NL
- 23 -
Opmerking:
Verwijder alle vloeistoffen of
levensmiddelenresten uit de binnenkant van de
zak die moet worden verzegeld. Anders kan het
verzegelen mislukken.
2. Open het vacuümdeksel (1) en plaats de
verzegelingsbalk (3) op de juiste locatie in de
vacuümkamer (2).
3. Sluit de stekker van de stroomkabel met de
bus aan op de achterkant van het apparaat.
Steek vervolgens de stekker (5) in een geaard
stopcontact. De led-indicatie (12) toont “OFF”
(“uit”).
4. Druk op de aan-/uitknop (ON/OFF) (7). Als het
vacuümdeksel (1) is gesloten, toont de led-
indicatie (12) “CLO” (“gesloten”). Open het
vacuümdeksel (1); de led-indicatie (12) toont nu
“ON” (“aan”).
Opmerking:
Als de digitale weergave “CLO”
(“gesloten”) tootn, bevindt het apparaat zich in de
beschermde modus. In deze modus reageert het
apparaat niet, ongeacht op welke knop u drukt. Open
het vacuümdeksel (1), zodat het apparaat terug keert
in de normale modus.
5. Stel de tijdbediening in op de gewenste tijd:
• Vacuümtijd:
Stel de vacuümtijd met behulp van
de aanpassingsknoppen voor de vacuümeertijd
(VAC TIME +/-) (11) in. Stel voor de eerste test de
vacuümtijd in op 30 seconden. Pas de vacuümtijd
indien nodig later verder aan. Afhankelijk van
de grootte van de zak en het volume van de
zich hierin bevindende levensmiddelen kan een
vacuümtijd tussen 5 en 60 seconden worden
geselecteerd.
• Verzegelingstijd:
Stel de verzegelingstijd met
behulp van de aanpassingsknoppen voor de
verzegelingstijd (SEAL TIME +/-) (10) in. Stel
voor de eerste test de verzegelingstijd in op 5.
Pas de verzegelingstijd indien nodig later verder
aan. U kunt een verzegelingstijd tussen 3 en 9
selecteren.
Opmerking:
Alle tijdinstellingen moeten worden
uitgevoerd, als de led-indicatie (12) op “ON” (“aan”)
staat.
6. Plaats de vacuümzak met het levensmiddel
valk met de opening van de zak over de
verzegelingsbalk (3) in de vacuümkamer
(2). Open vervolgens de zakklem (4) van de
verzegelingsbalk (3), klem de onderkant van
de opening van de zak erin en vergrendel de
zakklem (4).
Opmerking:
- Zakken die vloeistoffen of levensmiddelen met
een hoog vochtgehalte bevatten, moeten zich
altijd onder het niveau van de verzegelingsbalk (3)
bevinden.
- De complete zak, inclusief de opening, moet zich
binnenin de vacuümkamer (2) bevinden.
7. Sluit het vacuümdeksel (1). Het apparaat begint
vervolgens automatisch met het vacuümproces.
Het getal op de led-indicatie (12) telt van de
vooraf ingestelde vacuümtijd terug naar 0.
8. Als het vacuümproces is afgesloten,
begint het apparaat automatisch met het
verzegelingsproces. Het getal op de led-indicatie
(12) telt van de vooraf ingestelde verzegelingstijd
terug naar 0.
9. Lucht wordt weer in de vacuümkamer (2) gelaten
en de zak sluit nauw om het levensmiddel. Als
het apparaat een geluidssignaal laat horen, is
het proces volledig afgesloten. De led-indicatie
(12) toont “CLO” (“gesloten”). U kunt het
vacuümdeksel (1) nu openen.
10. Controleer de vacuümzak:
• Vacuüm:
Controleer de spanning van de zak
rondom het levensmiddel. Als u nog lucht
vaststelt, dient u de vacuümtijd met 5 seconden
te verhogen en het nogmaals te proberen.
• Zegel:
Controleer het zegel. Een goede
verzegeling ziet er doorzichtig uit. Als het
zegel onregelmatig of onvolledig is, dient u de
verzegelingstijd met 1 eenheid te verhogen.
Als het zegel wit of melkachtig is, dient u de
verzegelingstijd met 1 eenheid te verminderen.
11. Als de led-indicatie (12) na het gebruik “ON”
(“aan”) toont, drukt u voor het uittrekken van de
stekker eerst op de aan-/uit-knop (ON/OFF) (7).
De led-indicatie (12) toont “Off” (“uit”). Trek de
stekker uit het stopcontact en laat het apparaat
voor het reinigen afkoelen.
HET MAKEN VAN EEN ZAK UIT EEN ROL FOLIE
Opmerking:
Als u een zak van een rol gebruikt,
moet u eerst een van de open uiteinden van het
afgesneden gedeelte verzegelen, voordat u het kunt
gebruiken voor het vacuüm verpakken. Vervolgens
is het proces hetzelfde als met een normale
vacuümzak.
1. Knip de benodigde zaklengte af van de rol.
2. Plaats een van de open uiteinden van de zak
op de verzegelingsbalk (3). Klem de onderkant
van de zakopening in de zakklem (4) van de
verzegelingsbalk (3).
3. Stel de laagste vacuümtijd (5 seconden) in en
kies voor een geschikte verzegelingstijd. Sluit
het vacuümdeksel (1) om te beginnen met het
“vacuümproces” en het verzegelingsproces.
4. Als het “vacuümproces” en het
verzegelingsproces is afgesloten, opent
u het vacuümdeksel (1) en controleert u
de verzegeling. Indien nodig past u de
verzegelingstijd aan en verzegel opnieuw.
Als de verzegeling goed genoeg is, kunt u de
vacuümzak normaal gebruiken.
