123
•
Werk nooit terwijl personen, vooral kinderen of huisdieren, in
de buurt zijn.
•
Laat andere personen, vooral kinderen, niet het werktuig of
de motor aanraken.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
•
Werk nooit zonder geschikte veiligheidsuitrusting:
−
draag geen wijde kleding of sierraden, ze kunnen worden
gegrepen door bewegende delen
−
veiligheidsbril
−
Gehoorbescherming
−
slipvrije laarzen (veiligheidsschoenen) met snij- en
teenbescherming
−
brandblusser en schop (er kunnen gedurende het werken
vonken ontstaan)
−
eerste-hulp-materiaal
−
eventueel mobiele telefoon
Veiligheidsinstructies – Vóór het werk
Voer vóór de ingebruikname en regelmatig gedurende het
werken de volgende controles uit. Houdt alstublieft in ieder
geval rekening met de overeenkomstige paragraven in de
gebruiksaanwijzing:
•
Werd het toestel geheel en volgens de voorschriften
gemonteerd?
•
Is het toestel in goede en veilige toestand?
•
Zijn de handgrepen schoon en droog?
•
Ga voor aanvang van de werkzaamheden na of:
−
zich in het werkbereik geen andere personen, kinderen of
dieren bevinden
−
u zonder hinder van obstakels kunt terugwijken
−
een veilige houding is aangenomen.
•
Is de werkplaats vrij van struikelgevaren? Zorg dat uw
werkomgeving in orde is. Rommel kan ongevallen
veroorzaken. - Gevaar van struikelen!
•
Houdt rekening met de omgevingsinvloeden:
−
Werk nooit bij ontoereikende lichtverhoudingen (bv bij
mist, regen, sneeuwjacht of schemering).
−
Gebruik het toestel niet in de nabijheid van brandbare
vloeistoffen of gassen – brandgevaar!
−
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaren die tegenover andere personen of hun
eigendom optreden.
Veiligheidsinstructies - Bediening
•
Zaag nooit met één hand.
Houdt het toestel goed vast met
twee handen.
•
Werk nooit
−
met gestrekte armen
−
aan moeilijk te bereiken plekken
−
boven schouderhoogte
•
Zorg vooral op schuine vlakken of op vochtige ondergrond
voor een
stabiele
stand en houdt altijd het evenwicht.
Gebruik het toestel alleen stapvoets.
•
Volg de veiligheidsafstand op die door de handgreep wordt
voorgegeven.
•
Nooit de bedienarmen gedurende het werken verstellen.
Gevaar van ongelukken!
•
Wees bijzonder oplettend, wanneer u de machine draait of in
uw richting trekt.
•
Wanneer de motor draait, het toestel niet:
-
oplichten en ronddragen
•
Attentie! De hakwerktuigen draaien na. Wacht tot deze
helemaal stilstaan.
•
Schakel bij pauzes het toestel uit en leg het zo neer, dat
niemand wordt bedreigd. Het toestel beveiligen tegen
onbevoegd gebruik.
Veiligheidsinstructies – Gedurende het werk
•
Werk nooit alleen.
Houd voortdurend mondeling en visueel
contact met andere personen, zodat in geval van nood
onmiddellijk hulp kan worden geboden.
•
Stop meteen de motor bij dreigend gevaar of in geval van
nood.
•
Laat de machine nooit zonder toezicht draaien.
•
De motorzaag produceert schadelijke stoffen.
Laat de machine nooit in gesloten of slecht
geventileerde ruimten draaien. Zorg voor voldoende
luchtvervanging, wanneer u in inzinkingen, sloten of
benauwde omgevingen werkt.
Er bestaat het gevaar van
een koolmonoxidevergiftiging of dood door verstikking!
•
Beëindig de werkzaamheden direct, wanneer lichamelijk
ongemak optreedt (bv hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid,
enz.) – er staat een verhoogd gevaar voor ongelukken!
•
Overbelast het toestel niet! U werkt beter en zeker met de
juiste belasting van de machine.
•
Leg tijdens het werk pauzes in, zodat de motor kan afkoelen.
•
Zet het heet geworden toestel niet in het droge gras of op
brandbare voorwerpen.
•
Raak de geluiddemper en motor nooit aan als de zaag draait
of kort nadat de zaag gestopt is. Pericol de ardere!
Algemene veiligheidsvoorschriften
•
Onderhoudt het toestel met zorgvuldigheid:
−
Volg de onderhoudsinstructies en de instructies voor de
werktuigwissel.
−
Hou de handgrepen vrij van vet en olie.
•
Monteer alleen de voor het toestel bepaalde werktuigen.
Het gebruik van andere werktuigen en andere toebehoren
kan een verwondingsgevaar voor u betekenen.
•
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
−
Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet zorgvuldig
worden onderzocht of de beschermingsvoorzieningen en
licht beschadigde onderdelen foutloos en volgens de
voorschriften functioneren. Werk alleen met alle en op de
juiste wijze aangebrachte veiligheidsvoorzieningen en
verander aan het toestel niets, dat de veiligheid zou
kunnen belemmeren.
−
Controleer of alle bewegende delen van de machine goed
functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn. Alle delen
Summary of Contents for MHB 40
Page 2: ......
Page 48: ...48 L C Start MAX MIN Stop I 0...
Page 49: ...49 MHB 40 7 76 m s K 1 5 m s MHB 60 7 04 m s K 1 5 m s t 10 C L L 18...
Page 50: ...50 Montieren Sie nur die f r das Ger t bestimmten Werkzeuge...
Page 51: ...51 C...
Page 54: ...54 14 19 L 20 14 1 3 45 10 44 43 4 L...
Page 55: ...55 L 5 a 4 10 16 18...
Page 58: ...58 L j L C L...
Page 59: ...59 8 25 100...
Page 60: ...60...