93
5.3.8
Beschikbare parameters voor door de gebruiker gedefinieerde
modi
■
Sensitivity: Deze parameter beïnvloedt de lichtsterkteregeling. Bij een
lagere waarde (-) vermindert de camera de lichtsterkte, als een klein
licht object wordt gevisualiseerd. Bij een hoge waarde (+) verlaagt de
camera de lichtsterkte als de gemiddelde lichtsterkte van de totale
beeld te hoog is.
■
Sharpness: Deze parameter verlaagt (-) of verhoogt (+) de digitale
detailversterking.
■
Colour: Deze parameter verlaagt (-) of verhoogt (+) de kleurverzadi-
ging.
■
Gain: Deze parameter verlaagt (-) of verhoogt (+) de maximale waarde
van de dynamische versterking. Wanneer er genoeg licht in het beeld
is, wordt de automatische versterking van de camera automatisch ver-
minderd.
■
Background: Deze parameter verlaagt (-) of verhoogt (+) de licht-
sterkte van de donkere achtergrond.
■
Red detail: Deze parameter verlaagt (OFF) of verhoogt (LOW, HIGH) de
digitale versterking, vooral voor fijne rode details.
■
Image size: Deze parameter definieert het oppervlak voor de lichtsterk-
temeting. Mogelijke waarden zijn AUTO, LARGE, MEDIUM, SMALL.
■
Fiberscope (via glasvezel): Wanneer ON wordt geselecteerd, wordt de
digitale detailversterking geactiveerd, om bij vezeloptische endoscopen
het Moiré-effect te minimaliseren.
5.3.9
Extern documentatiesysteem op afstand bedienen
Om op de met REMOTE aangeduide monobus
16
voor afstandsbediening
een extern documentatiesysteem (bijv. Aesculap Eddy DVD of een ander
geschikt documentatiesysteem) aan te sluiten:
►
Verbind de camera en het documentatiesysteem met de kabel van de
afstandsbediening PV968.
►
Om het externe documentatiesysteem op afstand te bedienen, drukt u
op de blauwe knop
3
op de camerakop
5
.
6.
Gevalideerd reinigings- en desinfectie-
proces
6.1
Algemene veiligheidsrichtlijnen
Opmerking
Voer de reiniging en sterilisatie uit in overeenstemming met de nationale
wettelijke voorschriften, nationale en internationale normen en richtlijnen
en de eigen hygiënische voorschriften.
Opmerking
Bij patiënten die zeker of vermoedelijk aan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob
(CJ) of mogelijke varianten van deze aandoening lijden, moeten de natio-
nale voorschriften voor de reiniging en sterilisatie van de producten wor-
den nageleefd.
Opmerking
Machinale reiniging en desinfectie verdienen de voorkeur boven handma-
tige reiniging met het oog op een beter en veiliger reinigingsresultaat.
Opmerking
Wij wijzen erop dat een succesvolle reiniging en desinfectie van dit medi-
sche hulpmiddel uitsluitend kan worden gegarandeerd na een vooraf-
gaande validatie van het reinigings- en desinfectieproces. Hiervoor is de
gebruiker/het reinigingspersoneel verantwoordelijk.
Voor de validering werden de aanbevolen chemische middelen gebruikt.
Opmerking
Indien geen afsluitende sterilisatie plaatsvindt, moet een viricide desinfec-
tiemiddel worden gebruikt.
Opmerking
Actuele informatie over reiniging en desinfectie en over materiaalcompa-
tibiliteit vindt u ook op het Aesculap extranet onder
www.extranet.bbraun.com
Het gevalideerde stoomsterilisatieproces werd in het Aesculap-steriele-
containersysteem uitgevoerd.
6.2
Algemene aanwijzingen
Vastgekoekte of afgezette operatieresten kunnen de reiniging bemoeilij-
ken of ineffectief maken en tot de corrosie leiden. Daarom mag de tijd-
spanne tussen het gebruik en de voorbereiding voor verder gebruik niet
langer dan 6 uur zijn en mogen er geen fixerende voorreinigingstempera-
turen >45 °C noch fixerende desinfectantia (op basis van: aldehyde, alco-
hol) worden gebruikt.
Overdosering van neutralisatiemiddelen of basisreinigers kan chemische
aantasting en/of verbleking van de laseropschriften veroorzaken bij roest-
vrij staal, waardoor deze visueel of machinaal onleesbaar worden.
Chloor- en chloridehoudende residuen (bijv. in operatieresten, medicijnen,
zoutoplossingen, het reinigingswater, desinfectie en sterilisatie) leiden bij
roestvrij staal tot corrosie (putcorrosie, spanningscorrosie) en bijgevolg tot
beschadiging van de producten. Om de resten te verwijderen is een gron-
dige spoeling met gedemineraliseerd water en een daaropvolgende dro-
ging noodzakelijk.
Nadrogen, indien noodzakelijk.
Er mogen alleen proceschemicaliën worden ingezet, die gecontroleerd en
vrijgegeven zijn (bijvoorbeeld VAH- of FDA- toelating, respectievelijk CE-
merk) en door de fabrikant van de chemicaliën met het oog op de materi-
aalverdraagzaamheid werden aanbevolen. Alle toepassingsrichtlijnen van
de chemicaliënfabrikant moeten strikt worden nageleefd. In het andere
geval kan dit tot de volgende problemen leiden:
■
Optische verandering van het materiaal, bijv. verbleken of kleurveran-
dering van titanium of aluminium. Bij aluminium kunnen zichtbare
oppervlakteveranderingen reeds optreden bij een pH-waarde vanaf 8 in
de gebruiksoplossing.
■
Materiële schade zoals corrosie, scheurtjes, barsten, vroegtijdige ver-
oudering of opzetten.