126
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
NL
gebruik van het gereedschap. Overmatige ophoping van metaaldeeltjes in het stof verhoogt het risico van een elektrische schok.
Gebruik het gereedschap niet in de buurt van ontvlambare materialen.
Vonken tijdens het werk kunnen brand veroorzaken.
Gebruik geen accessoires die vloeistofkoeling vereisen.
Water of koelvloeistof kan een elektrische schok
veroorzaken.
De schroefdraadgrootte van de accessoires moet overeenkomen met de schroefdraad van de polijstmachine. Bij acces-
soires die op een
fl
ens worden gemonteerd, moet het montagegat voor de accessoires overeenkomen met de montage-
maat van de
fl
ens.
Accessoires die niet in de houder van het elektrisch gereedschap passen, veroorzaken onbalans, overmatige
trillingen en kunnen leiden tot verlies van controle over de machine.
Waarschuwingen met betrekking tot het terugveren van het gereedschap naar de bediener
De re
fl
ectie van het gereedschap naar de bediener is een plotselinge reactie op een geblokkeerde of geklemde roterende schijf,
borstelpolijstband of een ander accessoire. Een blokkering of vastklemming zorgt ervoor dat het draaiende accessoire plotseling
stopt, waardoor het elektrische gereedschap in de tegenovergestelde richting van de rotatie van het accessoire draait.
Als de schuurschijf bijvoorbeeld door het werkstuk geblokkeerd of geklemd wordt, kan de rand van de schijf die in het klempunt
komt, zich in het oppervlak van het materiaal ingraven, waardoor de schijf naar buiten komt of wordt uitgeworpen.
De schuurschijf kan ook in de richting van of van de bediener weg bewegen, afhankelijk van de bewegingsrichting van de schuur-
schijf op het klempunt. Schuurschijven kunnen ook breken onder deze omstandigheden.
Het terugveren van het gereedschap naar de bediener is het gevolg van onjuist gebruik en / of niet-naleving van de instructies in
de bedienershandleiding. Verschijnselen kunnen worden vermeden door de onderstaande aanbevelingen op te volgen.
Gebruik een stevige greep op het gereedschap en een juiste houding van lichaam en hand om de krachten die tijdens het
terugveren ontstaan te weerstaan. Gebruik altijd een extra handgreep, als deze bij het gereedschap wordt geleverd, zorgt
dit voor maximale controle tijdens rebound of onverwachte rotatie bij het starten van het gereedschap.
De operator kan de
rotatie of het terugveren van het gereedschap controleren
als de juiste voorzorgsmaatregelen worden genomen.
Plaats uw hand nooit in de buurt van de draaiende delen van het gereedschap.
Roterende elementen kunnen, tijdens het
terugveren, in aanraking komen met de hand.
Sta niet in de zone waarin het gereedschap zal bewegen tijdens het terugveren.
Het terugveren richt het gereedschap in de
tegenovergestelde richting van de draairichting van de schuurschijf, in de plaats van de blokkering ervan.
Let vooral op bij het werken in de buurt van hoeken, scherpe randen, etc. Vermijd het stoppen en vastlopen van de
schuurschijf.
Bij het bewerken van hoeken of randen bestaat een verhoogd risico op vastlopen van de schuurschijf, wat kan
leiden tot verlies van controle of terugveren van het gereedschap.
Gebruik geen zaagkettingschijven voor houtbewerking, gesegmenteerde diamantschijven met een perifere opening
tussen de segmenten van meer dan 10 mm of tandzagen.
Dergelijke schijven veroorzaken vaak terugveren en verlies van
controle over het gereedschap.
Waarschuwingen met betrekking tot slijpen en snijden
Gebruik alleen schijven die geschikt zijn voor gebruik met het gereedschap en de afschermingen die zijn ontworpen
voor het type schijf.
Schijven waarvoor het apparaat niet is ontworpen, kunnen niet goed worden afgeschermd en zijn niet veilig.
Een bolle schijf moet zodanig worden gemonteerd dat het slijpvlak niet buiten het vlak van de beschermings
fl
ens van de
afscherming uitsteekt.
Een onjuist gemonteerde schijf die boven de afscherming uitsteekt, vormt een risico voor de veiligheid
tijdens het gebruik.
De afscherming moet stevig aan het gereedschap worden bevestigd en in een positie worden geplaatst die maximale
veiligheid biedt, zodat het kleinste gedeelte van de schijf in de richting van de bediener wordt blootgesteld.
De afdekking
helpt de bediener te beschermen tegen gebroken schijvenfragmenten en voorkomt onbedoeld contact met de schijf.
De schijf moet worden gebruikt zoals bedoeld. Bijvoorbeeld: niet slijpen met een snijschijf.
Snijdende slijpschijven zijn
ontworpen voor perifere belasting, de zijdelingse krachten die op de snijschijf worden uitgeoefend, kunnen ervoor zorgen dat
deze uiteenvalt.
Gebruik altijd onbeschadigde klemschijven, die in de juiste maat voor de slijpschijf zijn.
De juiste klemming van de slijp-
schijf vermindert de kans op beschadiging van de slijpschijf. De klemschijven van de doorslijpschijven kunnen afwijken van de
klemschijven van de slijpschijven.
Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere gereedschappen.
Een schuurschijf met een grotere diameter is niet ontwor-
pen voor de hogere snelheid van kleinere gereedschappen en kan breken.
Als u schijven voor tweeërlei gebruik gebruikt, gebruik dan altijd een beschermkap die geschikt is voor het type werk.
Het gebruik van de verkeerde bescherming kan ertoe leiden dat de gewenste mate van bescherming niet wordt geboden, wat
kan leiden tot ernstig letsel.
Waarschuwingen met betrekking tot het snijden
Het zaagblad niet “vastzetten” of te veel druk uitoefenen. Probeer niet te diep te snijden.
Overmatige spanning van het
zaagblad verhoogt de belasting en de gevoeligheid voor verdraaiing of vastgrijpen van het zaagblad in de snijspleet, wat het risico
op terugslag voor de bediener of beschadiging van het zaagblad verhoogt.
Plaats uw lichaam niet in de snijlijn of achter een draaiend zaagblad.
Als het zaagblad tijdens het gebruik van de machine
van het lichaam van de gebruiker af beweegt, kan de terugslag in de richting van de gebruiker het roterende zaagblad en het
Summary of Contents for YT-828293
Page 33: ...33 RU...
Page 34: ...34 RU...
Page 35: ...35 RU 10...
Page 36: ...36 RU...
Page 37: ...37 RU A A B C A B C 3 2 3 2 III 6 A IV 1 80 M14...
Page 38: ...38 RU 10 Li Ion 500 0 30 50 70...
Page 39: ...39 RU Li Ion YATO 18 V YT 82842 YT 82843 YT 82844 YT 82845 YATO YT 82848 YT 82849 II V O I...
Page 40: ...40 RU VI 30 VII VIII 60 C 80 0 3...
Page 42: ...42 UA...
Page 43: ...43 UA...
Page 44: ...44 UA 10...
Page 45: ...45 UA A...
Page 46: ...46 UA A B C A B C 3 2 3 2 III 6 A IV 1 80 14 10...
Page 47: ...47 UA 500 0 30 50 70 Li Ion YATO 18 YT 82842 YT 82843 YT 82844 YT 82845 YATO YT 82848 YT 82849...
Page 48: ...48 UA II V O I VI...
Page 49: ...49 UA 30 VII VIII 60O C 80 0 3...
Page 133: ...133 GR RCD RCD...
Page 134: ...134 GR...
Page 135: ...135 GR 10 mm...
Page 136: ...136 GR...
Page 137: ...137 GR 3 2 mm 3 2 mm III 6 mm A IV 1 80 m s M14 Velcro...
Page 138: ...138 GR 10 mm Li Ion 500 0 30 50 70...
Page 140: ...140 GR Velcro VI 30 VII V 60 o C 80 m s 0 3 MPa...
Page 142: ...142 BG RCD RCD...
Page 143: ...143 BG...
Page 144: ...144 BG 10 mm...
Page 145: ...145 BG...
Page 146: ...146 BG 3 2 mm 3 2 mm III 6 mm IV 1 80 m s M14...
Page 147: ...147 BG 10 mm Li Ion 500 0 30 50 70...
Page 148: ...148 BG Li Ion YATO 18 V YT 82842 YT 82843 YT 82844 YT 82845 YATO YT 82848 YT 82849 II V 0 I...
Page 149: ...149 BG VI 30 VII VIII 60O C 80 m s 0 3 MPa...
Page 167: ...167 AR kcabkciK...
Page 168: ...168 AR B A C B A B A C...
Page 169: ...169 AR III VI A M noI iL...
Page 170: ...170 AR TY TY TY TY noI iL V OTAY TY TY OTAY II DEL DEL V DEL DEL I IIV...
Page 171: ...171 AR...