141
e) Het voertuig besturen
Bedien de gas-/remhendel op de zender voor de rijfunctie enkel heel voorzichtig en rijd in het begin niet te snel tot u
vertrouwd bent met de reacties van het voertuig op de bediening. Maak geen plotselinge of snelle bewegingen met
de bedieningselementen van de zender.
Richt de antenne van de zender nooit rechtstreeks op het voertuig aangezien dit de reikwijdte sterk vermindert. De
grootste reikwijdte bereikt u als de antenne van de zender en het voertuig telkens recht staat en parallel tegenover
elkaar ligt.
Als het voertuig de neiging heeft om naar links of rechts te trekken, moet u de trim voor de besturing overeenkomstig
instellen bij de zender (trimregelaar "ST.TRIM").
Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden, dient de gas-/remhendel op de zender zich kort (ca. 1 seconde) in
de neutraalstand te bevinden. (neutrale stand = hendel loslaten, niet bewegen). Als de gas-/remhendel op de zender
direct zonder pauze van vooruit- naar achteruitrijden wordt getrokken, wordt het voertuig afgeremd (het voertuig rijdt
NIET achteruit).
Als de rijaccu leeg is, wacht u tenminste 5 - 10 minuten voor de volgende rit tot de motor en de rijregelaar voldoende
zijn afgekoeld. Start pas daarna een nieuwe rit met een volledig opgeladen rijaccu.
1. Gas-/remhendel loslaten (neutrale stand), voertuig rolt uit, resp. beweegt zich niet (evt. trimming voor de rijfunctie
op de zender corrigeren)
2. Vooruit rijden, gas-/remhendel langzaam in de richting van de greep trekken
3. Vooruit rijden en dan remmen (het voertuig vertraagt; loopt niet langzaam uit), de gas-/remhendel zonder pauze
van de greep wegschuiven
4. Vooruit rijden en dan achteruit rijden (tussen de wissel kort wachten en de hendel in de neutrale stand laten
staan!)
Kort wachten
Содержание 1408946
Страница 162: ...162 ...
Страница 163: ...163 ...