GCE DINCONTROL, Operating Instruction

Page: 10 / 48

10/48
NL
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR REDUCEERTOESTELLEN VOLGENS EN/S0 2503
Deze gebruiksaanwijzing dient ervoor om een doelgericht en veilig gebruik van dit reduceertoestelmogelijk te ma-
ken. Het lezen en in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing helpen gevaren te vermijden, uitvaltijden te verminde-
ren en de betrouwbaarheid en levensduur van het toestel te vergroten.
DEZE GEBRUIKSAANWIJZING MOET ALTIJD BINNEN HANDBEREIK LIGGEN.
Veiligheidsvoorschriften, zle ook punt 2; Bij twijfel vraagt u a.u.b. de fabrikant of de verdeler.
HET GEBRUIK
1.1.
Doelgericht gebruik:
Deze reduceertoestellen zijn geschikt voor het gebruik van verdichte en onder druk loskomende gassen, op cilinders
met een vrijdruk van max. 300 bar, als ook voor vloeibaar gas, om de betreffende cilinderdruk te reduceren en de ge-
wenste werkdruk konstant te houden. Het reduceertoestel mag alleen voor die gassen gebruikt worden die conform
zijn aan de markering op het reduceertoestel (zie markering punt 3).
1.2. Niet-doelgericht gebruik:
• reduceertoestel niet voor gassen in de vloeibare fase inzetten.
• reduceertoestel niet gebruiken bij omgevingstemperaturen onder -20°C en boven 60°C.
• reduceertoestel niet voor agressieve gassen, bijv. Ethylamine, Dimethylamine, ammoniak etc. gebrulken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Alle met dit teken voorziene teksten gelden als speciale veiligheidsvoorschriften.
2.1.
Het reduceertoestel voldoet aan de aktuele erkende regels der techniek en ook aan de eisen van de bestaande
normen .
2.2. Zonder toestemming van de fabrikant mogen geen veranderingen of aanpassingen aan het reduceertoestel
worden aangebracht.
2.3. Tussen cilinderafsluiter en reduceertoestel mogen geen adapters worden gebruikt.
2.4. Bij verkeerde behandeling of nietdoelgericht gebruik kunnen gevaren voor de gebruiker en andere personen als
ook beschadiging van het reduceertoestel en de installatie ontstaan.
AANDUIDINGEN/BESCHRIJVING VOLGENS EN ISO 2503 (ZIE FIG. 1)
MARKERING
Gassort: A=Acetyleen; O=Zuurstof ; P=LPG; N=CO2, Stikstof, Inert-Gas; H=Waterstof ; D=Perslucht; M = Methane/Na-
tuurlijke lucht; Y = MPS
P1=Max. Inlaatdruk; P2=Max. Uittredende druk; Klasse = EN ISO2503
INGEBRUIKNAME
4.1.
Explosiegevaar I Alle onderdelen die in kontakt komen met zuurstof, zoals handen en gereedschap, olie en vetvrij
houden.
4.2. Voor ingebruikname de gebruiksaanwijzing lezen en gedurende het gebruik beachten!
4.3.
Kijken of het reduceertoestel voor de betreffende gassoort geschikt is (zie markering punt 3).
4.4. Kijken of de aansluiting van cilinderafsluiter schoon en niet beschadigd is. Als de aansluiting beschadigd is mag
het reduceertoestel niet aangesloten worden.
4.5.
Voor het aansluiten van het reduceerventiel de cilinderafsluiter 1 x kort openen en weer afsluiten om eventuele
verontreinigingen te verwijderen. Daarbij niet voor de afsluiter staan en niet de hand voor de afsluiter houden.
4.6.
Reduceertoestel met resp. de schroefverbinding of de aansluitbeugel (2) gasdicht met cilinderafsluiter (1) verbin-
den. Instelschroef (5) moet loodrecht naar beneden wijzen.
4.7. Slang op slangpilaar (7) en d.m.v. een wartelmoer aan het reduceertoestel bevestigen. Slangen volgens EN 559
(ISO 3821) en slangaansluitingen volgens EN 560 aanwenden. Passende slangklemmen gebruiken.
1.
2.
3.
4.