N
eder
lands
23
Schuif de rode katheterdop (A) over het proximale uiteinde van de katheter, die rode mar-
keringen heeft. Controleer of de rode dop een pakking (B) in de dop heeft. Schuif de bin-
nendiameter van het arteriële (rode) katheterlumen over de roestvrijstalen buis (die een
onderdeel is van (C) en het begin van de extensiebuis vormt) totdat de schouder wordt
bereikt. Draai dop (A) in de richting van onderdeel (C) totdat deze op het adapterlichaam
stopt. Herhaal de procedure voor de blauwe extensieadapter.
Voorzichtig: Maak de doppen niet te strak vast om breuk te voorkomen.
Verwijder de platte klemmen van de arteriële (rode) en veneuze (blauwe) lumina.
Sluit spuiten op beide extensies aan en open de klemmen. Bloed zou nu gemakkelijk uit de
arteriële en veneuze zijde moeten worden geaspireerd. Als er een excessieve weerstand tegen
bloedaspiratie optreedt, positioneert u de katheter opnieuw om een adequate bloedstroom
te verkrijgen.
Irrigeer beide lumina met spuiten die met een zoutoplossing zijn gevuld nadat de adequate
aspiratie met een snelle bolustechniek is bereikt. Controleer of de extensieklemmen tijdens
de irrigatieprocedure open zijn.
Sluit de extensieklemmen, verwijder de spuiten en plaats vervolgens een injectiedop op elke
luerlockconnector.
VI. Katheter vastzetten en wondverzorging
Er is een bevestigbare hechtvleugel
aanwezig om de katheter aan de uitgang vast te
hechten. Druk de bevestigbare hechtvleugels licht samen om de gespleten onderkant van
de hechtvleugel te openen. Plaats de hechtvleugel op de kathetergroottemarkering bij de
uitgang en laat de vleugel los. Maak de vleugel vast door deze vast te hechten met de daartoe
bestemde openingen.
Insertie hechten en uitgangen gesloten. Hecht vervolgens de katheteradapters aan de huid
met de hechtvleugel. Hecht niet de katheterbuis.
Voorzichtig: Voorkom dat de katheter tijdens het hechten knikt.
Voorzichtig: Scherpe objecten kunnen de katheter doen falen vanwege puncties of incisies
in het katheterlumen.
Sluit de in- en uitgangen af met occlusief wondverband.
Noteer de katheterlengte en het katheterlotnummer op de kaart van de patiënt.
HEPARINISATIE
Volg de katheterdoorgankelijkheidsrichtlijnen als de katheter niet onmiddellijk voor behan-
deling wordt gebruikt.
Om doorgankelijkheid tussen de behandelingen te behouden, maakt u een heparineslot in
elk lumen van de katheter.
Volg het ziekenhuisprotocol voor de heparineconcentratie.
Trek heparine in twee spuiten in overeenstemming met de hoeveelheid die op de arteriële en
veneuze extensies staat aangegeven. Controleer of de spuiten luchtvrij zijn.
Verwijder de injectiedoppen van de extensies.
Sluit een spuit met heparineoplossing aan op de vrouwelijke luer van elke extensie.
Open de extensieklemmen.
Voorzichtig: Aspireer om te voorkomen dat er lucht in de patiënt terechtkomt.
Injecteer heparine in elke lumen door middel van de snelle-bolustechniek.
Summary of Contents for retrO
Page 107: ......