Reely 1408946, Руководство по эксплуатации

Страница: 135 / 164

135
Gashendel (2) voor vooruit- en achteruitrijden
Via deze hendel gebeurt de sturing van de rijregelaar en zo de rijfunctie.
Als de hendel zich in de middelste stand (neutrale stand) bevindt, moet het voertuig blijven staan en mag het niet
vooruit noch achteruit rijden. Dit kan evt. via de trimregelaar "TH.TRIM" (9) worden gecorrigeerd.
Als de hendel langzaam in de richting van de handgreep van de zender wordt bewogen, moet het model vooruit rijden.
Als de hendel naar voor wordt gedrukt (van de handgreep weg), moet het model worden afgeremd of naar achteruit
rijden omschakelen. Als het voertuig precies omgekeerd reageert, moet de schuifschakelaar "TH.REV" (10) in de
andere stand worden gebracht.
Als de hendel zonder pauze van vooruit naar achteruit rijden wordt geschakeld (zonder dat de hendel daar-
bij kort in de middelste/neutrale stand blijft) wordt de remfunctie van de rijregelaar geactiveerd. Het voertuig
rijdt niet achteruit.
Wanneer u de hendel kort in de middelste stand laat staan (ca. 1 seconde) en hem dan in de richting voor
achteruit rijden schuift (hendel van de handgreep weg schuiven), rijdt het voertuig achteruit.
Achteruit rijden is uiteraard alleen mogelijk wanneer u dit bij het programmeren van de rijregelaar hebt
ingeschakeld.
Trimregelaar "ST.TRIM" (4) voor de rijfunctie
Met deze trimregelaar kan de stand van de voorwielen worden gecorrigeerd. Het voertuig moet recht vooruit rijden
wanneer het draaiwiel (1) zich in de middelste stand (neutrale stand) bevindt.
Trimregelaar "ST.D/R" (5) voor Dualrate-functie van de besturing
Via deze trimregelaar kunt u de maximum mogelijke stuuruitslag instellen wanneer u het draaiwiel (1) tot aan de
aanslag naar links of rechts draait.
Hiermee wordt voorkomen dat de stuurservo blok loopt. Dit betekent dat de stuurservo probeert om de
stuurinslag te vergroten hoewel de stuurmechaniek het verder draaien verhindert. Dit leidt niet alleen tot
een onnodig hoge stroomopname van de stuurservo, maar ook tot overbelasting en zo schade aan de
servotransmissie.
De Dualrate-functie kan ook worden aangewend zodat het voertuig bij hogere snelheden beter te besturen
is. Bij eenzelfde draaihoek van het draaiwiel (1) vermindert de stuurinslag. Een nadeel daarbij is dat er met
het voertuig geen korte bochten meer kunnen gereden worden.
Als de trimregelaar helemaal naar rechts in de richting van de wijzers van de klok wordt gedraaid, volgt de grootst
mogelijke stuuruitslag voor de servo.
Hoe verder u de trimregelaar naar links tegen de richting van de wijzers van de klok draait, hoe meer de stuuruitslag
wordt begrensd.
Als de trimregelaar helemaal naar links tot aan de aanslag wordt gedraaid, zal de stuurservo niet meer op
het draaiwiel reageren. Het voertuig is zo natuurlijk niet meer bestuurbaar.
Let daarom altijd op dat de trimregelaar correct ingesteld is.