CE (
-kenmerk) Fra. Communauté Européenne = Europese
Gemeenschap: Bepaalde producten die in de EU worden ver-
kocht, moeten het CE-kenmerk dragen. Daarmee bevestigt
de producent resp. de verkoper dat het product beantwoordt
aan alle betreffende EU-richtlijnen (b. v. laagspanningsricht-
lijn, richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit etc.).
Continue
➔
afspelen van de volledige cd
Cue-punt: Een plaats op de cd die met de toets CUE vrij kan
worden geselecteerd en waar direct naar kan worden
gesprongen (bij Afspelen van een individuele track alleen bin-
nen een track mogelijk). Indien u met de toets CUE naar het
Cue-punt terugkeert, schakelt de cd-speler in de pauzemodus.
digitaal: Informatie in cijfers weergegeven. Een analoog-digi-
taalomzetter zet de door een microfoon opgenomen geluids-
golven om in een snel opeenvolgende reeks van enen en
nullen (binaire getallen, b. v. “1001” = 9) om die dan op een cd
worden opgeslagen. Elk binair getal komt overeen met een
momentwaarde van een geluidstrilling. Een uitgekiend fout-
encorrectiesysteem filtert haperingen en storingen uit, wat
leidt tot de hoge weergavekwaliteit. Een digitaal-analoogom-
zetter zet de binaire getallen weer om in elektrische trillingen
die dan versterkt naar een luidspreker worden gestuurd.
Display
➔
multifunctioneel display
Drukknop: Schakelaar waarvan het contact zolang wordt ge-
sloten als de schakelaarknop wordt ingedrukt; voorbeeld bel-
schakelaar.
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC): De EMC-richtlijn
89/336/EEG bepaalt hoe groot de stoorstraling van een toe-
stel maximaal mag zijn en met welke stoorstraling het zonder
problemen mag worden belast (storingsongevoeligheid).
Faderstart Eng. to fade in = inmengen: Met een schuifregelaar
(fader) op een mengpaneel die aan een schakelaar of druk-
knop is gekoppeld, kan het cd-afspeelmechanisme bij het
openschuiven van de fader worden gestart en bij het dicht-
schuiven van de fader weer in pauze worden geschakeld.
Frame: De muziek op een cd is in gegevensblokken (frames)
opgeslagen. In een blok is de muziekinformatie voor
1
/
75
se-
conde opgeslagen. Een plaats op de cd kan daardoor in stap-
pen van
1
/
75
seconde nauwkeurig worden benaderd.
Laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG): Richtlijn voor appara-
tuur die met spanningswaarden tussen 50 V en 1500 V func-
tioneert en daarom voor de gebruiker aangepast veilig moet
zijn geconstrueerd.
LED Eng. light emitting diode: Elektronische component die
elektrische stroom direct omzet in licht (zonder opwekking
van hitte zoals bij de gloeilamp); licht op in verschillende kleu-
ren naargelang van het materiaal, ook in het wit.
Line (-uitgang, -ingang, -niveau) Eng. leiding: Om signalen van
een apparaat naar een ander te kunnen sturen, moeten de
apparatuur een welbepaalde spanning hebben, anders is een
optimale overdracht niet mogelijk. Deze waarde ligt tussen
0,1 V en 2 V (Volt) en wordt lijnniveau genoemd. In- en uit-
gangen, die voor dit niveau zijn voorzien, hebben meestal het
opschrift LINE.
Loop Eng. lus: eindeloze herhaling van een bepaald muziek-
fragment op de cd dat door instelling van een begin- en een
eindpunt wordt vastgelegd. De opgeslagen loop kan op elk
moment worden verlaten en later opnieuw opgeroepen
(reloop).
Monitorfunctie
➔
Voorbeluisteringsfunctie
Multifunctioneel display: Numerieke en grafische weergave
van functies, bedrijfstoestanden en track- resp. cd-speeltijden.
Outro: Functie waarbij enkel de laatste 30 seconden van een
track worden afgespeeld.
Pitch Eng. toonhoogte: Met de regelaar PITCH CONTROL kan
de afspeelsnelheid en zodoende de toonhoogte worden ge-
wijzigd.
Pitch Bend: Functie waarmee voor korte tijd de afspeelsnel-
heid kan worden verhoogd of verlaagd. Het ritme van een
track op een afspeelmechanisme kan zo worden gesynchro-
niseerd met dat van een track op een ander afspeelmecha-
nisme. Zo wordt bij het mixen van de ene naar de andere
track het dansritme niet gestoord.
Relaiswerking: Functie waarbij twee met elkaar verbonden cd-
spelers aan het einde van een track of een cd om beurt auto-
matisch starten.
Seamless loop Eng. naadloze loop: Het afspelen van de loop
gebeurt naadloos, d.w.z. het muzieksignaal wordt niet onder-
broken, wanneer de cd-speler van het eindpunt terug naar het
startpunt van de loop springt.
Single
➔
afspelen van een individuele track
Track: Eng. spoor; muziekstuk b.v. op een cd.
Voorbeluisteringsfunctie (Pre Fader Listening): Mogelijkheid
die het mengpaneel biedt om, ondanks de dichtgeschoven
fader (schuifregelaar) het muzieksignaal, b.v. van een cd-spe-
ler, via een hoofdtelefoon te beluisteren om de volgende track
of een beginpunt te selecteren.
Odsłuch przedtłumikowy: urządzenie w mikserze do moni-
torowania sygnału muzycznego np. odtwarzacza CD, przez
słuchawki do wybrania kolejne ścieżki lub punktu startowego.
Odtwarzanie wszystkich ścieżek: tryb ciągłego odtwarzania
ścieżek, przeciwieństwo odtwarzanie pojedynczej ścieżki.
OUTRO: funkcja odtwarzania ostatnich 30 sek. ścieżki.
Pasek graficzny Bar graph: W wielofunkcyjnym wyświetlaczu
znajduje się wyświetlacz graficzny w formie paska, który swoją
długością informuje o czasie do końca ścieżki całej płyty lub
właśnie odtwarzanej ścieżki.
Pętla: ciągłe odtwarzanie fragmentu ścieżki określonego za
pomocą punktu startowego i końcowego. Do zapamiętanej pętli
można powrócić później (reloop).
Pętla jednolita: odtwarzanie pętli przebiega bez zakłóceń tj. nie
ma słyszalnych przerwań sygnału muzycznego kiedy urządze-
nie przechodzi z punktu końcowego pętli na punkt startowy.
Pojedyncze odtwarzanie ścieżki: specjalny tryb działania
przeznaczony do zastosowań scenicznego: odróżnieniu do trybu
odtwarzanie wszystkich ścieżek urządzenie włącza pauzę po
odtworzeniu jednej ścieżki.
Poziom (Pitch): za pomocą suwaka można zmienić szybkość i
poziom odtwarzania.
Przekazywanie: funkcja, dzięki której dwa podłączone do siebie
odtwarzacze będą naprzemiennie odtwarzały ścieżki.
Przetwornik cyfrowy: informacje przesyłane cyfrowo. Analo-
gowo-cyfrowy konwerter przetwarza fale dźwiękowe złapane
przez mikrofon w sekwencje zer i jedynek (numery binarne np.
1001 = 9), które w takiej postaci są przechowywane na CD.
Każdy binarny numer odpowiada pewnej wartości wibracji
dźwięku. Specjalistyczny system redukcji błędów usuwa przer-
wania i zaburzenia dźwięku, co zapewnia wysoką jakość odt-
warzania. Cyfrowo- analogowy konwerter przetwarza ponownie
binarne znaki w oscylacje elektryczne, które z kolei są wzmoc-
nione i przesłane do głośników.
Przycisk BOP (efekt stutter): Przycisk BOP służy do powrotu
i natychmiastowego rozpoczęcia odtwarzania od początku
ścieżki lub punktu startowego zdefiniowanego przyciskiem CUE.
Krótkie powtarzające się wciskanie przycisku BOP tworzy efekt
stutter.
Przycisk chwilowy: przycisk, który działa tak długo jak jest
wciśnięty jak np. dzwonek do drzwi.
Punkt startowy (CUE point): miejsce na CD wybrane przycis-
kiem CUE. Urządzenie jest w stanie powrócić dokładnie do tego
miejsca (możliwe tylko w zakresie ścieżki gdy włączone jest
odtwarzanie pojedynczej ścieżki ). Po powrocie do punktu star-
towego, odtwarzacz włącza pauzę.
Ramka: Muzyka na CD jest zapamiętywana w blokach danych
(ramkach). Informacje o muzyce dla
1
/
75
sek. mieści się w jed-
nym bloku. Miejsce na CD może być precyzyjnie ustalone z
dokładnością do
1
/
75
sek.
Ścieżka: kawałek muzyczny np. na płycie CD.
Single
➔
pojedyncze odtwarzanie ścieżki.
Sygnał startowy (Auto Cue): po wybraniu ścieżki odtwarzacz
CD jest dokładnie w miejscu gdzie muzyka się zaczyna a nie
początku indeksu 0:00:00. Z tego powodu muzyka zaczyna grać
natychmiast po wciśnięciu przycisku.
Tłumik startowy: Za pomocą regulatora suwakowego (tłumik)
na mikserze podłączonym przez przełącznik lub przełącznik
chwilowy można włączać i wyłączać odtwarzanie.
Wyświetlacz
➔
Wyświetlacz wielofunkcyjny.
Wyświetlacz wielofunkcyjny: numeryczny I graficzny wyświet-
lacz funkcji, trybów, czasów, ścieżek i płyt.
Wytyczne niskonapięciowe (73/23/EEC): wytyczne dla
urządzeń działających na napięciach od 50 V do 1500 V, które z
kolei muszą mieć odpowiednią bezpieczną obudowę.
Zmiana poziomu (Pitch Bend) : funkcja do czasowego
zwiększenia lub zmniejszenia szybkości odtwarzania. Rytm
aktualnej ścieżki może być zsynchronizowany z rytmem
następnej ścieżki. Przejście z jednej ścieżki na inną nie spowo-
duje zakłóceń.
33
PL
NL
B
Deze gebruiksaanwijzing is auteursrechterlijk beschermd voor MONACOR
®
INTERNATIONAL GmbH &
Co. KG. Reproductie voor eigen commerciële doeleinden – ook bij wijze van uitzondering – is niet toegestaan.