NEDERLANDS
44
1. Algemene
informatie
1.1 Veiligheid
1.2 Verantwoordelijkheid
2. Gepompte
vloeistoffen
3. Technische
gegevens
3.1 Elektropompgroep
3.2 Constructiekenmerken
3.3 Toepassingsveld
4. Beheer
4.1 Opslag
4.2 Transport
5. Verbinding
motor-pomp
6. Installatie
7. Elektrische
installatie
7.1 Aansluiting van de voedingskabel
7.2 Elektrische apparatuur
7.3 Elektrische beveiligingen
7.4 Draairichting
7.5 Aanvullende instructies voor de
verbinding van de motorklemmen
met zes kabels
8. Inbedrijfstelling en start
8.1 Start
8.2 Werking
8.3 Tests
9. Onderhoud
10. Reparatie
10.1
Demontage van de pomp-
motorgroep
10.2
Assemblage van de pomp-
motorgroep
11. Uitbedrijfneming en sloop
12. Opsporen en oplossen van
storingen
44
44
44
44
44
44
44
45
45
45
45
46
48
50
50
50
50
50
51
51
51
51
51
52
52
52
52
52
52
53
1. ALGEMENE INFORMATIE
Alvorens met de installatie te
beginnen
moet deze documentatie aandachtig
worden gelezen.
De installatie, de elektrische aansluiting en de
inbedrijfstelling moeten worden uitgevoerd door
gespecialiseerd personeel, in overeenstemming met de
algemene en plaatselijke veiligheidsvoorschriften die van
kracht zijn in het land waar het product wordt
geïnstalleerd. Veronachtzaming van deze instructies leidt
tot verval van elk recht op garantie, nog afgezien van het
feit dat het gevaar oplevert voor de gezondheid van
personen en beschadiging van de apparatuur.
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen
(waaronder kinderen) met beperkte lichamelijke, sensoriële
en mentale vermogens of die
onvoldoende ervaring of
kennis ervan hebben, tenzij zij bij het gebruik van het
apparaat onder toezicht staan van, of geïnstrueerd worden
door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Op
kinderen moet toezicht gehouden worden om er zeker van
te zijn dat zij niet met het apparaat spelen.
Controleer of het product geen
schade heeft opgelopen bij het
transport of de opslag.
Controleer of het externe omhulsel
onbeschadigd en in optimale conditie
is.
1.1 Veiligheid
Het gebruik is alleen toegestaan als de nodige
veiligheidsmaatregelen zijn getroffen in de elektrische
installatie, conform de normen die van kracht zijn in het
land waar het product geïnstalleerd wordt (voor Italië CEI
64/2).
1.2 Verantwoordelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de goede
werking van de machine of eventuele schade die
hierdoor wordt veroorzaakt, indien zij onklaar gemaakt
of gewijzigd wordt en/of als zij gebruikt wordt buiten
het aanbevolen werkveld of in strijd met andere
voorschriften die in deze handleiding worden gegeven.
2. GEPOMPTE VLOEISTOFFEN
De machine is ontworpen en geconstrueerd voor het
pompen van water, zonder explosieve stoffen en vaste
partikels of vezels, met een dichtheid van 1000 kg/m³,
kinematische viscositeit van 1mm²/s en chemisch niet
agressieve vloeistoffen.
Acceptabel zijn kleine zanddeeltjes met een grootte van 5-
40 gr./m³ - Ø 1 mm.
3. TECHNISCHE GEGEVENS
3.1 Elektropompgroep
De elektropomp is een meercellige centrifugaalpomp met
dompelmotor, voorzien van een ingebouwde terugslagklep,
met een laag belastingverlies.
De rotoren zijn dynamisch uitgebalanceerd en de assen
worden geleid door coaxiale buslagers.
3.2 Constructiekenmerken
Op de typeplaat van de pomp worden de volgende
bedrijfskenmerken vermeld:
identificatie
fabrikant,
type
pomp,
serienummer,
debiet
(m³/u),
opvoerhoogte
(m),
productiemaand/-jaar,
opgenomen
vermogen
(kW),