NEDERLANDS
45
3.3 Toepassingsveld
De elektrische dompelpomp wordt voornamelijk
gebruikt voor de volgende toepassingsvelden:
civiel en industrieel gebruik,
irrigatie,
waterleidingen,
mijnen,
booreilanden,
thermische en kernenergiecentrales,
brandbeveiligingsinstallaties.
De motoren worden gegarandeerd voor werking in
installaties tot 20 bar. De acceptabele maximale
temperatuur van het water, in de standaardconstructie,
is 30°C. Raadpleeg voor hogere temperaturen de
technische afdeling van DAB PUMPS.
De pompen mogen uitsluitend worden gebruikt voor
de doelen en binnen de grenzen die worden
beschreven in par. 3.3.
Voor gebruiksdoeleinden van de pomp die niet zijn
vermeld in deze gebruikshandleiding moet contact
worden opgenomen met DAB PUMPS ter bevestiging
van de geschiktheid, de veiligheid van de installatie en
de levensduur van de pomp.
Alvorens welke handeling dan ook te verrichten moet
worden verzekerd dat de elektrische onderdelen van
de installatie waarop gewerkt gaat worden niet zijn
aangesloten op de netvoeding.
4. BEHEER
4.1 Opslag
Als het apparaat wordt opgeslagen moeten de
volgende voorzorgsmaatregelen worden getroffen:
zet de pomp in een afgesloten ruimte, die niet
vochtig is en een goede ventilatie heeft.
Als verwacht wordt dat het product langere tijd
opgeslagen zal blijven, moet de koppelingsflens
voor de motor worden beschermd tegen oxidatie
door er een laagje vet op te smeren. Verder wordt
geadviseerd om de rotor regelmatig met de hand
te draaien, om mogelijke blokkering ervan te
voorkomen.
Alle motoren moeten gevuld zijn met water en
antivriesmiddel om bevriezing ervan te vermijden
tot -30 °C.
Sla de motor niet op of installeer hem niet bij
lagere temperaturen en gedurende periodes van
meer dan 12 maanden. Mocht dit toch
noodzakelijk zijn, dan moet men de as eenmaal
per maand met de hand laten draaien.
Als de motor langer is opgeslagen dan 12
maanden, moet hij helemaal worden geleegd
alvorens hem te installeren, en moeten de
draaiende delen en het druklager worden
gecontroleerd. Vul hem na de hermontage met
zoet water volgens de instructies in deze
handleiding.
Bescherm de uiteinden van de kabels tegen
binnendringend vocht.
Wikkel de kabels niet op met bochten die kleiner
zijn dan 6 maal de kabeldiameter, om beschadiging
ervan te vermijden
.
De pomp-motorgroep, de elektriciteitskabels en, als
de pomp gedeeltelijk gedemonteerd wordt
opgeslagen, de rubberen onderdelen en het
druklager, moeten beschermd worden tegen direct
zonlicht.
4.2 Transport
Alvorens het apparaat te transporteren moeten de
volgende aspecten worden nagegaan:
het gewicht van de elektropompgroep,
het maximale ruimtebeslag van de groep,
de
hijspunten.
Om beschadiging tijdens het transport te voorkomen zijn
de pompeenheid en eventuele accessoires verpakt in
geschikte kisten.
Bij ontvangst moet de machine geïnspecteerd en
gecontroleerd worden.
De pomp moet worden getransporteerd met een
uitrusting die geschikt is met het oog op het gewicht en
de vorm van de verpakking (zie afbeelding 1), om
schade langs de route te vermijden. Alleen gewichten
tot 20 kg mogen met de hand worden opgetild.
Na het uitpakken moet de pomp worden verplaatst aan
de bevestigingspunten, zoals aangegeven op afbeelding
2.
Afbeelding 1
Afbeelding 2