VAC 20
NL
luidsniveau kan verlaagd worden door een optionele
demper, zie 2 item 1 en ‘4.1 Overzicht’.
6.2 Installatie buitenshuis
Houd ook rekening met het volgende wanneer de unit
buitenshuis geïnstalleerd wordt:
• Dek de bovenkant van de unit af om deze te be-
schermen tegen sneeuw, regen of vallend puin.
• Vermijd het plaatsen van de unit tegen een wand
die rechtstreeks blootgesteld is aan de zon.
6.3 Elektrische installatie
Sluit de motor aan op de start- en regeleenheid en of
de optionele Onderhoudsschakelaar..
Kijk voor de elektrische aansluitingen in de handlei-
ding van de start- en regeleenheid en ook 6 en 7. De
koppelingen kunnen verschillen al naargelang de ge-
kozen opties. Aansluitmateriaal zoals kabels is niet
meegeleverd met de unit.
De meeste storingen zijn het gevolg van defecten in
de elektrische apparatuur of aansluitingen. De relais
voor motoroverbelasting moet van het type 'zware
start' zijn aangezien sommige units zwaar te starten
zijn. Zoniet kan de motoroverbelasting doorslaan om-
wille van de hoge stroom en de lange tijd die in de Y-
modus wordt doorgebracht.
OPMERKINGEN!
• De elektrische installatie moet gebeuren
door een gekwalificeerde elektricien volgens
de plaatselijke voorschriften.
• U dient de nationale en plaatselijke elektri-
sche voorschriften te volgen.
De start- en regeleenheden van Nederman beschik-
ken over terminals voor een eenvoudige aansluiting
van alle regelkabels. Indien andere uitrustingen ge-
bruikt worden, dient deze uitrusting op gelijkaardige
manier voorzien en aangesloten te worden zodat de
garantie van de VAC 20 unit geldig is.
6.3.1 ASC via PLC
Voor het aansluiten van de VAC voor functioneren
met ASC via PLC in de start-en besturingseenheid, zie
het aansluitschema van de start- en regeleenheid.
6.3.2 ASC via optionele adaptorset
Voor het aansluiten van de VAC voor functioneren
met de adapterset met de optionele componenten in-
dien ASC via PLC niet wordt gebruikt, zie de handlei-
ding bij de adapterset.
OPMERKINGEN!
De stroomomvormer moet aangesloten wor-
den op de relaiskast voordat de vacuümunit
gestart wordt. Zoniet kan de omvormer kapot
gaat.
6.4 Persluchtinstallatie
6.4.1 Vereisten
Voor luchtverbruik, kwaliteit en maximum- en mini-
mumdruk, raadpleegt u
.
OPMERKINGEN!
Het opgegeven luchtverbruik van de unit is be-
perkt tot de korte werking van de opstartklep.
Aangezien nieuwe buizen vuil/deeltjes/afval kunnen
bevatten, moet de persluchtleiding schoon geblazen
worden voordat u de unit aansluit.
De meegeleverde persluchtfilter moet geïnstalleerd
worden om de betrouwbare en veilige bediening van
de unit te garanderen. Er moet een hoofdperslucht-
klep geïnstalleerd worden die de resterende druk van
de unit ventileert, zie 5 item 16.
OPMERKINGEN!
• Neem de nodige maatregelen om te voorko-
men dat water of vocht in de perslucht te-
rechtkomt wanneer de unit in koude omge-
vingen geplaatst wordt.
• Wanneer antivriesadditieven gebruikt wor-
den dient u deze voortdurend te gebruiken.
Eenmaal het antivriesmiddel toegevoegd is,
kan de verwijdering ervan storing veroorza-
ken van de pneumatische componenten.
6.4.2 Installatie
Maak een persluchttoevoer naar de inlaat, zie 5.
7 Gebruik van de VAC 20
7.1 Alvorens op te starten
De vacuümunit en alle hulpopties werden getest voor
levering en al hun functies werden gecontroleerd. Bij
iedere unit wordt een testrapport bijgesloten.
Controleer het volgende vóór de eerste inbedrijfstel-
ling:
• De onderhoudsschakelaar is geïnstalleerd (indien
gebruikt).
• De installatieruimte heeft ventilatie-openingen (in-
dien binnenshuis gebruikt). Zie ‘6.1.1 Installatie bin-
nenshuis’.
• Stofcollector, leiding en kleppen op de werklocaties
zijn aangesloten.
• Afvoerlucht wordt weggeleid van de installatie (bij
gebruik binnenshuis).
• Zorg ervoor dat de uitlaatleiding beschermd is tegen
regen en sneeuw.
• Zorg dat de uitlaatleiding een rooster heeft zodat er
geen objecten in de leiding kunnen komen.
• De persluchttoevoer is permanent voorzien.
182
Summary of Contents for VAC 20
Page 8: ...VAC 20 Figures 1 2 3 4 5 6 7 8 1 1 2 1 2 3 3 8 7 6 4 3 2 1 5 4 8...
Page 9: ...VAC 20 1 2 3 4 7 11 10 5 6 8 9 5 9...
Page 12: ...VAC 20 9 X U1 V1 W1 W2 U2 V2 X 10 35 ml ATF 70 85 mm 11 10mm 0 39 12 1 2 3 4 5 6 7 13 12...
Page 13: ...VAC 20 14 13...
Page 224: ...VAC 20 PL Opis Symbol Wynik Uwagi Wymiana silnika Punkt 8 8 o yska silnika 224...
Page 254: ...VAC 20 RU 13 A 5 1 5 1 5 2 1 3 3 0 7 5 2 1 4 2 6 1 4 2 4 2 6 6 4 254...
Page 255: ...VAC 20 6 4 ISO 8573 1 5 6 4 6 4 6 4 7 1 7 1 7 2 4 7 2 5 7 2 Y 7 2 D 7 2 RU 255...
Page 257: ...VAC 20 8 8 RU 257...
Page 290: ...www nederman com...