Stanley 00496014, Инструкция по эксплуатации и обслуживанию

Страница: 168 / 300

6.7 TREKKER
• Verwijder, met het gereedschap in de bankschroef, de pen
26
met een pendrijver*.
• Verwijder de trekker 25 , de pen 22 , de roller 23 en de duwwig 24 .
• Druk voorzichtig op de kop van de trekkerstang 20 en verwijder deze samen met de ‘O’-ringen 7 en 21 , de geleider 19 ,
de lipafdichting 18 en de stop 17 .
• Monteer in de omgekeerde volgorde van het demonteren. Zorg ervoor dat de lip van de lipafdichting
18
naar de kop
van het gereedschap gericht is.
6.8 WARTEL LUCHTINLAAT (74200-12700)
• Verwijder de schroef
40
en de sluitring
39
met een inbussleutel*.
• Verwijder de inlaatwartel
38
.
• Schroef de dubbele mannelijke koppeling 41 van de inlaatwartel 38 en verwijder de nylon sluitring 33 .
• Verwijder de geboorde bout 37 met een sleutel*.
• Verwijder de twee nylon sluitringen
33
en het luchtinlaatblok
35
.
• Verwijder de borgring
97
van de dubbele mannelijke koppeling
41
met een klemringtank en trek het gesinterd filter
96
terug.
• Monteer in de omgekeerde volgorde van het demonteren.
• Verwijst naar items die zijn inbegrepen in de 74200 onderhoudskit. Voor een volledige lijst, zie pagina 166.
Itemnummers die vet gedrukt zijn hebben betrekking op de algemene montagetekening en onderdelenlijst (pagina's 171-172).
6.9 DIFFERENTIEELKLEP
• Schroef de klepvergrendelplug
27
los met een speciale platte sleutel*, trek de veer
104
en de ‘O’-ring
29
terug en
verwijder ze.
• Verwijder de demper
34
met een sleutel* en verwijder de nylon sluitring
33
.
• Duw de klepzuiger
28
uit de behuizing, samen met de ‘O’-ringen
30
,
31
&
32
.
• Controleer de veer 104 op vervorming en vervang deze indien nodig.
• Monteer in de omgekeerde volgorde van het demonteren.
6.10 KOPEENHEID
• Verwijder het neusstuk voor aanvang van het demonteren.
• Verwijder de spindel
44
en de vergrendelmoer
45
met een sleutel*.
• Verwijder de vergrendelmoer van de retourveer 46 met een sleutel*.
• Verwijder de retourveer 47 , de sluitring 99 en de vergrendelring 90 .
• Controleer de retourveer
47
op vervorming en vervang deze indien nodig.
• Monteer in de omgekeerde volgorde van het demonteren.
6.11 ACHTERSTE BEHUIZING
• Verwijder de schroef
40
van de pen voor het instellen van de slag
88
met een inbussleutel en trek de sluitring van de
brug
95
los.
• Ontkoppel de pen voor het instellen van de slag 88 door deze achteruit tegen de veer 89 te drukken.
• Schroef de achterste behuizing 86 los.
• Verwijder indien nodig de rubberen band van de achterste behuizing
87
.
• Trek de borgklem
84
los met een klemringtang en verwijder de gesinterde demper
85
.
• Voltooi de assemblage, in de omgekeerde volgorde van het uit elkaar halen. Zoek borgring 102 in de kop voor het
vastschroeven van de achterste behuizing 86 .
6.12 VERDELER
* Verwijder de twee schroeven 40 met een inbussleutel*.
* Trek de verdeler 83 samen met de einddop van de luchtmotor 81 en de ‘O’-ringen 82 & 31 terug, let op dat u de bal 79
en de duwstang 78 niet laat vallen.
* Verwijder de vier verzonken dopschroeven
58
met een inbussleutel* en trek de slagaanslag
57
terug.
* Verwijst naar items die zijn inbegrepen in de 74200 onderhoudskit. Voor een volledige lijst, zie pagina 166.
Itemnummers die
vet
gedrukt zijn hebben betrekking op de algemene montagetekening en onderdelenlijst (pagina's 171-172).
168
NEDERLANDS VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIE