NEDERLANDS
46
Afbeelding 3
Afbeelding 4
5. VERBINDING MOTOR-POMP
De dompelpompen SMC-SMN zijn bedoeld om aan dompelmotoren met een flens
en uitstekende as te worden gekoppeld:
- conform de Nema-normen voor motoren 4
”
- 6
”
- 8
”
;
- volgens DAB-ontwerp voor motoren
≥
10
”
.
Bij het maken van de verbinding tussen motor en pomp moeten deze instructies,
en degene die bij de motor zijn geleverd, nauwgezet in acht worden genomen.
Alvorens de apparaten aan elkaar te koppelen moet worden nagegaan of de
nominale gegevens van de motor overeenstemmen met die van de pomp, en ook
of de flens en het uitstekende deel van de as overeenkomen.
- Controleer of de draairichting van motor en pomp
overeenkomen.
- Draag veiligheidshandschoenen tijdens alle beschreven
werkzaamheden;
- Positioneer de motor verticaal en verzeker u dat hij stabiel blijft
tijdens alle koppelings-werkzaamheden;
Voer de koppeling als volgt uit:
- ga na of de rotor van de motor en die van de pomp ongehinderd met de hand
kunnen worden gedraaid. Als hierbij standaardgereedschap wordt gebruikt, zoals
een tang, schroevendrdaaiers of pennen, wordt geadviseerd de contactgebieden
te beschermen met zelfklevende tape om beschadiging van de koppelingsvlakken
te voorkomen;
- maak de oppervlakken die aan elkaar moeten worden gekoppeld zorgvuldig
schoon, waarbij u eventuele deuken vlak maakt en onvolkomenheden in de lak
verwijdert;
- hef de pomp met speciale, geschikte werktuigen (mobiele kraan, lier,
werkplaatstakel...) in perfect verticale positie boven de motor en laat hem
langzaam zakken, ervoor zorgend dat de motoras vrij in de behuizing van de
verbindingsmof van de pomp komt
(Afb. 3).
In deze fase moet u heel voorzichtig zijn met uw handen;
- begeleid de plaatsing met uw handen op de buitenkant van de pomp, uit de buurt
van de koppelingsflenzen;
- zorg dat de elektriciteitskabels van de motor ter hoogte van
de zittingen in de pomp komen (bij motoren met uitstekend gedeelde van de
gegroefde as), om het insteken te vergemakkelijken. Zorg verder voor
bescherming tegen slijtage
door toedoen van eventuele zandkorrels; aanbevolen wordt een laagje
niet-verontreinigend, waterdicht vet aan te brengen in de groeven van de
koppelingsmof;
- schroef de bevestigingsschroeven diagonaal aan, zo mogelijk met een
momentsleutel (Afb. 4), tot de volgende waarden:
Motor Aanhaalkoppel
4” 18Nm
6” 60
Nm
8” 140
Nm
10” 200
Nm
12” 140
Nm