3
– Nederlands
NL
zicht van de automatisering. Is deze voorziening niet zichtbaar
dan moet een systeem aanwezig zijn die een eventuele on-
verhoeds hernieuwde of niet geautoriseerde inschakeling van
de voeding blokkeert zodat ieder gevaar wordt weggenomen.
N.B.
– De twee voorzieningen maken geen deel uit van de ver-
pakking.
4.2 - Installatie van een wandknoppenpa-
neel
Waarschuwingen:
l
Breng het knoppenpaneel in positie in het zicht van het rol-
luik maar ver van diens bewegende delen.
l
Breng het knoppenpaneel in positie op de zijde van het rol-
luik waar ook de elektrische kabel aanwezig is die van de
buismotor afkomstig is, alsmede de voedingskabel die van
het elektriciteitsnet afkomstig is.
l
Breng de knoppen in positie op een hoogte van 1,5 m van
de vloer.
4.3 - Aansluiting van de motor op een be-
di eningsdrukknoppenpaneel en op het
elek triciteitsnet
Let op!
l
Een verkeerde aansluiting kan defecten of gevaarlijke situa-
ties veroorzaken; neem de instructies die in deze paragraaf
staan dus strikt in acht. Waag u in geval van twijfel niet aan
experimenten, maar raadpleeg de daarvoor bestemde ge-
specificeerde technische bladen die ook op de site www.ni-
ceforyou.com beschikbaar zijn.
l
Motor met verwijderbare voedingskabel met specifieke con-
nector: als de voedingskabel beschadigd is, moet deze
worden vervangen door de fabrikant of door diens techni-
sche ondersteuningsdienst, of in ieder geval door een mon-
teur met een vergelijkbare kwalificatie om ieder risico uit te
sluiten.
Vanuit elektrisch oogpunt moet de motor permanent gevoed
worden, via een permanente aansluiting op het elektrische dis-
tributienet (controleert de gegevens op het naambord de mo-
tor). Om de motor aan te sluiten op een bedieningsdrukknop-
penpaneel en het elektriciteitsnet, zie
afb. 5
. De geleiders van
de verbindingskabel hebben de volgende toepassing:
Kabel Aansluiting
Bruin
Elektrische stijg- of daalfase.
Zwart
Elektrische stijg- of daalfase.
Blauw
Gemeenschappelijk (gewoonlijke aangesloten
op de Nulleider).
Geel-
groen
Aarde (equipotentiaalverbinding ter beveiliging).
4.4 - Koppeling van de Stijg- en Daalbewe-
gingen aan de respectievelijke bedie-
ningsknoppen
Na afloop van de aansluitwerkzaamheden, spanning aan de
motor geven en controleren of de Stijg- en Daalbewegingen
correct aan de respectievelijke bedieningsknoppen zijn gekop-
peld. Als dit niet zo is, dient u de aansluiting tussen de
Bruine
en
Zwarte
geleiders om te draaien.
AFSTELLING VAN DE
EINDSCHAKELAARS
5
5.1 - De eindposities van de openings- en
de sluitbeweging
Gedurende de beweging omhoog en omlaag zal de motor het
rolelement automatisch stoppen op het moment dat dit de
eindposities bereikt (
afb. 4
): positie “
0
” (rolelement volledig op-
gerold) en positie “
1
” (rolelement volledig afgerold). In de fa-
briek worden deze posities bij benadering ingesteld, om ze aan
te passen aan de specifieke afmetingen van uw rolelement,
volgt u de hieronder beschreven procedure.
5.2 - Hoe eerst de eindpositie “0” en vervol-
“
0
”
“
1
”
“
0
”
EMPC
EMSH
EMPC
EMSH
EMPC
EMSH
EMPC
EMSH
“
1
”
“
0
”
“
1
”
“
0
”
“
1
”
1
endpositie “
0
”
endpositie “
0
”
endpositie “
0
”
endpositie “
0
”
endpositie “
1
”
endpositie “
1
”
endpositie “
1
”
endpositie “
1
”
A
– motor links.
B
– oprolbaar voor het rolelement.
A
– motor links.
B
– oprolbaar achter het rolelement.
A
– motor rechts.
B
– oprolbaar voor het rolelement.
A
– motor rechts.
B
– oprolbaar achter het rolelement.