158
Voertuig wordt langzamer of de stuurservo toont enkel nog geringe of helemaal geen reactie; de reikwijdte
tussen de zender en het voertuig is enkel zeer kort
• De rijaccu is zwak of leeg.
De stroomvoorziening van de ontvanger en daarmee ook de stuurservo gebeurt via de BEC van de rijregelaar.
Omwille daarvan voert een zwakke of lege rijaccu ertoe, dat de ontvanger niet meer goed werkt.
Vervang de rijaccu voor een nieuwe volledig opgeladen rijaccu (vooraf en pauze van 5 - 10 minuten nemen, opdat
de motor en de rijregelaar voldoende kunnen afkoelen).
Let bij gebruik van een LiPo-rijaccu op dat de onderspanningsherkenning is ingeschakeld (wij raden 3,0 V/cel of
hoger aan).
• Controleer de batterijen/accu's in de zender.
Het voertuig blijft niet stilstaan als de gas-/remhendel losgelaten wordt
• Corrigeer op de zender de trimregelaar "TH.TRIM" voor de rijfunctie zodat de motor blijft staan wanneer de gas-/
remhendel zich in de middelste stand/neutrale stand bevindt.
• Als de trimweg niet meer volstaat, voert u een nieuwe programmering van neutrale en volgasstand uit, zie hoofdstuk
11. a).
Vervolgens moet u ook de failsafe van de ontvanger opnieuw programmeren (hoofdstuk 9. e) en controleren (hoofd-
stuk 9. f).
Het voertuig blijft staan
• De boventemperatuurbescherming van de rijregelaar werd geactiveerd. Wacht enkele minuten tot de rijregelaar
voldoende is afgekoeld.
• De onderspanningbeveiliging van de rijregelaar werd geactiveerd, de gebruikte rijaccu is leeg. Vervang de lege
rijaccu door een nieuw volledig opgeladen rijaccu.
• De failsafe van de ontvanger werd geactiveerd aangezien de ontvanger geen geldig signaal van de zender heeft
ontvangen (afstand tussen voertuig en zender te groot, batterijen in de zender zwak/leeg of zender werd uitgescha-
keld).
Het rechtuitrijden klopt niet
• Stel het rechtuit rijden op de zender in via trimregelaar "ST.TRIM". Een lichte tolerantie bij het rechtuit rijden is
normaal.
• Heeft het voertuig een ongeval gehad? Dan controleert u het voertuig op defecte of gebroken onderdelen en ver
-
vangt u deze. Controleer de stuurstang, de servoarm en diens schroefverbinding.
• Controleer of uw rijhulp (gyro) onder het chauffeursfiguurtje los zit. Als dit het geval is, gebruikt u een stukje dub
-
belzijdige kleefband om deze opnieuw vast te maken.
De besturing functioneert niet of niet juist, stuuruitslag op voertuig te gering
• Plaats de trimregelaar "ST.D/R" correct in, draai de trimregelaar verder naar rechts in de richting van de wijzers van
de klok. Bij een te geringe dualrate-instelling reageert de stuurservo niet meer.
• Controleer het stuurmechanisme op losse delen; controleer bijv. of de servoarm juist op de servo bevestigd is.
Mogelijks bevinden er zich ook kleine steentjes, loof of kleine takjes in de stuurmechaniek.
Содержание 1408946
Страница 162: ...162 ...
Страница 163: ...163 ...