173
nl
4. Werkingsprincipes
Het masker is zo ontworpen dat het zich vormt naar de contouren van de hypofarynx met het
lumen naar de larynxopening gericht. Bij correcte inbrenging rust de distale tip van de cuff tegen
de sfincter van de bovenste slokdarm.
De Ambu® Aura40 is verkrijgbaar in acht verschillende maten voor gebruik bij patiënten met
verschillende gewichten. Zie tabel 1 voor selectierichtlijnen en max. opblaasvolumes. Houd er
rekening mee dat de opblaasvolumes voor de cuff in tabel 1 de maximale volumes zijn. Als het
vermelde maximale opblaasvolume wordt toegepast, kan dit reageren op een cuffdruk boven
het maximum van 60 cmH₂O. Het wordt aanbevolen om de cuffdruk continu te bewaken.
Zie afbeelding
. Correcte positie van de Ambu® Aura40 ten opzichte van anatomische oriëntatiepunten.
Anatomische oriëntatiepunten
Aura40
A – Slokdarm
G – Hyoïde bot
1 – Patiëntzijde
B – Luchtpijp
H – Tong
2 – Maataanduiding
C – Cricoïde ring
I – Buccale holte
3 – Ventilatieopening
D – Schildklierkraakbeen
J – Nasofarynx
4 – Beademingsweg
E – Larynxinlaat
K – Snijtanden
5 – Normale diepte van insteekmarkeringen
F – Epiglottis
6 – Machine-uiteinde
Tabel 3. Beschrijving van anatomische oriëntatiepunten en Ambu® Aura40-onderdelen
5. Voorbereiding voor gebruik
5.1. Reiniging en sterilisatie
Reiniging en sterilisatie zoals hieronder beschreven moeten vóór het eerste gebruik en vóór elk
daaropvolgend gebruik worden uitgevoerd, aangezien de Ambu® Aura40 niet-steriel wordt geleverd.
De Ambu® Aura40 kan maximaal 40 keer worden gebruikt, mits de aanbevolen reinigings-,
sterilisatie- en hanteringsprocedures worden gevolgd. Een goede reiniging en sterilisatie van het
hulpmiddel is van essentieel belang om een continu veilig gebruik tot 40 keer te garanderen.
Bij de levering van elk apparaat wordt een registratiekaart meegeleverd voor sterilisatie van de
Ambu® Aura40. Om zeker te zijn van een juiste documentatie van de sterilisatiecycli moet de
registratiekaart elke keer dat de Ambu® Aura40 wordt gesteriliseerd, worden ingevuld.
Ambu A/S heeft de instructies in 5.1.1. en 5.1.2. gevalideerd als zijnde in staat om een Ambu® Aura40
voor hergebruik voor te bereiden. De effectiviteit en mogelijke nadelige gevolgen van afwijkingen
van de instructies moeten naar behoren worden geëvalueerd.
5.1.1. Reinigingsinstructies
Het wordt aanbevolen om de beschreven gevalideerde handmatige of geautomatiseerde
reinigingsprocedure te volgen om een goede reiniging te garanderen.
Het is belangrijk om de handmatige ontluchting tijdens het reinigen gesloten te houden om
blootstelling van het opblaasventiel aan vloeistof te voorkomen.
Zie afbeelding
A. Gesloten handmatige ontluchter.