsbalans tussen de
verschillende posities instellen tijdens de weergave van meerkanalen-muziekbronnen.
Kies “FADER”.
Dit wordt enkel getoond bij het instellen van de fader
Bij elke druk op de toets verandert het kanaal
als volgt.
Druk op de toets
0
om het volume van de voorste
kanalen te verlagen en op de toets
1
om het
volume van de achterste kanalen te verlagen.
De faderfunctie heeft geen
invloed op de kanalen SW.
Dolby Surround Pro Logic
II
-stand
Kies de stand Dolby Surround Pro Logic
II
.
• De Dolby Pro Logic-indicator licht op.
Geef een programmabron weer die voorzien is van het logo
.
• Raadpleeg de handleidingen van de desbetreffende componenten voor bedieningsvoorschriften.
OPMERKING:
• Er zijn vier Dolby Surround Pro Logic-standen
(NORMAL, PHANTOM, WIDE en 3 STEREO).
De AVR-3803 stelt de stand automatisch in
overeenkomstig de luidsprekertypes die zijn ingesteld
tijdens de systeeminstelprocedure. (Blz. 250).
Stel de surroundparameterstand in.
Het on-screen display verschilt, afhankelijk van het feit of de bediening
vanaf het hoofdtoestel of met de afstandsbediening wordt uitgevoerd.
Kies de weergavestand.
Kies de diverse parameters. (Zie “Surroundparameters
q
” voor een beschrijving van de diverse parameters).
Wanneer de parameters worden ingesteld via
het on-screen display met behulp van de
afstandsbediening in de MUSIC-stand, stel
dan het symbool “
” in op “OPTION
0
”
met de cursortoetsen
•
en
ª
, en druk dan op
de cursortoets
0
.
Druk op de ENTER-toets om terug te keren
naar het vorige scherm.
Stel de diverse surroundparameters in.
Wanneer de surroundparameters worden
ingesteld met de toetsen op het hoofdtoestel,
stop dan met het bedienen van toetsen na het
voltooien van de instellingen. De instellingen
worden automatisch vastgelegd en na enkele
seconden verschijnt opnieuw het normale display.
Wanneer de instellingen worden gemaakt met de toetsen
op de afstandsbediening, drukt u op de SURROUND
PARAMETER-toets om de instellingen te voltooien.