16
Veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de helm in gebruik neemt Controleer de correcte montage van de voorzetruit
Als storingen niet verholpen kunnen worden, dan mag de verduisteringscassette niet meer gebruikt worden
Voorzorgsmaatregelen & beschermingsbeperkingen
Tijdens het lassen komen warmte en straling vrij, die tot oog- en huidletsel kunnen leiden Dit product biedt
bescherming voor de ogen en het gezicht Uw ogen zijn tijdens het dragen van de helm, ongeacht de gekozen
beschermingsinstelling, altijd beschermd tegen ultraviolette en infrarode straling Om de rest van het lichaam
te beschermen moet de daarvoor bestemde kleding gedragen worden Deeltjes en stoffen, die door het lassen
vrijkomen, kunnen onder bepaalde omstandigheden bij daarvoor gevoelige personen allergische huidreacties
veroorzaken Materialen die in contact komen met de huid kunnen een allergische reactie verzoorzaken bij
overgevoelige De lasbeschermhelm mag alleen bij het lassen en slijpen en niet voor andere toepassingen
gebruikt worden Indien de lashelm voor andere doeleinden dan waarvoor deze bestemd is, of niet volgens de
instructies van de gebruiksaanwijzing gebruikt wordt, vervalt iedere aansprakelijkheid van Optrel De helm is
geschikt voor alle gangbare laswerkzaamheden,
uitgezonderd gas- en laserlassen
Houd u aan de aanbevolen
beschermingsinstellingen volgens EN169 op de omslag.
Slaapmodus
De verduisteringscassette heeft een automatische uitschakelfunctie, die de levensduur van de batterij verlengt
Als er gedurende 10 minuten minder dan 1 lux licht op de cartridge valt, zal hij automatisch uitgeschakeld worden
Om de cassette opnieuw in te schakelen moeten de zonnecellen kort in het daglicht gehouden worden Wanneer de
verduisteringscassette niet meer geactiveerd kan worden, of bij het ontsteken van de lasboog niet meer verduistert,
dan moeten de batterijen vervangen worden
Garantie & aansprakelijkheid
De garantiebepalingen zijn op te vragen bij de nationale verkooporganisatie van Optrel Voor meer informatie
hierover kunt u zich wenden tot uw Optrel vertegenwoordiger De garantie dekt uitsluitend materiaal- en
fabricagefouten In geval van schade die het gevolg is van verkeerd gebruik, ongeoorloofde handelingen of niet
door de fabrikant voorziene toepassing, vervallen garantie en aansprakelijkheid Aansprakelijkheid en garantie
vervallen eveneens wanneer andere dan door Optrel geleverde reservedelen gebruikt worden
Verwachte levensduur
Voor de lashelm geldt geen vervaldatum Het product kan worden gebruikt zolang er geen zichtbare of
onzichtbare beschadigingen of functionele storingen optreden
Gebruik (Quick Start Guide)
1
Hoofdband.
Pas de bovenste verstelbare band (p 2) aan de grootte van uw hoofd aan Ratelknop (p 2)
indrukken en draaien tot de hoofdband goed maar zonder druk aanligt
2
Oogafstand en helmhelling.
Door het loszetten van de van de blokkeerknoppen (p 2-3) wordt de afstand
tussen de cassette en de ogen ingesteld Beide zijden tegelijk instellen en niet scheef zetten Vervolgens de
blokkeerknoppen weer vastzetten De helmhelling kan met de draaiknop (p 4) aangepast worden
3
Bedrijfsmodus automatisch/handmatig.
Met de schuifschakelaar (p 5) kan men de wijze van instellen van
de beschermingsfactor kiezen In de automatische modus wordt de beschermingsfactor door middel van de
sensoren automatisch aan de intensiteit van de lichtboog aangepast (norm EN 379:2003) In de handmatige
modus moet men de beschermingsfactor door het draaien van de knop (p 4-5) instellen
4
Beschermingsfactor.
In de "manuele" modus kan het beschermingsniveau ingesteld worden door middel
van de schuifbalk tussen de bereikniveaus SL5 tot SL9 en SL9 tot SL13 De fijnafstelling verloopt door aan
de potentiometerknop te draaien In de „automatische“ modus komt de beschermingsfactor overeen met
norm EN 379, als de draaiknop (p 4-5) op positie „N“ staat Door het draaien van de knop kan de automatisch
ingestelde beschermingsfactor naar wens een beschermingsfactor omhoog of omlaag gecorrigeerd worden
5
Slijpmodus.
Door indrukken van de beschermingsfactorknop (p 4) wordt de verduisteringscassette in
de slijpmodus omgezet In deze modus is de cassette uitgeschakeld en blijft deze in de lichte stand De
ingeschakelde slijpmodus is herkenbaar aan de rood knipperende LED (p 4) aan de binnenkant van de helm
Voor het uitschakelen van de slijpmodus opnieuw de beschermingsfactorknop indrukken Na 10 minuten
wordt de slijpmodus automatisch teruggezet
6
Gevoeligheid.
Met de gevoeligheidsknop (p 5) wordt de omgevingslichtgevoeligheid ingesteld De limiet van
het "super hoge" bereik komt overeen met de normale gevoeligheidsinstelling Deze kan aangepast worden
door aan de knop te draaien In het "super hoge" bereik kan er een maximale lichtgevoeligheid bereikt worden
7
Sensorschuif.
De sensorschuif kan op twee verschillende posities gezet worden Naargelang de positie
wordt de herkenningshoek van het omgevingslicht verminderd (p 5) of vergroot (p 5), dwz de cassette
reageert sterker of minder sterk op lichtbronnen in de omgeving
8
Openingsschakelaar.
Met de openingsschakelaar (Delay) (p 5) kan de openingsvertraging van donker
naar licht gekozen worden De knop laat een eindeloze instelling toe van donker naar licht tussen 0,1 en 2,0
s met een bijkomend "Twilight Function" dat de ogen beschermt tegen nagloeiende voorwerpen
Schoonmaken
De verduisteringscassette en de voorzetruit moeten regelmatig met een zachte doek schoongemaakt worden Er
mogen geen reinigingsmiddelen, oplosmiddelen, alcohol of schurende schoonmaakmiddelen gebruikt worden
Vervang gekraste of beschadigde lenzen
Opbergen
De lashelm moet op een droge plaats bij kamertemperatuur worden opgeborgen Opslag in de originele verpakking
zal de levensduur van de batterijen ten goede komen
Voorzetruit vervangen (p. 6-7)
Door het indrukken van een klem aan de zijkant komt de voorzetruit vrij en kan deze verwijderd worden Nieuwe
voorzetruit in een klem aan de zijkant inhangen Voorzetruit in de tweede klem aan de zijkant opspannen en
vastklikken Bij deze handeling is enige druk vereist, zodat de afdichting op de voorzetruit de gewenste werking
heeft
Batterijen vervangen (p. 3)
De verduisteringscassette heeft verwisselbare lithium-knoopcelbatterijen type CR2032 Wanneer
u een lashelm met verseluchtaansluiting gebruikt, moet u voor het verwisselen van de batterijen de
gezichtsafdichting verwijderen Wanneer de LED op het patroon groen knippert zijn de batterijen aan
vervanging toe
1 Batterijdeksel zorgvuldig verwijderen
2 Batterijen verwijderen en in overeenstemming met de nationale voorschriften voor chemisch afval
behandelen
3 Batterijen type CR2032 zoals afgebeeld plaatsen
4 Batterijdeksel zorgvuldig monteren
Indien het tintpatroon niet verdonkert bij een lasboog, controleer dan of de polariteit van de batterijtjes
correct is Om te controleren of ze nog voldoende energie leveren, houd het patroon tegen een sterke lamp
Als de groen LED knippert, duidt dit op te lage batterijen en moeten ze onmiddellijk worden vervangen
Indien het patroon niet correct werkt ondanks nieuwe batterijen, werkt het patroon niet meer en moet het
eveneens worden vervangen
Verduisteringscassette uit-/inbouwen (p. 6)
1 Beschermingsfactorknop uittrekken
2 Batterijdeksel zorgvuldig verwijderen
3 Cassettebevestigingsveer zoals afgebeeld losmaken
4 Cassette voorzichtig naar buiten kantelen
5 Satelliet zoals afgebeeld losmaken
6 Satelliet door uitsparing in de helm naar buiten trekken
7 Satelliet 90° draaien en door helmgat schuiven
8 Verwijder / vervang de schaduw cartridge
Het inbouwen van de verduisteringscassette gebeurt in omgekeerde volgorde
Probleemoplossing
Verduisteringscassette wordt niet donkerder
→ Gevoeligheid aanpassen (p. 5)
→ Sensorschuifpositie veranderen (p. 5)
→ Sensoren of voorzetruit schoonmaken
→ Slijpmodus uitschakelen (p. 4)
→ Lichtinval op sensor controleren
→ Handmatige modus kiezen (p. 4-5)
→ Batterijen vervangen (p. 3)
Beschermingsfactor te licht
→ Handmatige modus kiezen(p 4-5)
→ In de automatische modus (p. 4-5) in op +1 of +2 vragen
→ Voorzetruit verwisselen (p. 6-7)
Beschermingsfactor te donker
→ Handmatige modus kiezen(p. 4-5)
→ In de automatische modus (p. 4-5) in op -1 of -2 vragen
Verduisteringscassette flakkert
→ Pas de positie van de uitstelknop (p. 4) aan aan de lasprocedure.
→ Batterijen vervangen (p. 3)
Slecht zicht
→ Voorzetruit of filter schoonmaken
→ Beschermingsfactor aan laswerkzaamheden aanpassen
→ Omgevingslicht versterken
Lashelm verschuift
→ Hoofdband opnieuw aanpassen / vastzetten (p. 2)
Specificaties
(technische wijzigingen voorbehouden)
Beschermingsfactor
SL4 (lichte stand)
SL5 – SL13 (donkere stand)
UV/IR bescherming
Maximale bescherming in lichte en donkere stand
Omschakeltijd van licht naar donker
170 μs (23 °C / 73 °F)
110 μs (55 °C / 131 °F)
Omschakeltijd van donker naar licht
0,1 - 20s met "Twilight Function"
Afmetingen verduisteringscassette
90 x 110 x 7 mm / 3,55 x4,33 x 0,28“
Afmetingen gezichtsveld
50 x 100 mm / 1,97 x 3,94“
Voeding
Zonnecellen, 2 stk Li-batterijen 3 V verwisselbaar (CR2032)
Gewicht
500 g / 17,637 oz
Bedrijfstemperatuur
-10 °C – 70 °C / 14 °F – 157 °F
Opslagtemperatuur
-20 °C – 80 °C / -4 °F – 176 °F
Classificering volgens EN379
Optische klasse = 1
Strooilicht = 1
Homogeniteit = 1
Kijkhoekafhankelijkheid = 1
Goedkeuringen
CE, EAC, ANSI, AS/NZS
Reservedelen (zie omslag)
-Helm zonder cassette (5001684)
-Reparatieset 1 (Potentiometerknop,
-Verduisteringscassette incl satelliet (5012480) Gevoeligheidsknop, Batterijdeksel) (5003500)
-Voorzetruit (5000210)
-Hoofdband met bevestigingsarmaturen (5003250)
-Reparatieset 2 (5003501)
-Voorhoofdzweetband (5004073 / 5004020)
-Binnenste beschermruit (5000001)
Nederlands