142
U moet het rijden onmiddellijk stopzetten als u ongewone reacties van het voertuig op de commando´s van de af-
standsbediening registreert of als het voertuig niet meer reageert. Dit kan door een zwakke rijaccu, zwakke batterijen
of accu´s in de afstandsbediening of een te grote afstand tussen het voertuig en de zender veroorzaakt worden.
Ook een samengerolde/beschadigde ontvangerantenne, storingen op het gebruikte zendkanaal (bv. draadloze over-
dracht door andere apparaten, Bluetooth, WLAN) of slechte zend-/ontvangstomstandigheden kunnen een reden zijn
voor ongewone reacties van het voertuig.
Aangezien de stroomvoorziening van de ontvanger via de rijregelaar en de aangesloten rijaccu gebeurt, leidt een
zwakke of lege rijaccu tot ongewilde bewegingen van het voertuig (vb. trekken van de stuurservo, enz.).
Bijvoorbeeld verkleint de spanning aan de rijaccu bij volgas kortstondig zover dat de ontvanger niet meer de gewenste
bedrijfsspanning ontvangt. Het voertuig versnelt hier wel, maar het stuurservo reageert niet juist. Beëindig dan on-
middellijk het gebruik van het voertuig en gebruik (na een pauze om de rijregelaar/motor af te koelen) een nieuwe,
volledig opgeladen rijaccu.
f) Rijden stoppen
Om het rijden te stoppen, gaat u als volgt te werk:
• Laat de gas-/remhendel op de zender los zodat hij in de neutrale stand staat en laat het voertuig uitbollen.
• Nadat het voertuig is stilgevallen, schakelt u de rijregelaar uit. Steek uw vingers niet in de wielen of in de aandrijving
en u mag in geen geval de hendel op de gas-/remhendel voor de rijfunctie bewegen!
Let op!
Motor, rijregelaar en rijaccu worden tijdens het gebruik zeer warm! Raak deze onderdelen daarom niet direct
na het rijden aan; verbrandingsgevaar!
• Koppel de rijaccu los van de rijregelaar. Maak de stekkerverbinding volledig los.
• Pas nu mag de zender uitgeschakeld worden.
Содержание 1408946
Страница 162: ...162 ...
Страница 163: ...163 ...