NL
- 24 -
5. Na het gebruik
• Reinig het apparaat en toebehoor na elk gebruik.
• Haal de stekker voor de reiniging van het
apparaat uit het stopcontact.
• Gebruik geen chemische, basische, schurende
of andere agressieve reinigingsmiddelen, omdat
deze het oppervlak kunnen beschadigen.
• Reinig het apparaat met een zachte, vochtige
doek en een mild reinigingsmiddel om kruimelen,
stof, vloeistoffen etc. te verwijderen.
• Laat het apparaat volledig afkoelen voordat u het
opbergt.
• Berg het apparaat op in een droge omgeving op
kamertemperatuur op.
• Houd het apparaat buiten het bereik van
kinderen.
6. Probleemoplossing
Probleem
Mogelijke oorzaak Oplossing
Led-indicatie
(12) toont
foutmelding
“E01”.
Vacuümdeksel
(1) is niet correct
gesloten.
Vacuümdeksel
(1) sluiten. Als de
foutmelding opnieuw
verschijnt, is er sprake
van een elektronisch
probleem. In dit geval
dient u contact op
te nemen met de
klantenservice of
een gekwalificeerde
technicus.
Het apparaat
kan niet
worden
ingeschakeld.
Het apparaat
i niet correct
aangesloten
op een geaard
stopcontact.
Sluit het apparaat
aan op een geaard
stopcontact.
Stekker stevig in het
stopcontact steken.
Stroomkabel is
beschadigd.
Stroomkabel controleren
op scheuren en rafels.
Als u een beschadiging
constateert, mag u
het apparaat niet
gebruiken en dient u
contact op te nemen
met een gekwalificeerde
technicus.
Aan-/uitknop (ON/
POWER) (7)
werd niet correct
gedrukt.
Aan-/uit-knop (ON/
OFF) (7) drukken.
Probleem
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat
trekt geen
volledig
vacuüm.
Vacuüm-/
verzegelingstijd is
niet hoog genoeg
ingesteld.
Vacuüm- en
verzegelingstijd hoger
instellen en opnieuw
vacuümeren.
De zak bevindt zich
niet correct op de
verzegelingsbalk
(3) en/of bevindt
zich niet juist in de
vacuümkamer (2).
Breng de zak opnieuw
in positie. Controleer
of het open uiteinde
van de zak op de
verzegelingsbalk (3)
en in de vacuümkamer
(2) bevindt en langs
de verzegelingsbalk
(3) geen plooien in de
zak zijn. Verzegeling
afknippen en opnieuw
maken, als dit niet
correct is.
Als u een zak van
de rol gebruikt,
kan de eerste
verzegeling
onvolledig zijn
of er kunnen
zich gaatjes in
de verzegeling
bevinden.
Zorg ervoor, dat de
eerste verzegeling
compleet is en dat zich
geen gaatjes of plooien
in een verzegeling
bevinden. Verzegeling
afknippen en opnieuw
maken, als dit niet
correct is.
Het apparaat en de
vacuümzak zijn niet
schoon en droog.
Het oppervlak van
de verzegelingsbalk
(3) en de bovenste
binnenkant van de zak
afvegen en opnieuw
proberen.
Vacuümzak
verliest het
vacuüm
na het
verzegelen.
Verzegeling is niet
correct.
Lekkende plekken
langs de verzegeling
kunnen door plooien,
kruimelen, vet of
vloeistoffen worden
veroorzaakt. De zak
voor het hernieuwd
verzegelen openen
en diens bovenste
binnenkant reinigen.
Scherpe randen
van voorwerpen
in de vacuümzak
hebben kleine
gaatjes veroorzaakt
in de zak.
Scherpe randen met
een stukje keukenrol
afdekken en met
een nieuwe zak
vacuümeren.
Groente en fruit,
dat gas vrij zet
als het voor
het verpakken
niet correct is
geblancheerd of
bevroren, werd
in de vacuümzak
verpakt.
Maak de zak open.
Als u denkt, dat
het levensmiddel is
bedorven, dient u het
direct weg te gooien.
Direct gebruiken
als er nog geen
sprake ervan is, dat
het levensmiddel is
bedorven. In geval van
twijfel het levensmiddel
weggooien.
