31
geopend. Instrumenten met een flexibele
schacht moeten worden ondergedompeld
in het reinigingsmiddel en er moeten
buigbewegingen met het instrument
worden gemaakt.
• Reinig het instrument 20 minuten
ultrasoon op 38–49 ºC in een pH-neutraal
reinigingsmiddel dat overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant is bereid.
Spoelinstructies
Spoel het instrument grondig met gefilterd water
van 38–49 ºC en schud het minstens een minuut
lang; herhaal de spoelbehandeling tweemaal.
Besteed bij het spoelen vooral aandacht aan het
spoelen (met warm leidingwater) van de canules,
lumina en gaten. Besteed bij het spoelen ook
aandacht aan inwendige holtes en beweegbare
onderdelen. Maak tijdens het spoelen functionele
bewegingen met beweegbare onderdelen.
Als delen van het instrument kunnen worden
ingetrokken, moeten deze tijdens het spoelen
worden ingetrokken of geopend. Instrumenten
met een flexibele schachte moeten geheel
ondergedompeld worden in de spoelvloeistof en
er moeten buigbewegingen met het instrument
worden gemaakt.
Drooginstructies
Droog het instrument onmiddellijk na de laatste
spoeling af. Maak voor het drogen van inwendige
delen gebruik van gefilterde perslucht. Voer na het
drogen de inspectie-instructies uit.
INSPECTIE NA HET REINIGEN
• Inspecteer alle instrumenten voordat ze
worden gesteriliseerd of opgeborgen om
er zeker van te zijn dat oppervlakken,
buizen, openingen en bewegende delen
geheel van verontreiniging zijn ontdaan.
• Als bepaalde delen moeilijk visueel te
inspecteren zijn, kunt u ze controleren
op aanwezigheid van bloed door
onderdompeling of spoeling in een 3%
waterstofperoxideoplossing. Als er
luchtbelletjes verschijnen, bevindt zich
bloed in of op het instrument.
Spoel
instrumenten na het gebruik van
waterstofperoxideoplossing grondig.
• Als er nog verontreiniging aanwezig is,
moet het instrument opnieuw worden
gereinigd.
ONDERHOUD
Interoperatief moeten bewegende delen
worden gesmeerd met een in water oplosbaar
smeermiddel, overeenkomstig de aanwijzingen van
de fabrikant.
INSPECTIE EN FUNCTIETESTS
• Controleer het instrument visueel op
beschadiging en slijtage.
• Snijranden moeten braamvrij en
ononderbroken zijn.
• Kaken en tanden moeten goed passend
sluiten.
• Beweegbare onderdelen moeten soepel
bewegen, zonder overmatige speling.
• Grendelmechanismen moeten goed en
eenvoudig sluiten.
• Lange, dunne instrumenten mogen niet
verbogen of misvormd zijn.
VERPAKKING
• Voor instrumenten die als meervoudige
set worden geleverd, kunnen de
instrumententrays tijdens de sterilisatie
desgewenst als houders worden gebruikt.
• Verpak de trays/instrumenten in
beschermend wikkelmateriaal
overeenkomstig de ter plaatse geldende
procedures, volgens standaard
wikkelmethodes, zoals de in ANSI/AAMI
ST46-1993 beschreven methodes.
Summary of Contents for DePuy Mitek 108804
Page 52: ...52 ExpresSew ll ExpresSew ll 2 ExpresSew ll 5mm 3 4 5 6 DePuy Mitek...
Page 53: ...53 INSTRUMENTS pH 4 pH...
Page 54: ...54 3 60 C 20 1 82 2 C 5 95 C 10 30 C 20 38 49 C pH 38 49 C 1...
Page 55: ...55 3 ST46 1993 ANSI AAMI DePuy Mitek DePuy Mitek...
Page 76: ...76 1 ExpresSew ll 1 3 1 2 3 G ExpresSew ll ExpresSew ll 2 0 2 2 ExpresSew ll 5 3 4 5...
Page 77: ...77 6 DePuy Mitek...
Page 78: ...78 pH 4 pH 3 60 C 20 1 82 2 C 5 95 C 10 30 C...
Page 79: ...79 20 38 49 C pH 1 38 49 C 3...
Page 90: ...90 3 G ExpresSew ll ExpresSew ll 2 0 2 2 ExpresSew ll 5 3 4 5 6 DePuy Mitek...
Page 91: ...91 pH 2 4 pH 60 C 3 20 82 2 C 1 95 C 5 10 30 C pH 38 49 C 20 38 49 C 1 3...
Page 97: ...97 6 DePuy INSTRUMENTS pH 2 4 pH 60 C 3 20 82 2 C 1 95 C 5...
Page 98: ...98 10 30 C 38 49 C pH 20 38 49 C 1 3...
Page 99: ...99 ANSI AAMI ST46 1993 DePuy DePuy pin mat 132 134 C 4 134 137 C 3...
Page 100: ...100...