GCE DINCONTROL, Operating Instruction

Page: 11 / 48

11/48
NL
4.8. Druk instellen
Voordat het systeem met gas gevuld word, dient het volgende gecontroleerd te worden:
1. 1 Of de juiste reduceerventielen gebruikt worden.
2.
Alle manometers op „0“ staan.
3. De druk instelknop volledig uitgedraaid is (tegen de wijzers van de klok in).
4.
Alle uitgaande afsluiters gesloten zijn.
Eerst afsluiter (6) sluiten en reduceertoestel door losdraaien van de instelknop (5) ontspannen. Cilinderafsluiter lang-
zaam openen, manometer (3) geeft de druk in de cilinder aan. Afsluiter (6) openen en de afsluiter op het te gebruiken
apparaat een beetje openen. Nu door aandraaien van de instelknop (5) de gewenste druk instellen en op de werk-
drukmanometer (4) aflezen. Door aan de instelknop (5) te draaien moet de werkdruk gecorrigeerd worden.
4.9. Opmerking bij reduceertoestellen met aanduiding door flowmeterbuis. Instellen van de benodigde doorlaat:
Eerst afsluiter (6) sluiten. Cilinderafsluiter (1) langzaam openen. Inhoudsmanometer (3) geeft de cilinderdruk aan. Af-
sluiter (6) openen en de afsluiter aan het te gebruiken apparaat openen. Door afregelen van afsluiter (6) de gewenste
doorlaat (l/min) instellen.
BUITEN GEBRUIKSTELLEN
• Cilinderafsluiter (1) sluiten, het reduceertoestel wordt drukvrij, instelknop (5) ontspannen.
• afsluiter op het reduceertoestel sluiten.
GEBRUIK EN ONDERHOUD
6.1. Reduceertoestel altijd tegen beschadigingen beschermen (regelmatig kontroleren).
6.2.
De instelling van de overdrukveiligheid mag niet veranderd worden.
6.3. Op goede conditie van dichtingen, dichtvlakken en manometers letten.
6.4. Bij storingen, bijv. oplopen van de werkdruk bij een afname = 0, lekkage tegen op atmosfeer, defecte manome-
ters of afblazen van de overdrukveiligheid, het reduceertoestel buiten gebruik stellen en meteen de cilinderafsluiter
sluiten.
Storingen kunnen vele oorzaken hebben. Vermijdt u, voor uw eigen veiligheld, eigenhandig manipuleren en re-
pareren.
REPARATIE
7.1.
Reparaties aan reduceertoestellen mogen alleen uitgevoerd worden door vakkundig en geschoold personeel in
geautoriseerde werkplaatsen. Hierbij mogen alleen originele onderdelen gebruikt worden.
7.2. Bij eigenhandig repareren of veranderen door de gebruiker of derden zonder toestemming van de fabrikant
wordt de aansprakelijkheid, voor de daaruit ontstane gevolgen, ongeldig.
REDUCEERTOESTELLEN MET LITER/MIN MANOMETERS
Voor dit reduceertoestel gelden ook de punten (1) t/m 7 van bovenstaande gebruiksaanwijzing. De door instelknop
(5) ingestelde hoeveelheid wordt op de manometer met liter/min - aanduiding afgelezen. ln reduceertoestellen met
liter/min manometers is een restrictie (9) ingebouwd. Kijkt u of in uw installatie reeds een restrictie ingebouwd is. Zo
ja, moet die namelijk verwijderd worden, omdat de boring niet conform de boring in het reduceertoestel is.
GARANTIE
De garantie periode is standaard 2 jaar vanaf de besteldatum bij distributeur (of als dit niet bekend is, 2 jaar vanaf de
productie datum die op het product is afgebeeld).
De standaard garantie is alleen van toepassing indien het product behandeld is volgens de gebruikshandleiding (IFU)
en de GMP voorschriften.
5.
6.
7.
8.
9.
LET OP: AFBEELDINGEN IN DEZE HANDLEIDING VOOR GEBRUIK ZIJN SLECHTS ILLUSTRATIEF. ZIJ KUNNEN AFWIJKEN VAN DE
WERKELIJKE UITERLIJK VAN UW PRODUCT!